9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders onder feit 1, feit 2 en feit is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 2, telkens het misdrijf: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 3, het misdrijf: het opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van seksuele aard van een persoon
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, feit 2 en feit 3 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer](feiten 1, 2 en 3) van een bedrag van
€ 3.025,00, bestaande uit € 25,00 materiële schade en € 3.000,00 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2021;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten 1, 2 en 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 3.025,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
40 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige materiële en immateriële deel van de vordering niet-ontvankelijk is, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
het in beslag genomen voorwerp
- gelast de teruggave van de iPhone 13 aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.G.J. Gehring, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2025.
Mr. R.G.J. Gehring is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland onderzoek ‘Splash’ met nummer ONRBC22060. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 1 augustus 2023, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2021 was ik samen met [slachtoffer] in de woning van [naam 1] in [plaats 1]. [slachtoffer] had gedronken. We zaten naast elkaar op de bank in de woonkamer. We hebben toen gezoend. Ik heb haar gevingerd. Ook heeft [slachtoffer] mij gepijpt. [naam 1] zat op dat moment ook in de woonkamer. Hij heeft gefilmd hoe [slachtoffer] mij pijpte. Ik ben daar op dat moment mee akkoord gegaan. Ik gaf hem een knikje. Als ik dat niet had gedaan, was het filmen nooit gebeurd. Uiteindelijk zijn we naar de schuur gegaan en daar heeft zij mij nog een keer gepijpt. Ik wist dat [slachtoffer] het in die periode moeilijk had. Zij had problemen thuis. Op 5 maart 2022 was ik samen met een vriend. Ik had met [slachtoffer] afgesproken. Zij is bij mij in de auto gestapt. Daar hebben we gezoend en heeft [slachtoffer] mij gepijpt. [naam 2] en [naam 3] zaten toen op de achterbank. [slachtoffer] had alcohol gedronken.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 29 augustus 2022 van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op p. 30-44:
Aangever
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2007.
Verklaring
A: De avond voor 23 oktober 2021 was ik aan het appen met [verdachte]. Hij vroeg of ik de volgende dag wilde langskomen. We hadden om 13:00 uur afgesproken bij het huis van [naam 1]. Ik ging op de bank zitten. [verdachte] zoende mij. Hij begon aan mij te zitten. Ik was [verdachte] aan het pijpen. Ik denk dat dat het moment was dat [naam 1] aan het filmen was. [verdachte] had het wel door en hij vertelde mij later dat [naam 1] dit gedaan had.
V: Op een gegeven moment zoende [verdachte] jou. Waar was dit en waar was [naam 1]?
A: Het was een hoekbank. [naam 1] zat in het midden in de hoek van de bank. [verdachte] en ik zaten in de andere hoek.
A: Hij had mij ook gevingerd.
A: Hij ging via de voorkant van mijn broek, met zijn vinger(s) in mijn vagina.
A: Ik voelde mij niet zo heel erg op mijn gemak. Het was overdag in de woonkamer, [naam 1] zat er bij.
A: Daarna heb ik hem gepijpt.
A: [verdachte] zei tegen mij:" Kom we gaan het schuurtje." Ik vond het allemaal prima en daar in het schuurtje heb ik het afgemaakt.
V: Wat gebeurde er in de schuur?
A: Het ging gewoon verder. Er zal vast nog eerst gezoend zijn. [verdachte] deed zijn broek omlaag. Hij deed mijn hoofd omlaag. Ik pijpte [verdachte]. [verdachte] stond en ik zat op mijn
knieën.
A: Ik voelde mij niet goed. Op dat moment dacht ik dat ik dronken was.
V: Je vertelde tijdens het informatieve gesprek ook dat [naam 1] een filmpje zou hebben gemaakt. Vertel eens.
A: Nou hij heeft mij gefilmd toen het gebeurde.
V: Wat filmde hij?
A: Dat ik [verdachte] pijpte.
V: Over wat er is gebeurd op 5 maart 2022, in de auto bij [verdachte] en [naam 2].
A: Toen was ik thuis gekomen met [naam 3] van een feestje. Ik had best wat gedronken. [verdachte] kwam met de auto naar mij en [naam 3] toe. Ik ben in de auto gestapt met [naam 3]. Ik zat nog steeds bij [verdachte] op schoot. [verdachte] en ik begonnen te zoenen. Enige momenten later ging [naam 2] bij [naam 3] achterin zitten. Ik ben toen op de passagiersstoel gaan zitten. Ik heb [verdachte] gepijpt.
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 4] van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op p. 140-156:
A: We waren bij mij thuis, [verdachte] en ik. [slachtoffer] belde naar [verdachte]. Ze vroeg om langs te komen bij mij. Ze is toen langsgekomen.
A: [slachtoffer] bij de penis van [verdachte]. Ik ben dat toen gaan filmen
A: Ik zag het hoofd van [slachtoffer] op en neer gaan en toen ben ik het gaan filmen.
A: Ik heb het filmpje gemaakt en het is opgeslagen.