3.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt op grond van de hieronder opgenomen feiten en omstandigheden, die in de bewijsmiddelenzijn vervat en waarop de bewezenverklaring steunt, tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De feiten en omstandigheden
Op 4 april 2025 om 23:43 uur kwam er op de rijksweg A28 een zogenaamde ANPR-hit van een voertuig dat in gebruik zou zijn bij personen die zich bezig zouden houden met diefstallen. Het betrof een Mercedes E270 met Bulgaars kenteken [kenteken 1] . Kort hierna kwam er een ANPR-hit op een grijze Mercedes Vito voorzien van Bulgaars kenteken [kenteken 2] . Dit voertuig werd gelinkt aan dezelfde verdachten. Meerdere verbalisanten hebben de Mercedes Vito gevolgd en gezien dat het voertuig parkeerde op de parkeerplaats aan de Telemannstraat in Zwolle. Verbalisant [verbalisant 1] zag vervolgens dat een man bij de bus wegliep en even verderop in een bushokje plaatsnam. Dit bleek later [verdachte] te zijn. [verdachte] keek druk om zich heen. Het gedrag van [verdachte] kwam op de verbalisant over alsof hij de wacht hield. Verbalisant [verbalisant 2] zag dat er bij de Mercedes Vito nog een man stond. Deze man stapte in de Vito en bleef achter het stuur in het voertuig zitten. Over de parkeerplaats liep nog een man. Dit betrof een gezette man helemaal in het zwart gekleed met een zwarte capuchon op. Deze gezette man was aan het bellen en keek telkens om zich heen. Dit bleek later [medeverdachte 2] te zijn. Verbalisant [verbalisant 3] zag dat [verdachte] stilstond ter hoogte van de bushalte aan de Bachlaan. Hij stond op het hoekje van de weg te kijken naar elke passant en hij keek in elke auto die passeerde. Hij was op zijn telefoon bezig en belde. Enkele minuten later kwam over de Mozartlaan [medeverdachte 2] aanlopen. Hij liep richting [verdachte] en zij spraken onderling in een voor de verbalisant onherkenbare taal. [medeverdachte 2] liep verder en ging bij een andere hoek van de straat staan terwijl hij zijn omgeving nauwlettend in de gaten hield. Verbalisant [verbalisant 2] zag dat de Mercedes E270 even later ook aan kwam rijden en doorreed naar de parkeerplaats bij de Telemannstraat.
Verbalisant [verbalisant 4] kwam aanrijden over de Porporastraat in Zwolle en zag daar de geparkeerde Mercedes Vito staan met de verlichting aan. De verbalisant stapte uit zijn voertuig en liep over het grasveld om zicht te krijgen op de parkeerplaats. De verbalisant hoorde gestommel en meerdere keren het geluid van een autodeur die hard werd dichtgetrokken. Hij zag tussen de struiken door dat een persoon bezig was bij de achterkant van een grote donkere bus, naar later blijkt een Mercedes Sprinter. De man stond een aantal keer gebogen achter de bus. Deze persoon stapte vervolgens als bestuurder in de Mercedes E270 en reed weg. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat een man, later bleek [medeverdachte 1] , bij [verdachte] in het bushokje ging zitten. De Mercedes E270 stopte ter hoogte van dit bushokje en [verdachte] en [medeverdachte 1] stapten in. Het voertuig reed daarna weg in de richting van de A28.
Verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , waren nog aanwezig op de parkeerplaats aan de Telemannstraat en hielden de Mercedes Vito in de gaten. De Vito stond op een afstand van hemelsbreed dertig meter naast de Mercedes Sprinter geparkeerd. In de Vito zaten twee personen, naar later bleek [medeverdachte 2] als bijrijder en [naam 2] als bestuurder.
De Mercedes E270 en de Mercedes Vito zijn vervolgens tegelijkertijd gecontroleerd. [naam 3] was de bestuurder van de Mercedes E270 met als bijrijder [verdachte] . Achterin deze auto zat [medeverdachte 1] . In het voertuig lag een nijptang, slijpschijven en een paspoort op naam van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] droeg een zwart vest met een oranje logo van [slachtoffer 8] . De Mercedes Vito werd bestuurd door [naam 2] met als bijrijder [medeverdachte 2] . In het voertuig lag een koevoet.
Verbalisant [verbalisant 4] is naar de bus gelopen waar hij de man bezig had gezien, dit betrof een grijze Mercedes Sprinter met een Roemeens kenteken: [kenteken 3] . De verbalisant kon door een kleine kier en een technisch hulpmiddel in het voertuig kijken en zag een kunststof koffer van het merk ‘Makita’. De verbalisant verschafte zichzelf de toegang tot de bus en zag honderden accu's en machines liggen. Op bijna alle goederen stonden initialen en de goederen hadden echtheidskenmerken. Het gereedschap zag er gebruikt uit.In totaal lagen 326 stuks gereedschap in de bus.
Aan de hand van de initialen en bedrijfsstickers op het gereedschap kon het gereedschap herleid worden naar bedrijven. Enkele bedrijven hebben aangifte van diefstal gedaan.
[aangever 1] heeft namens [slachtoffer 9] aangifte gedaan. Op 1 april 2025 om 15:30 uur heeft een collega van aangever materiaal opgeslagen in een container in [plaats 1] en deze container op slot gedaan. Op 2 april 2025 omstreeks 7:00 uur blijkt het slot van deze container eruit gezaagd en het gereedschap weggenomen.
[aangever 2] heeft namens [slachtoffer 4] B.V. aangifte gedaan. Op 2 april 2025 waren de werknemers van dit bedrijf omstreeks 16:00 uur klaar met werken op een bouwterrein in [plaats 2] . Op 3 april 2025 omstreeks 9:00 uur blijkt het hangslot van de container te zijn doorgeslepen. Uit de container is een deel van een lasapparaat meegenomen.
[aangever 3] heeft namens [slachtoffer 6] , [naam 4] en [naam 5] aangifte gedaan van diefstal uit een container op een bouwterrein in [plaats 3] . Op 3 april 2025 om 6:30 uur blijkt een container opengebroken. Al het gereedschap dat in deze container lag, is gestolen.
[aangever 4] heeft namens [slachtoffer 5] B.V. en [naam 6] aangifte gedaan van een diefstal uit een zeecontainer op een bouwterrein in [plaats 4] . Er is tussen 3 april 2025 om 16:00 uur en 4 april 2025 om 7:00 uur ingebroken in een container en er zijn meerdere gereedschappen weggenomen.
[aangever 5] heeft namens [slachtoffer 7] aangifte gedaan van diefstal in [plaats 5] . Op 4 april 2025 om 6:45 uur bleek dat de container in de nacht is opengeslepen en dat het gereedschap uit de container gestolen is.
[aangever 6] heeft namens [slachtoffer 8] aangifte gedaan. Tussen 3 april 2025 om 15:30 uur en 4 april 2025 om 6:30 uur zijn in [plaats 6] gereedschappen uit materiaalcontainers gestolen.
[aangever 7] heeft namens [slachtoffer 1] B.V. aangifte gedaan. Op 5 april 2025 is aangever gebeld met de mededeling dat de politie iemand had aangehouden met een grote hoeveelheid gereedschap met [slachtoffer 1] -stickers. Op 7 april 2025 blijkt dat is ingebroken in twee zeecontainers op de bouwplaats in [plaats 7] . [slachtoffer 1] BV, [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en een zzp-er maken gebruik van de containers. Zij missen ongeveer 158 stuks gereedschap.
Het in de Mercedes Sprinter aangetroffen gereedschap is onder meer afkomstig van deze aangevers. Er is gereedschap geretourneerd aan [slachtoffer 4] B.V., [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] B.V., [slachtoffer 8] , [slachtoffer 7] ( [slachtoffer 7] ), [slachtoffer 5] B.V., [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] .
Eerdere controles en ANPR-gegevens van de voertuigen
Uit politiegegevens blijkt dat de Mercedes Vito en de Mercedes E270 op 9 maart 2025 om 2:30 uur zijn aangetroffen op een carpoolplaats in Leende. De inzittenden zijn [medeverdachte 1] , [verdachte] , [naam 3] en [naam 2] . Deze voertuigen waren die nacht eerder gezien bij het station in Maarheeze, met daarbij nog een derde voertuig met kenteken [kenteken 3] . Dit is de Mercedes Sprinter.
Op 11 maart 2025 om 23:53 uur zijn [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [naam 3] gecontroleerd bij de KFC in Nederweert. Zij zaten in de Mercedes Vito. Vervolgens kreeg de politie een melding dat er iemand over een hek klom en zich bij een elektriciteitskast zou ophouden ter hoogte van de KFC. Deze persoon zou zijn gezien met de bestuurder van het voertuig [kenteken 3] die geparkeerd stond bij [bedrijf] . Dit is de Mercedes Sprinter. Ter plaatse trof de politie [medeverdachte 2] aan. Vervolgens is naar aanleiding van een ANPR-hit op de A67 de Mercedes E270 gecontroleerd. De inzittenden van dit voertuig waren [medeverdachte 2] , [naam 3] en [naam 2] .
Op 13 maart 2025 werden [verdachte] , [medeverdachte 1] en [naam 3] gecontroleerd in de Mercedes Vito op de A12 bij Ede. Op 14 maart 2025 werden [verdachte] , [medeverdachte 1] en [naam 3] wederom gecontroleerd in de Mercedes Vito in Maarheeze.
Op 19 maart 2025 om 5:07 uur is de Mercedes E270 gecontroleerd met als bestuurder [naam 3] . Ongeveer een uur later volgen meerdere ANPR-registraties. Op de foto's is te zien dat er iemand op de bijrijdersstoel zit. Kort hierna volgen ook registraties van de Mercedes Vito en de Mercedes Sprinter. De voertuigen lijken achter elkaar aan te rijden.
Uit ANPR-gegevens blijkt dat de Mercedes Vito en de Mercedes E270 op 1 april 2025 tussen 14:45 uur en 15:29 uur binnen enkele seconden dezelfde reisbeweging maken op de A7 tussen Winschoten en Bunde. De Mercedes E270 is om 17.04 uur en 23:22 uur nog geregistreerd tussen Groningen en Spijk.
Op 2 april 2025 maken de Mercedes Vito en de Mercedes E270 tussen 11:21 uur en 12:14 uur dezelfde reisbeweging vanuit Hoogeveen naar Arnhem. Op 2 april zijn de voertuigen verder niet meer geregistreerd. De eerstvolgende registratie voor de Mercedes Vito is op 3 april 2025 om 18:12 uur in Bankhoef. Voor de Mercedes E270 is dit op 3 april 2025 om 10:51 uur in Oud-Empel.
Op 3 april 2025 rijden de Mercedes Vito en de Mercedes E270 in de buurt van Vianen. De Mercedes E270 rijdt om 13:09 uur in Nieuwegein, om 16:13 in Breukelen, om 21:30 uur in Nieuwegein en vervolgens om 23:22 uur in Vianen. De Mercedes Vito registreert om 20:59 uur in Bunnik en om 21:25 uur en 23:19 uur in Vianen.
Op 4 april 2025 registreert de Mercedes Vito om 23:17 uur in Amersfoort en om 23:43 uur in Zwolle. De Mercedes E270 maakt dezelfde reisbeweging en registreert om 23:05 uur in Amersfoort en om 23:36 in Zwolle.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen het volgende vast.
Uit de bevindingen van de politie in de nacht van 4 op 5 april 2025 volgt dat [verdachte] en [medeverdachte 2] de omgeving nauwlettend in de gaten houden, bellen en met elkaar spreken. [medeverdachte 1] voegt zich later bij [verdachte] in het bushokje en [naam 3] is bezig aan de achterkant van de Mercedes Sprinter. [naam 2] fungeert als bestuurder van de Mercedes Vito. Als dit voertuig later wordt gecontroleerd, is [medeverdachte 2] de bijrijder. Bij controle van de Mercedes E270 is [naam 3] de bestuurder met als bijrijder [verdachte] en achterin dit voertuig zit [medeverdachte 1] . De rechtbank leidt uit de gedragingen van de verdachten af dat zij elkaar kennen, dat zij gezamenlijk op pad waren en dat sprake was van een onderlinge taakverdeling.
De rechtbank stelt op basis van de controles in maart 2025 en de bevindingen van de politie op 4 en 5 april 2025 vast dat de verdachten gebruikmaakten van de Mercedes Vito en de Mercedes E270. Bij eerdere controles waren [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [naam 3] en [naam 2] - in wisselende samenstellingen - de inzittenden van deze voertuigen. Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat de Mercedes Sprinter zich veelvuldig in de buurt van de Mercedes Vito en de Mercedes E270 bevond. Dit wordt bevestigd door ANPR-gegevens, waaruit blijkt dat de drie voertuigen meermaals vlak achter elkaar dezelfde reisbeweging maken.
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat tussen 1 april 202515:30 uur en 2 april 2025 7:00 uur materiaal is weggenomen uit een container in [plaats 1] . ANPR-gegevens tonen aan dat de Mercedes Vito en de Mercedes E270 op 1 april tussen 14:45 en 15:29 uur binnen enkele seconden na elkaar dezelfde route reden op de A7 tussen Winschoten en Bunde. De Mercedes E270 is die dag om 17:04 uur en 23:22 uur nog geregistreerd tussen Groningen en Spijk.
Tussen 2 april 2025 16:00 uur en 3 april 9:00 uur is een lasapparaat gestolen in [plaats 2] . Op 3 april 2025 om 6:30 uur ontdekten aangevers dat gereedschap was gestolen in [plaats 3] . Uit de ANPR-gegevens blijkt dat de Mercedes Vito en de Mercedes E270 op 2 april 2025 vanuit Hoogeveen naar Arnhem rijden. Op 3 april 2025 volgen ANPR-hits van de Mercedes Vito in Bankhoef en van de Mercedes E270 in Oud-Empel. Beide plaatsen liggen in de buurt van Cuijk.
Verder volgt uit de bewijsmiddelen dat tussen 3 april 2025 16:00 uur en 4 april 2025 7:00 uur gereedschap is gestolen in [plaats 4] . Diezelfde nacht is ook ingebroken bij [slachtoffer 7] in [plaats 5] en bij [slachtoffer 8] in [plaats 6] . Uit de ANPR-gegevens volgt dat de Mercedes Vito en de Mercedes E270 op 3 april 2025 in de buurt van Vianen rijden. De Mercedes E270 hit om 16:13 in Breukelen en om 21:30 uur in Nieuwegein. Vervolgens hit dit voertuig om 23:22 uur in Vianen. De Mercedes Vito hit om 20:59 uur in Bunnik en om 21:25 uur en 23:19 uur in Vianen.
Tot slot volgt uit de bewijsmiddelen dat op 4 april 2025 in [plaats 7] in twee containers is ingebroken. Uit de ANPR-gegevens blijkt dat de Mercedes Vito en de Mercedes E270 in de avond van 4 april 2025 vanuit [plaats 7] naar Zwolle rijden.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de voertuigen die door de verdachten werden gebruikt rond het tijdstip van de inbraken in Delfzijl, Grave, Cuijk, Maarssen, Nieuwegein en Amersfoort steeds in die omgeving aanwezig waren. De rechtbank acht het uitgesloten dat dit op toeval berust, temeer omdat het in deze plaatsen weggenomen gereedschap is aangetroffen in de Mercedes Sprinter. Daarnaast droeg [medeverdachte 1] tijdens zijn aanhouding een zwart vest met een oranje logo van [slachtoffer 8] , waar tussen 3 april 2025 15:30 uur en 4 april 2025 6:30 uur is ingebroken. Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat in de voertuigen van verdachten inbrekersgereedschap is aangetroffen, te weten een nijptang en slijpschijven in de Mercedes E270 en een koevoet in de Mercedes Vito.
De rechtbank is gelet op het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien van oordeel dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [naam 3] en [naam 2] nauw en bewust hebben samengewerkt, een samenwerking die gericht was op het plegen van diefstallen met braak. Dat de rechtbank niet kan vaststellen wie de uitvoeringshandelingen van de diefstallen met braak heeft gepleegd, doet hieraan niet af. Verdachten hebben ieder voor zich elke betrokkenheid bij de ten laste gelegde inbraken ontkend of beroepen zich op hun zwijgrecht. Zij verklaren niets over het in de Mercedes Sprinter aangetroffen, bij de inbraken gestolen, gereedschap. Ook voor [verdachte] geldt dat hij geen voor hem ontlastende verklaring heeft gegeven, terwijl dit gegeven de bewijsmiddelen naar het oordeel van de rechtbank wel van hem mocht worden verlangd. De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] medepleger is van de ten laste gelegde inbraken.