10.De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat [verdachte] het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart [verdachte] strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt [verdachte] tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd die [verdachte] voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe tot een bedrag van
€ 3.184,51, bestaande uit € 184,51 materiële schade en € 3.000,00 immateriële schade;
- veroordeelt [verdachte] hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 3.184,51, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2024, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, [slachtoffer] (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt [verdachte] daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat [verdachte] verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.184,51, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
41 dagenkan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als [verdachte] heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de [verdachte] om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als [verdachte] aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering voor het overige af;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 16-330755-21
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan het resterende deel van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 11 oktober 2022 voorwaardelijk opgelegde
jeugddetentie, te weten: vier maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. R.G.J. Gehring en
Mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2025.
Mr. R.G.J. Gehring is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland onderzoek “Taag24” met nummer ON2R0240752024509951. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 september 2025, voor zover inhoudend de verklaring van verdachte [verdachte], zakelijk weergegeven:
Ik ben op 29 oktober 2024 in de woning van [slachtoffer] aan de [adres 1] geweest. Ik ben samen met twee andere jongens naar [plaats] gereden. Ik stond met pizza voor de deur. In de woning heb ik [slachtoffer] gevraagd om op de bank te gaan zitten. Ik heb hem uitgescholden met “kanker viezerik” en een telefoon tegen zijn gezicht gedrukt. Later zijn we bij de auto teruggekomen. In de auto heb ik een filmpje gemaakt waarop de twee andere jongens zijn te zien. Je ziet op dat filmpje ook de telefoon en identiteitskaart van [slachtoffer]. Die zijn meegenomen uit de woning van [slachtoffer]. De identiteitskaart zat in het telefoonhoesje. De oplader van de telefoon was ook door ons uit de woning meegenomen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 15 september 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
O: Je bent aangehouden geweest omdat je verdacht wordt van diefstal met geweld gepleegd op 29 oktober 2024 in een woning aan de [adres 4] te [plaats].
A: Ik heb de rit gemaakt naar [plaats] met twee jongens.
V: We laten je een filmpje zien gemaakt door jullie op de terugweg nadat de overval heeft plaatsgevonden. Kun je ons zeggen wat jij hierop ziet?
A: De bestuurder dat ben ik.A: Ja ik heb gebeld naar [verdachte].
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van verbalisant [verbalisant 3] van 29 oktober 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 26-27:
Op 29 oktober 2024 omstreeks 19:00 uur was ik in mijn aanleunwoning (de rechtbank begrijpt: gelegen aan de [adres 4] te [plaats]). Ik was al sinds twee dagen aan het appen met een mevrouw. Deze mevrouw heette [naam 1]. Ze was een jaar of 17. Ik gaf haar mijn adres. Ik zat op haar te wachten. Ze appte tussendoor dat ze onderweg naar mij was. Even later werd er geklopt op de deur. Ik zag een jongen voor de deur staan met twee pizzadozen. Snel daarna kwamen er nog twee jongens bij staan. Die twee andere jongens duwden mij de woning in en duwden mij het bankstel in. Ik hoorde ze vragen waar mijn geld en mijn bankpas was. In de tussentijd ging de andere jongen in mijn huis op zoek naar spullen. Hiervoor had hij een boxershort van mij om zijn hand gedaan. Deze boxershort was lichtblauw met zwart van het merk Ziki. De boxershort is meegenomen door hem toen hij vertrok. Ik hoorde dat hij de lades overal opentrok en mijn spullen overhoop haalde. Ik zag dat hij mijn telefoon in zijn broekzak deed. Hij pakte ook de oplader en stopte die in de broek van een van de jongens die mij vasthield. De jongen die mijn huis doorzocht had, zette uiteindelijk een mes op mijn voorhoofd. Ik hoorde hem zeggen dat ik mijn mond moest houden. Het mes had een zwart handvat en rond de 30 cm groot. Een koksmes was het. Het mes is met de punt op mijn voorhoofd gezet. Ik heb hier een klein puntje van op mijn voorhoofd. Daarna zijn de jongens vertrokken.
Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever van [slachtoffer] van verbalisant [verbalisant 4] van 29 oktober 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 29-31, alsmede de bijgevoegde foto op p. 32:
V: Vertel eens over het mes?
A: Die hebben ze ook meegenomen.
V; Waar lag dat mes?
A; In de keuken op het aanrecht.
[Afbeelding]
Het proces-verbaal getuige [getuige] van verbalisant [verbalisant 4] van 30 oktober 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 45-46:
Op 29 oktober 2024, omstreeks 19.15 uur, wilde ik naar mijn boot die schuin achter de woning aan de [adres 4] in [plaats] ligt. Om bij mijn boot te komen loop ik via het pad van deze woning. Toen ik terugliep naar de straat, zag ik drie personen rennen in de richting van de straat. Ik zag dat ze de [adres 2] overstaken en ze renden in de richting van de [adres 3]. Daarna zag ik een man uit het huisje daar komen. Ik hoorde hem zeggen: ‘Ik ben overvallen, ik ben overvallen’.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 24 december 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 49-64:
- Op 29-10-2024 19:0250 uur: 3 mannen te wachten. De eerste persoon draagt een of twee donkerkleurige vierkante dozen met een lichte vlek in het midden, gelijkende op een pizzadoos. De tweede en de derde dader blijven ongeveer 3 a 4 meter achter de eerste dader lopen. Om 19:04:44 uur verdwijnen de daders aan de rechter kant uit beeld. 19:16:54 uur: komen de drie daders, rennend vanuit de rechter kant, in beeld. De drie daders rennen de [adres 2] over, passeren de rotonde en rennen de [adres 3] te [plaats] in.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 18 april 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 79-90:
Telefoon - Samsung Galaxy S20 FE - [verdachte] – in beslag genomen.
Deze werd aangetroffen in het nachtkastje op de slaapkamer van verdachte [verdachte].
3.1SMS
Ik zag dat er meer dan 1000 SMS berichten verstuurd waren naar verschillende telefoonnummers met dezelfde tekst: ‘Hai met [naam 1] 17 jaar oud ik ben op zoek naar een leuke sugardaddy wil jij die zijn whatsapp me’.
3.2Snapchat
Ik zag dat [naam 2] op 8 november 2024 om 22:41 uur een video stuurde. Hiervan heb ik, verbalisant, onderstaande screenshot gemaakt. Ik zag dat [naam 2] op 6 november 2024 om 22:06 uur een foto in de chat stuurt naar [naam 3]. Op 2 november 2024 om 11:04 uur stuurt [naam 4] een foto naar [naam 2]. Ik, verbalisant, herken de man op de afbeeldingen als [verdachte], geboren op [geboortedatum 1] 2002 te [geboorteplaats 1]. Aangezien de Samsung telefoon in de slaapkamer bij [verdachte] in beslag is genomen en gezien bovenstaande Snapchats is de Samsung telefoon hoogstwaarschijnlijk bij [verdachte] in gebruik.
Ik zag dat [naam 2] op 30 oktober 2024 om 07:44 uur een video had gestuurd. Ik zag dat er een man met een bril werd gefilmd.
Er wordt onder andere tegen de man “vieze kankervent” en “kankersukkel” gezegd. Ik zie nog twee personen in beeld komen. De man heeft in zijn linkerhand een telefoon vast.
Ik zag dat [naam 2] op 29 oktober 2024 om 20:21 uur een video stuurde. Ik zag dat de video was opgenomen in een rijdende auto. Ik zag dat de persoon die de video maakte meerdere telefoons vast had en een identiteitskaart van [slachtoffer].
Ik zag vervolgens de bestuurder in beeld komen. Ik zag dat er ook een man op de achterbank van de auto even kort in beeld was. De video is hoogstwaarschijnlijk met de Samsung telefoon gemaakt, welke in beslag is genomen bij [verdachte] .
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 10 juli 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
Op 18 april 2025 sloot ik het proces-verbaal betreffende de Samsung S20 SM-G781B, in
beslag genomen op de slaapkamer van [verdachte] . In dit proces-verbaal beschreef ik een video. In deze video werd een man met een bril gefilmd. Deze man bleek aangever [slachtoffer] te zijn.
[Afbeelding]Ik heb de video opnieuw bekeken. Ik zag in deze video geen letsel bij [slachtoffer] .
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] van 11 juli 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek de video. Ik zie op de video drie personen waaronder het slachtoffer (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ). De persoon die de video maakt is niet in beeld. Ik zie dat het slachtoffer in een stoel zit en de andere drie personen eromheen staan. Ik hoor dat de persoon die de video maakt het volgende tegen het slachtoffer zegt: ‘Vieze kankerventje, vieze, vieze voozje, he bro, vieze kanker voozje, je kankermoeder man, kanker sukkel, kanker sukkel’.
In de video, na ongeveer 2 seconden, hoor ik een doffe knal waarbij het lijkt of de persoon die de video maakt iets naar het voorhoofd van het slachtoffer brengt. Ik zie dat het beeld dan ook een korte periode zwart wordt. Hierna gaat de video weer verder.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 11 april 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 139-140:
Telefoonnummer [telefoonnummer 1] op naam van [verdachte] .
11.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 22 april 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 145-146:
Telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Uit de CIOT bevraging bleek dit telefoonnummer te zijn afgegeven aan [medeverdachte], [adres 6]. Uit onderzoek is gebleken dat dit [medeverdachte] betreft. [medeverdachte] is de meisjesnaam van zijn moeder en de [adres 6] is zijn oude woonadres.
12.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 17 april 2025, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, p. 142-143:
Historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] [verdachte]
De gevorderde periode is van 29 september 2024 00:01 uur tot en met 29 oktober 2024 23:59 uur.
Telefonische contacten
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er vanaf 3 oktober tot en met het einde van de opgevraagde periode veelvuldig (46x) contact is met telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Uit onderzoek in de politiesystemen blijkt dat dit telefoonnummer in gebruik is bij [medeverdachte], geboren op [geboortedatum 2]-2005 te [geboorteplaats 2].