ECLI:NL:RBOVE:2025:6041

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
339428 KG RK 25-480
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van rechter-plaatsvervanger in bestuursrechtelijke beroepszaken betreffende vergunning mestvergistingsinstallatie

Op 10 oktober 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van mr. F. Onrust, rechter-plaatsvervanger. Dit verzoek was ingediend in het kader van twee bestuursrechtelijke beroepszaken (registratienummers 22/1507 en 22/1547) die betrekking hebben op een verleende vergunning voor een mestvergistingsinstallatie aan Bio Verwerker Anerveen B.V. door de Gedeputeerde Staten van Overijssel. Mr. Onrust had eerder in augustus 2025 als advocaat contact gehad met ing. M.H. Middelkamp over een andere vergunningsaanvraag, zonder zich bewust te zijn van de relatie tussen APF Energy B.V. en Bio Verwerker Anerveen B.V. Na het gesprek met Middelkamp, dat zij snel beëindigde, diende zij een verzoek in om zich te mogen verschonen van de behandeling van de zaken, om de schijn van vooringenomenheid te vermijden.

De verschoningskamer heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht, dat stelt dat een rechter zich kan verschonen als er feiten zijn die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De kamer oordeelde dat de omstandigheden die door mr. Onrust zijn aangevoerd, in combinatie met haar verzoek om verschoning, een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees van partijdigheid. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Verschoningskamer
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 339428 KG RK 25-480
Beslissing van 10 oktober 2025
op het verzoek van
mr. F. Onrust,
rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Overijssel,
dat ertoe strekt zich te mogen verschonen in de zaken van:
22/1507
eiser: [eiser 1],
wonende aan de [adres 1] ,
gemachtigde: S.R. van Uffelen,
eiser: [eiser 2],
wonende aan de [adres 2] ,
gemachtigde: S.R. van Uffelen,
verweerder: de Gedeputeerde Staten van Overijssel,
belanghebbende: Bio Verwerker Anerveen B.V.,
gevestigd te Anerveen,
gemachtigde: mr. D.G.J. Sanderink,
22/1547
eiser: [eiser 3],
wonende aan de [adres 3],
gemachtigde: ing. M.H. Middelkamp,
verweerder: de Gedeputeerde Staten van Overijssel,
belanghebbende: Bio Verwerker Anerveen B.V.,
gevestigd te Anerveen,
gemachtigde: mr. D.G.J. Sanderink.

1.De procedure

1.1.
Bij Team Bestuursrecht van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, zijn onder de registratienummers 22/1507 en 22/1547 bestuursrechtelijke beroepszaken aanhangig die betrekking hebben op een op 22 juli 2022 verleende vergunning voor een mestvergistingsinstallatie door de Gedeputeerde Staten van Overijssel aan Bio Verwerker Anerveen B.V.
1.2.
Een van de behandelend rechters van voornoemde zaken is mr. Onrust, die als rechter-plaatsvervanger onderdeel uitmaakt van de meervoudige kamer die voornemens is om genoemde zaken op 14 oktober 2025 mondeling te behandelen.
1.3.
Op 9 oktober 2025 heeft mr. Onrust een verzoek ingediend bij de verschoningskamer om zich te mogen verschonen.
1.4.
Een verschoningsverzoek hoeft niet ter zitting te worden behandeld. Ook hoeft de betrokken partij niet te worden gehoord op het verzoek tot verschoning. Het verzoek zal schriftelijk worden afgedaan.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
Mr. Onrust heeft aan haar verschoningsverzoek het volgende ten grondslag gelegd.
In augustus 2025 heeft zij in haar hoedanigheid als advocaat telefonisch contact gehad met ing. M.H. Middelkamp over een vergunningsaanvraag voor een mestvergistingsinstallatie in een andere provincie voor de vennootschap APF Energy B.V. Nadat mr. Onrust hem van advies had voorzien, gaf deze voorafgaand aan de mondelinge behandeling te kennen dat hij betrokken is bij Bio Verwerker Anerveen B.V. en de geplande zitting op 14 oktober 2025 aanstaande zal bijwonen. Mr. Onrust heeft het gesprek met Middelkamp daarop zo snel mogelijk beëindigd. Daarna heeft zij het handelsregister van de Kamer van Koophandel geraadpleegd, waaruit volgt dat APF Energy B.V. de bestuurder is van Bio Verwerker Anerveen B.V. Mr. Onrust was zich op het moment van het verlenen van genoemd advies niet bewust van deze relatie tussen beide vennootschappen. Door advies te geven aan APF Energy B.V. terwijl nog moet worden beslist op het beroep tegen de verleende vergunning aan Bio Verwerker Anerveen B.V., is volgens mr. Onrust een onwenselijke situatie ontstaan. Om te voorkomen dat bij partijen de schijn bestaat dat zij niet objectief de behandeling van de beroepen kan voortzetten, of dat zij anderszins de schijn van vooringenomenheid wekt, verzoekt mr. Onrust om verschoning. Zij wenst zich dus van de (verdere) behandeling van de zaken te onthouden.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht kan een rechter die een zaak behandelt verzoeken zich te mogen verschonen. Daarvoor moet sprake zijn van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2.
Een rechter wordt geacht onpartijdig te zijn tot het tegendeel vaststaat. Van dat laatste kan sprake zijn als uit de overtuiging of het gedrag van een rechter persoonlijke vooringenomenheid tegenover een procespartij blijkt. Daarnaast kan een procespartij de indruk krijgen dat de rechter vooringenomen is. Het gezichtspunt van de procespartij is hier van belang, maar speelt geen doorslaggevende rol. Beslissend is of de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd is. De verschoningskamer zal het verschoningsverzoek aan de hand van deze maatstaven beoordelen.
3.3.
De door de rechter aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de (verdere) behandeling van de zaken, leveren naar het oordeel van de verschoningskamer een zwaarwegende aanwijzing op als hiervoor onder 3.2. bedoeld.
3.4.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
- mr. F. Onrust;
- de in aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partij.
Deze beslissing is gegeven door de rechters mr. U. van Houten, mr. A.E. Zweers en
mr. M. van Bruggen, in tegenwoordigheid van de griffier mr. N. Klunder, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.