Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[bedrijf],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie;
- de brief van de rechtbank waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 14.429,50, onbetaald heeft gelaten. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. In verhouding tot de totale aanneemsom betrof het openstaande bedrag van de meerwerkfactuur namelijk een zodanig laag bedrag dat de (eventuele) tekortkoming van [partij A] ter zake van de betaling van die factuur de opschorting van de werkzaamheden niet rechtvaardigde.
[partij B] zal vervolgens de gelegenheid krijgen op de akte van [partij A] te reageren. In die akte kan zij dan tevens voor zover nodig alsnog reageren op de producties 13 tot en met 15 van [partij A]. De rechtbank zal de schadevergoedingsvordering van [partij A] vervolgens beoordelen, waarbij de rechtbank ook op het beroep dat [partij B] in conventie doet op verrekening zal beslissen.
Voor zover [partij B] zich op verrekening bedoelt te beroepen, passeert de rechtbank ook dat beroep. [partij B] heeft de door hem gestelde opeisbare vordering namelijk in het geheel niet onderbouwd.
6.De beslissing
woensdag 19 november 2025voor akte uitlating aan de zijde van [partij A], zoals hiervoor in r.o. 5.24 is overwogen;