ECLI:NL:RBOVE:2025:6214
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op handhavingsverzoek inzake recreatievaartuigen in Zwartsluis
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 24 oktober 2025, wordt het beroep van eisers tegen het niet tijdig beslissen op hun handhavingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard. Eisers, bestaande uit [eiser 1], [eiser 2], [eiser 3] en [eiser 4], hadden op 18 mei 2025 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland om handhavend op te treden tegen diverse overtredingen met betrekking tot recreatievaartuigen in de haven van Zwartsluis. De rechtbank oordeelt dat het verzoek te weinig concreet is om als een aanvraag te worden aangemerkt, waardoor het college niet verplicht was om hierop te beslissen. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen is daarom niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank benadrukt dat het handhavingsverzoek van eisers geen specifieke overtredingen benoemt, wat essentieel is voor de ontvankelijkheid van een aanvraag. De uitspraak heeft gevolgen voor de proceskosten en het griffierecht, dat niet wordt teruggegeven aan eisers.