Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiser, de zus van de overledene, een kort geding aangespannen om inzage te krijgen in het medische dossier van haar broer, die recentelijk is overleden. Eiser stelt dat haar broer, in zijn testament van 9 december 2024, een kerkgenootschap als enige erfgenaam heeft aangewezen, terwijl zij in een eerder concepttestament als enige erfgenaam was benoemd. Eiser betwist de wilsbekwaamheid van haar broer ten tijde van het opstellen van het testament en wil het testament laten vernietigen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen, omdat er onvoldoende concrete aanwijzingen zijn dat de overledene wilsonbekwaam was op het moment van het opstellen van het testament. De voorzieningenrechter oordeelt dat het beroepsgeheim van de huisarts van de overledene niet kan worden doorbroken, aangezien er geen zwaarwegend belang is aangetoond dat inzage in het dossier rechtvaardigt. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.