ECLI:NL:RBOVE:2025:592

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
4 februari 2025
Zaaknummer
10940884 \ CV EXPL 24-372
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H. Bottenberg-van Ommeren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van een overeenkomst inzake asbestsanering en schadevergoeding

In deze zaak hebben de partijen, Plentas B.V. en RK Groep B.V. (samen met een derde partij), een overeenkomst gesloten voor de sanering van asbest op een terrein. Plentas vorderde betaling van onbetaalde facturen voor de uitgevoerde sanering, terwijl RK Groep en de derde partij betwistten dat de werkzaamheden naar behoren waren uitgevoerd. Zij vorderden gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door Plentas, wat een gedeeltelijke ontbinding rechtvaardigde. De vorderingen van Plentas werden afgewezen, terwijl de vorderingen van RK Groep en de derde partij gedeeltelijk werden toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat Plentas een bedrag van € 2.024,16 moest betalen aan RK Groep en de derde partij, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd Plentas veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10940884 \ CV EXPL 24-372
Vonnis van 4 februari 2025
in de zaak van
PLENTAS B.V.,
te Wierden,
eisende partij,
hierna te noemen: Plentas,
gemachtigde: EBL Incasso,
tegen

1.RK GROEP B.V.,

te Enter,
2.
[partij bedrijf] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: RK Groep, [partij bedrijf] en gezamenlijk RK Groep en [partij bedrijf] ,
gemachtigde: mr. J.G. Oolderink-Olthof.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 7,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met de producties 8 tot en met 40,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de namens RK Groep c.s. overgelegde aanvullende productie 41,
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie van de zijde van Plentas, ontvangen op 2 juli 2024, met de producties 41 tot en met 62,
- de mondelinge behandeling van 10 juli 2024, waarbij partijen (vertegenwoordigd) zijn verschenen bijgestaan door hun gemachtigden. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, waarbij RK Groep c.s. gebruik hebben gemaakt van pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt tijdens de mondelinge behandeling,
- de conclusie van dupliek d.d. 3 september 2024 van de zijde van RK Groep en [partij bedrijf] met de producties 63 tot en met 66,
- de akte uitlating na conclusie van dupliek van de zijde van Plentas d.d. 15 oktober 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
Samenvatting
Partijen hebben een overeenkomst gesloten voor het saneren van asbest op een terrein. Plentas vordert betaling van onbetaalde facturen voor het uitvoeren van deze sanering. RK Groep en [partij bedrijf] vinden dat de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd en vorderen gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst en vergoeding van de door hen geleden schade.
De kantonrechter is van oordeel dat sprake van een tekortkoming in de nakoming en dat deze een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. Ook de gevorderde schadevergoeding wordt gedeeltelijk toegewezen. Dit betekent dat de vorderingen van Plentas worden afgewezen en dat de vorderingen van RK Groep en [partij bedrijf] gedeeltelijk worden toegewezen. De beslissing wordt hierna toegelicht.
In conventie en in reconventie

2.De feiten

Partijen
2.1.
Plentas is een bedrijf dat asbestsaneringen uitvoert.
2.2.
[partij bedrijf] B.V is een projectontwikkelaar en RK Groep houdt zich bezig met straatwerk, grondwerk, tuinaanleg en onderhoud.
Aanleiding
2.3.
RK Groep en [partij bedrijf] zijn gezamenlijk eigenaar van een perceel aan de [adres 1] .
2.4.
Op 16 juni 2023 heeft de Omgevingsdienst Twente geconstateerd dat zich op dit perceel asbesthoudend materiaal bevindt. De gemeente heeft daarop op 3 juli 2023 aan RK Groep en [partij bedrijf] een last onder dwangsom opgelegd die inhield dat zij het perceel aan de [adres 1] uiterlijk op 17 juli 2023 gesaneerd dienden te hebben.
2.5.
RK Groep en [partij bedrijf] hadden naar aanleiding van de constatering van de omgevingsdienst reeds een asbestinventarisatierapport laten opmaken door [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ). Dit rapport was op 27 juni 2023 gereed.
2.6.
Op 28 juni 2023 hebben RK Groep en [partij bedrijf] Plentas gevraagd een prijs te maken voor het saneren van het asbest conform het rapport van [bedrijf 1] .
2.7.
Op 12 juli 2023 is Plentas gestart met de saneringswerkzaamheden. Zij was op de hoogte van de last onder dwangsom. De termijn voor de last onder dwangsom was inmiddels verlengd met 14 dagen (dus tot 31 juli 2023).
2.8.
Op 13 juli 2023 heeft Plentas aan RK Groep en [partij bedrijf] een mail gestuurd waarin zij schrijft dat ze voor de werkzaamheden aan de [adres 1] hebben afgesproken dit te doen op nacalculatie. Plentas deelt hierbij ook de tarieven mee die zijn hanteert. Verder maakt zij een aantal opmerkingen onder andere over werkuren en wie waarvoor zorgdraagt. RK Groep en [partij bedrijf] hebben op dezelfde dag laten weten hier allemaal mee akkoord te gaan.
2.9.
Op 17 juli 2023 heeft Plentas aan RK Groep en [partij bedrijf] haar eerste factuur gestuurd ad € 10.783,46 (inclusief btw). Deze is op 18 juli 2024 betaald.
Discussie
2.10.
Op 20 juli 2023 heeft Plentas een eindinspectie van de sanering laten uitvoeren door Find Inspecties en Analyses – Milieukundig Adviesbureau (hierna: Find Inspecties). De inspectie is uitgevoerd door dhr [naam 1] (laborant). Een groot deel van de locatie is vrijgegeven, maar de mestkelders niet en ook een deel waar klein puin was neergelegd is niet vrijgegeven. Het ging om uitgezeefde grond/klein puin die was vrijgekomen bij de sanering (in het rapport met blauwe kleur aangegeven).
2.11.
Namens [partij bedrijf] is daarop telefonisch contact opgenomen met Plentas. Bij e-mail van 21 juli 2023 heeft [naam 2] van Plentas aan [naam 3] van [partij bedrijf] uitleg gegeven over het werkgebied dat nog in het lint staat. [1] Volgens [naam 2] gaat het om uitgezeefde grond die is vrijgekomen bij de sanering. Dat is bij de visuele inspectie van 20 juli 2023 niet vrijgegeven. De reden daarvoor is dat dit niet inspecteerbaar was. [naam 2] schrijft dat hij RK Groep en [partij bedrijf] hiervoor al had gewaarschuwd.
2.12.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben op 24 juli 2023 een ander inspectiebedrijf (Eurofins ACMAA) gevraagd een inspectie te doen. Eurofins ACMAA is op 24 juli 2023 op de locatie geweest maar de visuele inspectie is geannuleerd omdat er geen saneringsbedrijf op de locatie was.
2.13.
Daarna hebben RK Groep en [partij bedrijf] op 24 juli 2023 aan Plentas gevraagd om de vrijgave van de reeds gedane werkzaamheden te mailen, zodat zij verder konden. [naam 2] heeft dezelfde avond laten weten een factuur en de vrijgave te hebben gemaild.
2.14.
Op 25 juli 2023 om 15.01 uur heeft [naam 3] van [partij bedrijf] aan [naam 2] gemaild:
“Zojuist [naam 5] [2] gesproken en begreep van hem dat we voor de definitieve vrijwaring een container/schoftruime van de saneerder moeten hebben staan waarbij het gebied in de linten gezet horen te worden incl. werkplan, anders mogen ze de vrijgave niet afgeven.
Dit is iets wat ik niet weet en ook kolder vind, maar blijkbaar is dat zo, en dit is iets wat jij ook hoort te weten.
Ik begreep dat jij hier niet aan mee wilde werken en zijn daarom dan genoodzaakt om dit via een andere saneerder te doen en zullen deze kosten dan ook in mindering moeten brengen op de door jullie gestuurde factuur.
Mocht je van gedachten veranderen dan hoor ik het graag voor morgenochtend 9 uur.”
2.15.
[naam 2] van Plentas reageerde:
“De mail van 25 juli om 15.01 uur betwist ik.
Ik zal hier op terug komen.”
2.16.
[naam 3] reageerde op 26 juli om 20.41 uur:
“Vandaag niets vernomen.
Zou jammer zijn als er onnodige kosten gemaakt worden voor alleen het plaatsen van een container.”
2.17.
Eerder die dag hadden RK Groep en [partij bedrijf] aan het bedrijf [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ) gevraagd de sanering af te maken.
2.18.
De termijn waarbinnen het perceel moest zijn gesaneerd is door de Omgevingsdienst Twente nogmaals verlengd. Op 19 september 2023 is een hercontrole uitgevoerd. Daarbij is geconstateerd dat de asbestverontreiniging op het perceel is verwijderd door een daartoe gecertificeerd bedrijf en dat het met asbest verontreinigde gebied is vrijgegeven. De overtreding waarvoor de last onder dwangsom was opgelegd is daarmee beëindigd.
Facturen en correspondentie
2.19.
Plentas heeft op 24 juli 2023 een factuur aan RK Groep en [partij bedrijf] gestuurd ad € 7.029,25, op 9 augustus 2023 een factuur ad € 3.406,39 en op 18 oktober 2023 een factuur ad € 514,25 (alles inclusief btw).
2.20.
Bij e-mail van 29 augustus 2023 hebben RK Groep en [partij bedrijf] Plentas geschreven dat zij haar formeel op de hoogte stellen van een tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van 5 juli 2023. De door Plentas geleverde diensten voldoen niet aan wat was afgesproken. De tekortkoming heeft geleid tot aanzienlijke schade. RK Groep en [partij bedrijf] behouden zich het recht voor om de openstaande facturen van 24 juli 2023 en 9 augustus 2023 te verrekenen met het bedrag van de schade.
2.21.
Plentas heeft gevraagd om overleg over de facturen. Daar zijn RK Groep en [partij bedrijf] niet op ingegaan.
Op 21 november 2023 heeft de incassogemachtigde van Plentas RK Groep en [partij bedrijf] in gebreke gesteld ten aanzien van de openstaande drie facturen en hen gesommeerd het openstaande bedrag met rente en kosten te voldoen.
De gemachtigde van RK Groep en [partij bedrijf] heeft bij brieven van 22 november 2023 en 4 december 2023 gereageerd en betaling van de hand gewezen. Voor zover nodig doen RK Groep en [partij bedrijf] daarbij een beroep op opschorting, opschorting ter verrekening en verrekening met de betalingsverplichtingen van Plentas.
2.22.
Plentas heeft op 8 februari 2024 een dagvaarding uitgebracht.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
Plentas vordert - samengevat – dat RK Groep en [partij bedrijf] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, worden veroordeeld:
1. om aan Plentas de som van € 12.363,38, te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente na 24 januari 2024 over de gehele hoofdsom, tot aan de dag van algehele voldoening, en
2. in de kosten van het geding, het salaris van de gemachtigde en de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente als deze kosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan.
3.2.
Plentas onderbouwt haar vorderingen als volgt.
Het gevorderde bedrag bestaat uit de hoofdsom van de drie niet-betaalde facturen ad € 10.949,89, wettelijke handelsrente tot en met 24 januari 2024 en buitengerechtelijke incassokosten ad € 884,50.
RK Groep en [partij bedrijf] dienen de facturen te voldoen. Het is aan hen zelf te wijten dat het perceel op 20 juli 2023 niet geheel vrijgegeven kon worden, Plentas had hen gewaarschuwd dat dit deels niet-inspecteerbaar zou zijn. De “schade” die zij stellen te hebben, hebben zij zelf veroorzaakt.
3.3.
RK Groep c.s. voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijk verklaring van Plentas dan wel afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van Plentas in de kosten van de procedure. Kort samengevat is er volgens RK Groep en [partij bedrijf] sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De prestatie die Plentas heeft verricht is minder waard dan zij heeft gefactureerd. De openstaande facturen hoeven zij daarom niet te betalen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
In reconventie
3.5.
RK Groep en [partij bedrijf] vorderen - samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • voor recht verklaart dat de overeenkomst tussen RK Groep en [partij bedrijf] en Plentas gedeeltelijk buitengerechtelijk is ontbonden, althans deze overeenkomst gedeeltelijk ontbindt,
  • Plentas veroordeelt tot betaling aan RK Groep en [partij bedrijf] van in totaal € 12.832,94, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van ontbinding, zijnde 26 juli 2023, tot de dag der algehele voldoening,
  • Plentas veroordeelt tot betaling aan RK Groep en [partij bedrijf] van een bedrag van € 903,33 aan buitengerechtelijke incassokosten,
  • Plentas veroordeelt in de (na)kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.6.
RK Groep en [partij bedrijf] verwijzen voor de onderbouwing naar hun verweer in conventie. Door de toerekenbare tekortkoming van Plentas waren RK Groep en [partij bedrijf] genoodzaakt de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden. Voor het deel van de overeenkomst dat wel is verricht, zijn RK Groep en [partij bedrijf] een vergoeding voor de waarde daarvan verschuldigd. Deze is echter lager dan het reeds betaalde bedrag. Het deel dat zij teveel hebben betaald, vorderen zij in reconventie terug.
Daarnaast hebben RK Groep en [partij bedrijf] schade geleden. Ook die wordt in reconventie gevorderd.
3.7.
Plentas heeft verweer gevoerd. Zij concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van RK Groep en [partij bedrijf] dan wel afwijzing van hun vorderingen, met veroordeling van RK Groep en [partij bedrijf] in de kosten van de procedure.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie
Procesrechtelijk, buiten behandeling laten stukken van Plentas
4.1.
Na de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van RK Groep en [partij bedrijf] , is Plentas in de gelegenheid gesteld om een conclusie van antwoord in reconventie nemen. Plentas heeft daarop echter op 2 juli 2024 ook een conclusie van repliek overgelegd. De conclusie van antwoord in reconventie bestond vervolgens enkel uit een verwijzing naar de repliek.
Ter zitting is afgesproken dat RK Groep en [partij bedrijf] daarom nog een conclusie van dupliek mocht nemen.
Nadat RK Groep en [partij bedrijf] dat hadden gedaan, is Plentas in de gelegenheid gesteld om nog te reageren op de daarbij overgelegde producties. Plentas heeft zich echter wederom niet daartoe beperkt, maar een “akte uitlating conclusie van dupliek” genomen waarin de conclusie van dupliek van RK Groep en [partij bedrijf] is besproken. Dit is in strijd met het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en met het procesreglement. De kantonrechter zal deze dan ook alleen betrekken bij haar beoordeling voor zover wordt gereageerd op de producties bij de conclusie van dupliek, en deze voor het overige buiten beschouwing laten.
Gezamenlijk behandeling
4.2.
Het verweer in conventie en de vordering in reconventie vloeien uit elkaar voort. De conventie en de reconventie kunnen daarom gezamenlijk worden behandeld.
Vordering Plentas en verweer RK Groep en [partij bedrijf]
4.3.
Plentas vordert betaling van openstaande facturen. Het bedrag dat nog openstaat is € 10.949,89.
4.4.
RK Groep en [partij bedrijf] voeren aan dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van 5 juli 2023. De opdracht was: het saneren van het perceel conform het rapport van [bedrijf 1] zodat het perceel kon worden vrijgegeven. Daar heeft Plentas niet aan voldaan. De werkzaamheden zijn niet naar behoren uitgevoerd, het werk is niet opgeleverd en er is teveel in rekening gebracht.
RK Groep en [partij bedrijf] noemen een aantal factoren waaruit naar hun mening volgt dat er sprake is van een tekortkoming.
Vanwege de toerekenbare tekortkoming wilden RK Groep en [partij bedrijf] de overeenkomst gedeeltelijk ontbinden. Een ontbinding betekent dat er ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan. Voor zover de prestatie al is uitgevoerd, kan ongedaanmaking niet meer, en treedt daarvoor een waardevergoeding in de plaats.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben uitgerekend dat de waarde van het door Plentas verrichte werk een bedrag van € 6.801,67 incl. btw vertegenwoordigt.
Dat betekent dat RK Groep en [partij bedrijf] , door de factuur van 17 juli 2023 te betalen, al € 3.981,79 teveel hebben voldaan. Dit bedrag vorderen zij in reconventie terug. Dit betekent ook dat zij de openstaande facturen niet hoeven te voldoen.
Daarnaast hebben RK Groep en [partij bedrijf] extra kosten moeten maken door de tekortkoming van Plentas. Het gaat om € 8.851,15. Ook dit bedrag vorderen zij in reconventie terug, zodat de totale reconventionele vordering uitkomt op 12.832,94.
Tekortkoming en ontbinding
4.5.
De kantonrechter begrijpt het standpunt van RK Groep en [partij bedrijf] aldus dat zij stelt dat Plentas is tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst, onder andere omdat zij niet volgens het rapport van [bedrijf 1] heeft gesaneerd. Volgens dat rapport had het asbest via “handpicking” verwijderd moeten worden en had er geen grond gezeefd moeten worden. Nu Plentas dat toch heeft gedaan en de gezeefde grond niet via “handpicking” verder wilde saneren, kon het perceel niet vrijgegeven worden, aldus RK Groep en [partij bedrijf] . Ook heeft Plentas het werk niet opgeleverd en had ze geen werkplan gemaakt.
4.6.
De kantonrechter overweegt dat het standpunt dat Plentas geen werkplan had gemaakt, onvoldoende is onderbouwd. Uit het rapport van Find Inspecties volgt dat er een werkplan op het werk aanwezig was. Het feit dat dit werkplan niet is overgelegd, komt hierna aan de orde (r.o. 4.29).
Ten aanzien van de andere verwijten overweegt de kantonrechter het volgende.
Rapport [bedrijf 1]
4.7.
heeft een asbestinventarisatie uitgevoerd van het maaiveld en van het schuurtje op de locatie [adres 2] . Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een vooronderzoek (deskresearch), visuele inspectie en monsterneming en analyse. Er zijn vier materiaalmonsters van asbestverdachte materialen genomen.
Op het maaiveld van de onderzoekslocatie en in/aan het schuurtje heeft [bedrijf 1] de volgende asbesthoudende materialen aangetroffen. Achter de materialen staat de risicoklassen voor verwijdering van de materialen weergegeven.
Maaiveld:
- losse kokers op het maaiveld (abm/101 [3] ), risicoklasse 2A; [4]
  • losse stukken plaat op het maaiveld (abm/102), risicoklasse 2;
  • platen als verloren bekisting onder de restanten vloer op de locatie (103), risicoklasse 2,
  • de koker onder de restanten van de vloer (104), risicoklasse 2A;
  • de stukken golfplaat en vlakke plaat tussen het puin (abm/105), risicoklasse 2;
  • de stukken golfplaat op/in het maaiveld (106), risicoklasse 2;
  • de losse kokers op het maaiveld (107), risicoklasse 2A;
  • de losse koker op het maaiveld (108), risicoklasse 2A.
Schuur:
- geen asbesthoudend materiaal aangetroffen.
In het rapport staat verder:
“De asbesthoudende materialen dienen voorafgaand aan renovatie van het materiaal of eventuele sloop te worden verwijderd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf.
Tijdens de uitgevoerde inspectie zijn verspreid over het maaiveld stukken golfplaat en vlakke plaat en kokers aangetroffen. De locatie is hierop afgezet met asbestlint. De locatie mag niet meer worden betreden (zonder gebruikmaking van asbestgerelateerde persoonlijke beschermingsmiddelen) en het gehele maaiveld te beschouwen als verontreinigd met asbest.
Geadviseerd wordt om de stukken golfplaat en vlakke plaat en de kokers door middel van handpicking te laten verwijderen. [5]
Verder wordt geadviseerd om de restanten van de vloer op de locatie onder asbestcondities te verwijderen. [6]
(…)
Tijdens de inventarisatie zijn diverse stukken asbesthoudend materiaal (plaatmateriaal en kokers) aangetroffen op het maaiveld van de onderzoekslocatie. Het is mogelijk dat ook asbesthoudend materiaal in de bodem aanwezig is. Dit kon tijdens de inventarisatie niet worden vastgesteld. Geadviseerd wordt om een onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem conform NEN 5707 uit te voeren
nadatde asbesthoudende materialen op het maaiveld zijn gesaneerd.
Ondanks de zorgvuldige uitvoering van de inventarisatie kan het niet worden uitgesloten dat tijdens de uitvoering van (sloop- en/of sanerings-)werkzaamheden asbesthoudende materialen worden aangetroffen die niet in de rapportage van de uitgevoerde asbestinventarisatie staan vermeld.
Indien tijdens de uitvoering van (sloop- en/of sanerings-)werkzaamheden asbestverdachte materialen worden aangetroffen die niet in onderhavige rapportage worden vermeld, dienen de werkzaamheden direct te worden gestaakt en een aanvullend asbestonderzoek te worden uitgevoerd.”
Door Plentas uitgevoerde werkzaamheden.
4.8.
Plentas heeft asbesthoudende materialen verzameld en afgevoerd. Volgens de facturen van Plentas is er in totaal 60,72 ton asbesthoudend materiaal afgevoerd.
Plentas heeft, zo begrijpt de kantonrechter, (daartoe of daarnaast) grond gezeefd. De uitgezeefde grond (puin) is bij elkaar geplaatst. [7] Dat het om puin gaat volgt ook uit de weegbonnen van dit later afgevoerde puin (productie 32).
Namens RK Groep en [partij bedrijf] is tegen [naam 2] van Plentas gezegd dat deze gezeefde grond verder moest worden uitgesorteerd middels handpicking. [8]
Volgens Plentas kon dat niet. Als er meer gesorteerd zou worden, zou het afval niet inspecteerbaar zijn. De laborant zou over dit klein uitgesorteerde afval gaan vallen en waarschijnlijk niet vrijgeven. De kantonrechter begrijpt dat het standpunt van Plentas was dat alles wat ze bij elkaar had gelegd na het zeven, afgevoerd moest worden als asbesthoudend materiaal.
RK Groep en [partij bedrijf] stemde daar kennelijk niet mee in en Plentas heeft het perceel daarop laten inspecteren zoals het er op dat moment bij lag, waarop de inspecteur inderdaad het deel waar de uitgezeefde grond/klein puin lag, niet heeft vrijgegeven. Dat gold overigens ook voor de restanten van de mestkelders. Deze zijn ook niet vrijgegeven. [9]
4.9.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Plentas uitgelegd dat het onder meer ging om vermengd zand en puin en asbest, en dat dit er niet handmatig uitgehaald kan worden. Het asbest was vervuild met zand, waardoor het niet zichtbaar is en de kleine delen asbest niet meegenomen konden worden. Het is daarom niet-inspecteerbaar. Ook de mestputten zijn niet vrijgegeven. Dat komt omdat er beton is gestort over het asbest heen. Dit is puin met onlosmakelijk verbonden asbest.
Vervolg
4.10.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben Plentas op 25 juli 2023 gevraagd een container/schaftruimte van de saneerder (Plentas) op het gebied te zetten zodat het gebied alsnog kan worden vrijgegeven. Plentas is daar kennelijk niet op in gegaan.
4.11.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben [bedrijf 2] gevraagd de sanering voort te zetten/af te ronden. Deze heeft de werkzaamheden op 19 september 2023 uitgevoerd en/of afgerond. Daarbij is 10 kg. asbesthoudend materiaal afgevoerd. Het gebied is op 19 september 2023 vrijgegeven door een laborant en hergecontroleerd door de Omgevingsdienst Twente.
Is er sprake van een tekortkoming in de nakoming?
4.12.
Voor zover RK Groep en [partij bedrijf] stellen dat het niet meewerken aan de inspectie op 25 juli 2023 aangemerkt moet worden als tekortkoming, volgt de kantonrechter hen daarin niet. Kennelijk was het door Find Expertise geïnspecteerde deel al vrijgegeven (zie r.o. 2.13) en zou het gedeelte waar het uitgezeefde puin lag, ook op 25 juli 2023 niet vrijgegeven kunnen worden. Anders zou [bedrijf 2] immers geen werk meer hebben hoeven doen. Uit het rapport van Eurofins ACMAA blijkt ook slechts dat de inspectie is geannuleerd omdat er geen saneringsbedrijf op de locatie aanwezig was en niet dat, als er wel een saneringsberdrijf aanwezig was, het wel goedgekeurd zou worden.
4.13.
De wijze van saneren en het niet willen meewerken aan verder handmatig uitsorteren van het apart gelegde klein puin (handpicking) is naar het oordeel van de kantonrechter wel een tekortkoming in de nakoming.
4.14.
Partijen zijn overeengekomen dat Plentas zou saneren conform het rapport [bedrijf 1] (zie r.o. 2.6 en productie 8). De wijze van saneren zoals Plentas die kennelijk heeft uitgevoerd is niet in overeenstemming met het rapport van [bedrijf 1] . Daarin staat immers dat het perceel gesaneerd moet worden via handpicking. [bedrijf 1] heeft specifiek aangeduide asbesthoudende onderdelen benoemd die kennelijk op deze manier verwijderd konden worden. Door grond te zeven, heeft Plentas niet het rapport van [bedrijf 1] gevolgd.
4.15.
Plentas heeft aangevoerd dat saneren via alleen handpicking niet kon, althans in strijd met milieueisen zou zijn. Door alleen via handpicking te werken zou er klein en/of vermengd asbest achterblijven. Plentas wil daar niet aan meewerken.
4.16.
De kantonrechter overweegt dat deze houding op zichzelf natuurlijk te prijzen is, maar het is niet in overeenstemming met de tussen partijen gemaakte afspraak. Indien Plentas meende dat de wijze waarop [bedrijf 1] adviseerde het perceel te saneren onjuist was en/of zij meer asbest had aangetroffen, had zij, conform dat rapport, de sanering stil moeten leggen en een aanvullend onderzoek moeten laten doen.
4.17.
Er is dus sprake van een tekortkoming in de nakoming en deze rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter een (gedeeltelijke) ontbinding als bedoeld in artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het werk is immers niet afgemaakt en ook niet conform de overeenkomst uitgevoerd.
Ontbinding
4.18.
Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen de e-mail van 25 en 26 juli 2023 niet als een ontbinding in de zin van artikel 6:265 BW worden aangemerkt. RK Groep en [partij bedrijf] zeggen immers niet dat zij de overeenkomst ontbinden, beëindigen of woorden van dergelijke strekking. Nu zij (subsidiair) vorderen dat de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk ontbindt, is die vordering wel toewijsbaar. Niet in discussie is dat deze overeenkomst op 5 juli 2023 (mondeling zo begrijp de kantonrechter) gesloten. [10]
Gevolgen van de ontbinding
4.19.
Bij ontbinding (ook bij gedeeltelijke ontbinding) ontstaan ongedaanmakings-verplichtingen (artikel 6:271 BW). Dat deel dat is ontbonden is immers onterecht verricht en moet worden teruggedraaid. Voor zover dat niet kan, moet voor dat deel een vergoeding van de waarde worden betaald (artikel 6:272, lid 1, BW).
4.20.
Het werk dat Plentas wel heeft verricht, kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Voor die werkzaamheden zijn RK Groep en [partij bedrijf] dus een vergoeding van de waarde van die werkzaamheden verschuldigd.
4.21.
Volgens RK Groep en [partij bedrijf] bedraagt die waardevergoeding niet het bedrag dat Plentas in rekening heeft gebracht voor de wel door haar verrichte werkzaamheden (het bedrag van de vier facturen die zij aan RK Groep en [partij bedrijf] heeft verstuurd. RK Groep en [partij bedrijf] stellen dat Plentas voor de wel verrichte werkzaamheden teveel in rekening heeft gebracht. Daarnaast stellen zij dat zij door de toerekenbare tekortkoming schade hebben geleden. Deze willen zij ook vergoed zien. De kantonrechter overweegt daarover het volgende.
Teveel in rekening gebrachte kosten.
4.22.
Plentas heeft volgens RK Groep en [partij bedrijf] teveel kosten in rekening gebracht voor gewerkte uren en als asbesthoudend afgevoerd puin.
Gewerkte uren
4.23.
RK Groep en [partij bedrijf] stellen dat Plentas haar verkeerd heeft voorgelicht wat betreft het maximaal aantal uren dat er per dag gewerkt mag worden. Het klopt dat er om de twee uur een uur pauze moet worden genomen, maar in dat uur had ander werk, buiten het asbestgebied, gedaan kunnen worden. Er zijn volgens RK Groep en [partij bedrijf] dus 25% teveel werkuren in rekening gebracht want er is 8 uur in rekening gebracht terwijl er 6 uur per dag werd gewerkt. Het gaat om € 1.706,86.
4.24.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Plentas uitgelegd wat zij in dat uur dat er niet in het asbestgebied mag worden gewerkt, allemaal doet. De dag begint met twee uur werken. Daarna moet de medewerker in de deco-unit douchen, in de volgende ruimte drogen en schoonmaken en dan mag hij uit de deco-unit. Daarna moet de medewerker de spullen klaarzetten voor de volgende shift en de administratie doen. Dan heeft de medewerker pauze. Om 11 uur begint dan de volgende shift. Zo worden er drie shifts van twee uur per dag gemaakt.
4.25.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Plentas voldoende aangetoond dat zij 8 uur per dag werkzaamheden ten behoeve van de sanering uitvoert en mag zij die 8 uur per dag in rekening brengen.
Afgevoerd asbest
4.26.
Blijkens de facturen heeft Plentas 60,72 ton (60.720 kg) asbesthoudend materiaal afgevoerd van het terrein.
Voor dit afvoeren is, conform de afspraak, € 180,00 per ton in rekening gebracht. In totaal derhalve € 10.929,60 exclusief btw (€ 13.224,82 inclusief btw).
4.27.
RK Groep en [partij bedrijf] voeren aan dat Plentas veel te veel materiaal als asbesthoudend heeft afgevoerd.
Dat volgt uit het feit dat Plentas de ruim 30 ton klein (uitgezeefd) puin dat bij de eerste inspectie nog in het lint stond, allemaal had willen afvoeren als asbesthoudend. [bedrijf 2] heeft uit deze 30 ton uiteindelijk 10 kg asbest via handpicking gehaald en afgevoerd (productie 32). Het overige materiaal is als gewoon puin afgevoerd (ook productie 32). In deze 30 ton zat dus slechts 0,00033% asbest. Plentas had deze hele hoeveelheid als asbesthoudend willen afvoeren.
Het is volgens RK Groep en [partij bedrijf] aannemelijk dat ook een heel groot deel van de wel afgevoerde 60,72 ton geen asbest bevatte. Uitgaande van naar schatting 90% heeft Plentas € 11.902,34 (inclusief btw) teveel in rekening gebracht.
Dat er teveel is afgevoerd onderbouwen RK Groep en [partij bedrijf] ook door te verwijzen naar het rapport van [bedrijf 1] waar in tabel 1 (overzicht asbesthoudende materialen) veel lagere hoeveelheden aangetroffen asbest staan vermeld, en naar de verklaring van [naam 4] (productie 66) waarin hij een inschatting geeft van het destijds door [bedrijf 1] aangetroffen asbest. Volgens [naam 4] gaat het om ongeveer 6.390 kg. Dit bevestigt volgens RK Groep en [partij bedrijf] dat Plentas ongeveer 90% teveel heeft afgevoerd.
Tijdens de mondelinge behandeling is daaraan toegevoegd dat medewerkers van RK Groep en [partij bedrijf] zelf hebben gezien dat er niet alleen asbest in de container ging maar ook ander spul zoals bijvoorbeeld pvc-buizen. Ze konden dat echter niet goed controleren omdat de zakken werden dichtgeritst en zij er niet bij mochten.
4.28.
Plentas heeft voor haar verweer verwezen naar hetgeen zij heeft gesteld ten aanzien van het al dan niet kunnen vrijgeven van het deel dat nog in het lint stond. Dit was allemaal asbest-verdacht materiaal. Het was asbest vermengd met zand en gruis en mest, dat is niet via handpicking te verwijderen.
Dat [bedrijf 2] er via handpicking wel 10 kg asbest uit heeft gehaald, zegt niet dat er niet meer asbest in zat. Door deze gang van zaken hebben RK Groep en [partij bedrijf] ervoor gezorgd dat er asbest in het milieu terecht is gekomen.
In haar reactie op de verklaring van [naam 4] (productie 66) heeft Plentas aangevoerd dat het bevoegd gezag, die de sanering volgde, akkoord was met de werkwijze van Plentas. Verder stelt zij:
“Als asbestsaneringbedrijf is de bevoegdheid tot sanering de toplaag, dit is 5 cm van de bovenkant bodem. De oppervlakte voor sanering was rond de 3500 m2 x 5 cm toplaag x soortelijk gewicht van 2 zand, puin mest) kom je uit op een gewicht van 360 ton komt nog bij hoeveelheid verontreinigd zand puin en –
Totaal al snel 400 tot 500 ton gewicht.
Hieruit blijkt dat Plentas de minimale hoeveelheden heeft afgevoerd.”
4.29.
De kantonrechter overweegt het volgende.
Plentas heeft niet (althans niet heel duidelijk/niet kenbaar) aangevoerd dat de 60,72 ton afgevoerd materiaal, allemaal asbesthoudend was, en waar dat uit blijkt. Zij heeft slechts betwist dat er van de 30 ton overgebleven klein puin slechts 10 kg asbesthoudend was.
4.30.
Wel is namens Plentas tijdens de mondelinge behandeling gezegd dat het terrein één groot asbestdepot was. Zij heeft eerst de grote brokken asbest eruit heeft gehaald via handpicking. Maar vast staat dat er ook is gezeefd. Volgens Plentas mocht zij van de hele oppervlakte 5 cm van de toplaag afgraven. Of dat is gebeurd, blijkt niet.
4.31.
Wat Plentas precies heeft gedaan en hoe zij de werkzaamheden precies heeft uitgevoerd, blijft onduidelijk. Hier wreekt zich dat Plentas geen werkplan heeft overgelegd en in het geding heeft gebracht, hoewel RK Groep en [partij bedrijf] daar wel om hebben gevraagd.
4.32.
De kantonrechter kan daarom niet anders dan concluderen dat Plentas het standpunt van RK Groep en [partij bedrijf] dat er teveel is afgevoerd als asbesthoudend materiaal, onvoldoende onderbouwd heeft betwist. Tegenover de hoeveelheden genoemd in het asbestinventarisatierapport van [bedrijf 1] en de verklaring van [naam 4] is onvoldoende ingebracht.
4.33.
Het wel gevoerde verweer tegen het standpunt dat Plentas ten onrechte 30 ton puin als asbesthoudend had willen afvoeren, heeft de kantonrechter al beoordeeld (zie r.o. 4.14. en 4.16). Deze werkwijze is niet in overeenstemming met het asbestinventarisatierapport. Plentas had hier inderdaad meer af willen voeren dat op basis van de overeenkomst tussen partijen gerechtvaardigd was.
4.34.
Voor zover Plentas inderdaad een deel van de toplaag heeft afgegraven en er daarom 60,72 ton is afgevoerd, is deze wijze van werken evenmin in overeenstemming met het asbestinventarisatierapport. Daar staat immers in dat wordt geadviseerd het maaiveld via handpicking van de asbest te ontdoen. Ook hier geldt dat als Plentas meende dat dit geen juiste werkwijze was, en/of dat er meer asbest aanwezig was dan in het asbestinventarisatierapport stond aangegeven, zij dat had moeten melden. Er had dan een aanvullend onderzoek gedaan moeten worden.
Nu heeft zij dat kennelijk op eigen houtje gedaan, maar dat is niet in overeenstemming met de opdracht (sanering conform het asbestinventarisatierapport).
4.35.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben een schatting gemaakt van de volgens hen teveel afgevoerde hoeveelheden en komen op 90%.
Naar het oordeel van de kantonrechter is dit percentage te hoog. Dat er bij daadwerkelijke sanering (iets) meer wordt gevonden dan bij de (visuele) inventarisatie tijdens het onderzoek van [bedrijf 1] is gezien, is aannemelijk. Dat blijkt ook uit de foto’s de Plentas heeft overgelegd (productie 41) waarop volgens Plentas brokken asbest te zien zijn die niet vallen onder de inventarisatie uit het rapport van [bedrijf 1] , hetgeen door RK Groep en [partij bedrijf] niet is betwist. Ook dat er zekerheidshalve onduidelijke stukken als asbesthoudend worden aangemerkt, is op zichzelf voorstelbaar en gelet op het uiteindelijke doel van asbestsanering (veiligheid voor mens en milieu) niet persé onjuist. Maar dat er teveel is afgevoerd, althans dat dit juridisch moet worden aangenomen, staat wat de kantonrechter betreft vast.
De kantonrechter komt schattenderwijs op een percentage van 75% dat teveel is afgevoerd.
Dat betekent dat van de € 13.224,82 (inclusief btw) voor afvoer asbesthoudend materiaal, een bedrag van € 9.918,62 (inclusief btw) teveel in rekening is gebracht.
Tussenconclusie ten aanzien van het standpunt dat Plentas teveel in rekening heeft gebracht.
4.36.
De vier facturen van Plentas komen in totaal op € 21.733,35.
Plentas heeft teveel in rekening gebracht een bedrag van € 9.918,62.
Aan Plentas komt in beginsel dus een bedrag toe van € 11.814,73.
Schade
4.37.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben daarnaast aangevoerd dat zij door de handelwijze van Plentas schade hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit drie onderdelen.
Factuur [bedrijf 2] ad € 2.619,65
4.38.
[bedrijf 2] heeft de 30 ton klein puin die nog in het lint stond via handpicking en met behulp van een kraan met overdruk uitgesorteerd. Daarna heeft een tweede inspectie door een laborant plaatsgevonden. De factuur die [bedrijf 2] hiervoor aan RK Groep en [partij bedrijf] heeft gestuurd bedraagt € 2.619,65, inclusief btw.
4.39.
Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen de kosten voor de werkzaamheden van [bedrijf 2] niet worden aangemerkt als schade. Als Plentas de werkzaamheden had uitgevoerd zoals was overeengekomen, zou zij deze hoeveelheid klein puin die nog niet was gesorteerd ook via handpicking hebben moeten afvoeren en hadden RK Groep en [partij bedrijf] dit bedrag aan Plentas moeten betalen.
Alleen de kosten voor een tweede inspectie zijn extra kosten en hadden niet gemaakt hoeven worden als Plentas conform de overeenkomst had gehandeld. Het gaat blijkens de factuur om € 365,00 (is € 441,65 inclusief btw).
Kosten Kruze Milieu ad € 3.617,90
4.40.
Na de sanering heeft een controle plaatsgevonden door Kruze Milieu. Op een gebied dat zij heeft aangeduid als MM FF 01 is daarbij een asbestconcentratie aangetroffen die hoger is dan de toetsingswaarde voor nader asbestonderzoek. Kruze Milieu heeft daarop nader onderzoek gedaan.
Volgens RK Groep en [partij bedrijf] zijn de kosten voor dit nader onderzoek schade die Plentas dient te vergoeden.
Zij voeren daarvoor aan dat Plentas er, in strijd met het asbestinventarisatierapport van [bedrijf 1] , voor heeft gekozen om grond uit te zeven waar asbest in zat. Dit heeft ertoe geleid dat asbest is gevonden in het gebied MM FF-01 (asbestgehalte hoger dan de toetsingswaarde), zodat er nader onderzoek nodig was om te bepalen of bodemsanering noodzakelijk was. De kosten voor dit nadere bedragen € 3.617,90 inclusief btw.
4.41.
De kantonrechter overweegt het volgende. Uit het (deels) overgelegde rapport van Kruze Milieu (productie 38) volgt dat het gebied waar een hogere concentratie asbest is aangetroffen (gebied MM FF-01) het gebied is waar een schuur stond en mestkelders waren.
Dit is een ander gebied dan het gebied waar Plentas het uitgezeefde klein puin had neergelegd. Het deel met de mestkelders was bij de inspectie op 20 juli 2023 door Find Inspecties ook al niet vrijgegeven. Waarom het destijds niet is vrijgegeven, blijkt niet uit het rapport van Find Inspecties.
Naar het oordeel van de kantonrechter hebben RK Groep en [partij bedrijf] daarmee onvoldoende onderbouwd dat dit nadere onderzoek nodig was vanwege het uitzeven van grond door Plentas. Er is door RK Groep en [partij bedrijf] niet uitgelegd waarom de mestkelders niet vrijgegeven zijn door Find Expertises, terwijl Plentas hierover heeft gezegd dat asbest was vermengd met mest en dat er beton over mest en asbest was gestort. De mestputten waren niet inspecteerbaar.
Dat het niet is vrijgegeven vanwege het uitzeven van grond, en dat het aan de werkwijze van Plentas lag dat op deze plek nader onderzoek nodig was, blijkt dus niet.
Dit onderdeel kan niet worden toegewezen.
Factuur RK Groep ad € 2.613,60
4.42.
RK Groep en [partij bedrijf] stellen dat zij door het niet voltooien van de opdracht door Plentas zelf ook veel uren en kosten hebben moeten maken. Deze uren zijn met name gemaakt door het personeel van RK Groep. Met [partij bedrijf] is overeengekomen dat er een vergoeding zal worden betaald voor de gemaakte uren. Het gaat om € 2.613,60 inclusief btw (productie 40). Dit bedrag is slechts een deel van de werkelijke schade.
4.43.
Plentas heeft dit onderdeel niet kenbaar betwist. In haar “conclusie van repliek” verwijst zij wel naar alinea 50 van de conclusie van antwoord (waar bovenstaand standpunt van RK Groep en [partij bedrijf] is verwoord), maar dat is kennelijk een reactie op alinea 49 van de conclusie van antwoord.
4.44.
Nu dit onderdeel niet is betwist moet de kanontrechter ervan uitgaan dat RK Groep deze uren heeft gemaakt, dat dit het gevolg is van de toerekenbare tekortkoming van Plentas en dat [partij bedrijf] deze factuur heeft voldaan. In dat geval is sprake van schade die voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 6:74 BW).
Tussenconclusie met betrekking tot gestelde schade
4.45.
Uit het bovenstaande volgt dat RK Groep en [partij bedrijf] voor een bedrag van (€ 441,65 + € 2.613,60 =) € 3.055,25 aan schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt.
Eindconclusie
4.46.
Uit al het voorgaande volgt dat de
reconventionelevordering van RK Groep en [partij bedrijf] tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst tussen partijen toewijsbaar is.
De waarde van hetgeen Plentas heeft verricht is € 11.814,73 (r.o. 4.36). Daarnaast dient Plentas aan RK Groep en [partij bedrijf] een schade van € 3.055,25 te vergoeden (r.o. 4.45). Dan blijft er, na aftrek van laatstgenoemd bedrag € 8.759,48 (inclusief btw) over dat aan Plentas toekomt.
RK Groep en [partij bedrijf] hebben betaald: € 10.783,64. Dat is meer dan het bedrag dat overblijft aan waardevergoeding na ontbinding minus schadevergoeding. Het verschil is € 2.024,16.
Dat betekent dat de vordering in
conventieniet toewijsbaar is. RK Groep en [partij bedrijf] hoeven immers niets meer te betalen. De nevenvordering zijn daarmee ook niet toewijsbar.
De vordering in
reconventieis deels toewijsbaar: slechts tot een bedrag van € 2.024,16.
Hetgeen partijen verder nog hebben aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden.
4.47.
Over het toewijsbare bedrag zal de kantonrechter de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW – en niet de gevorderde handelsrente ex artikel 6:119a BW, want het betreft een ongedaanmakingsverbintenis dan wel schadevergoeding – toewijzen. De kantonrechter zal deze rente toewijzen vanaf de datum van het vonnis, nu de ontbinding pas bij dit vonnis wordt uitgesproken en (bovendien) niet (voldoende) concreet en onderbouwd is gesteld wanneer de schade is geleden.
4.48.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn niet toewijsbaar. Niet (voldoende) gesteld of gebleken is welke werkzaamheden voorafgaand aan deze procedure (“buitengerechtelijk” dus) zijn verricht ter voldoening van de vordering van RK Groep en [partij bedrijf] .
Proceskosten
4.49.
Plentas is in conventie in het ongelijk gesteld en in reconventie voor het grootste deel. Zij moet daarom de proceskosten in conventie en in reconventie (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van RK Groep en [partij bedrijf] worden begroot op:
- salaris gemachtigde conventie € 1.218,00 (3 punten x liquidatietarief € 406,-).
- salaris gemachtigde reconventie € 306,00 (3 punten x liquidatietarief € 204,- x 0,5)
- nakosten
€ 135,00
Totaal € 1.659,00
De wettelijke rente over de (na)kosten wordt toegewezen op de wijze zoals vermeld onder de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
5.1.
wijst het gevorderde af.
In reconventie
5.2.
ontbindt de tussen partijen gesloten overeenkomst van 5 juli 2023 gedeeltelijk, en wel voor dat deel dat de overeenkomst niet en/of niet juist is uitgevoerd;
5.3.
veroordeelt Plentas om aan RK Groep en [partij bedrijf] te betalen een bedrag van € 2.024,16, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
In conventie en in reconventie
5.5.
veroordeelt Plentas in de proceskosten van € 1.659,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Plentas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis wat betreft de onderdelen 5.3 en 5.4 uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Bottenberg-van Ommeren en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2025.

Voetnoten

1.Dat betekent het gebied waar nog asbesthoudend materiaal ligt en is afgezet met asbest-lint en dat niet was vrijgegeven door Find Inspecties (het blauwe gebied).
2.Dit is [naam 5] , bestuurder van RK Groep.
3.Abm betekent: asbesthoudend materiaal, / 101 is het nummer van het materiaal; per nummer is het materiaal op asbest onderzocht.
4.De risicoklassen bestaan uit klasse 1 (laag risico op blootstelling bij werkzaamheden met asbest), 2 (midden risico) en 2A (hoog risico).
5.Ook onder tabel 1 (de uitkomsten van de analyse van het abm 101 tot en met 108) staat dat geadviseerd wordt om de stukken golfplaat en vlakke plaat en de kokers (dat zijn abm 101, 102, 105, en 106) door middel van handpicking te verwijderen. Hetzelfde geldt voor abm 107 en 108 omdat daarvoor in de tabel wordt verwezen naar abm 101 en 102.
6.Onder tabel 1 staat wat betreft abm 103 en 104 dat wordt geadviseerd de restanten van de vloer op de locatie onder asbestcondities te verwijderen.
7.Op de luchtfoto/tekening die is opgenomen in het inspectierapport van Find Inspecties (productie 21, pagina 3), is dat het blauw gekleurde deel. Dit staat “in het lint”, zie ook noot 1.
8.Dit blijkt uit de reactie daarop van [naam 2] (productie 3).
9.Zie pagina 1 van het certificaat visuele eindcontrole onder “visuele inspectie”: “Mestkelders en gebied met afgekeurd puin vallen buiten de vrijgave (zie tekening)”.
10.Deze datum volgt onder meer uit de e-mail van RK Groep c.s. aan Plentas van 29 augustus 2023, welke datum door Plentas niet is betwist.