ECLI:NL:RBOVE:2025:6217

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
08.276761.20
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel met oplegging van bijzondere voorwaarden voor de veroordeelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 oktober 2025 uitspraak gedaan over de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde, geboren in 2004. De PIJ-maatregel was eerder opgelegd na bewezenverklaring van medeplegen van poging tot moord en was ingegaan op 28 januari 2022. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel afgewezen en in plaats daarvan de PIJ-maatregel voorwaardelijk beëindigd met ingang van 19 oktober 2025. De rechtbank heeft hierbij de positieve ontwikkeling van de veroordeelde in overweging genomen, waaronder zijn deelname aan een stage en de samenwerking met de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich goed aan de voorwaarden houdt en gemotiveerd is om zijn leven op de rails te krijgen. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een behandelverplichting en het verbod op het gebruik van drugs en alcohol. De rechtbank heeft Reclassering Nederland opgedragen om de veroordeelde te ondersteunen bij de naleving van deze voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer : 08.276761.20
Datum : 16 oktober 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedatum] 2004 in [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [verblijfplaats] begeleid wonen voorziening aan de [adres] .
hierna te noemen: [veroordeelde] .

1.De aanleiding

De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) is bij
vonnis van 17 juni 2021 van de rechtbank Overijssel opgelegd, na bewezenverklaring van
het misdrijf: medeplegen van poging tot moord.
De PIJ-maatregel is ingegaan op 28 januari 2022. Bij beslissing van deze rechtbank van
30 januari 2025 is de PIJ-maatregel verlengd. De PIJ-maatregel eindigt, als zij niet wordt
verlengd, op 19 oktober 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de overgelegde stukken, te weten:
- het PIJ-verlengingsadvies van RJJI [locatie] (hierna: [locatie] ),
van juli 2025 en ondertekend door drs. F. van Doom, GZ-psycholoog en behandelcoördinator en drs, C. Peeters, klinisch psycholoog en directeur JJI;
- het voortgangsverslag en verlengingsadvies Scholings- en Trainingsprogramma (STP) van [de reclassering] (verder: de reclassering) van 18 september 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker en [reclasseringswerker 2] , unitmanager.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 18 september 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de PIJ-maatregel met drie maanden.
De zitting is gehouden op 2 oktober 2025.
De rechtbank heeft op de zitting gehoord:
- [veroordeelde] , bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J.M. Kleiweg, advocaat in
Amsterdam;
  • de officier van justitie;
  • de deskundige drs. F. van Doorn, GZ-psycholoog en behandelcoördinator;
  • de deskundige [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker.
De officier van justitie heeft op de zitting de vordering tot verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel gewijzigd in die zin dat zij de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel vordert, onder oplegging van de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
[veroordeelde] en zijn raadsvrouw hebben verzocht de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen. De raadsvrouw heeft verzocht om de bijzondere voorwaarde die ziet op behandelverplichting/ambulante behandeling niet op te leggen.

4.De beoordeling

De vordering is op tijd ingediend, namelijk op 18 september 2025.
De rechtbank moet op grond van het bepaalde in de artikelen 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bepalen of de termijn van de PIJ-maatregel moet worden verlengd, dan wel of deze op grond van het bepaalde in artikel 6:6:23 Sv voorwaardelijk kan worden beëindigd.
Bij de beoordeling van de vordering heeft de rechtbank acht geslagen op het verlengingsadvies van de kliniek, het advies van de reclassering en de gegeven toelichting van de deskundigen ter zitting.
Het verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige
Aangezien slechts een korte periode is verstreken tussen de vorige verlengingszitting en het nieuwe advies, is volstaan met een (verkort) verlengingsadvies in de vorm van een briefrapportage.
Sinds de laatste PIJ-verlengingszitting is [veroordeelde] gestart met een stage bij [stichting] ( [stichting] ). Tijdens deze (deels betaalde) stage, werkt hij vier dagen in de week samen met [stichting] (o.a. produceren van muziek, geven van lezingen en het verzorgen van coaching trajecten (vanuit ervaringsdeskundigheid)). Dit heeft [veroordeelde] zichtbaar doen opbloeien. Op vrijdag gaat [veroordeelde] (wekelijks) op bezoek bij zijn familie in [plaats] .
De afgelopen periode heeft vooral in het teken gestaan van het vinden en behouden van een passende dagbesteding en woonplek ten behoeve van het beoogde STP. In deze laatste fase in de PIJ-behandeling werd door de kliniek een daarbij passend traject gezien van leren met vallen en opstaan. Vallen in de zin van af en toe een terugval in middelengebruik en te laat komen. Opstaan in de zin van het contact aan blijven gaan met de leden van het behandelteam en de stappen die [veroordeelde] gezet heeft in zijn stage waar hij veel plezier aan beleeft. De houding van [veroordeelde] is gedurende het gehele PIJ-traject van [veroordeelde] een aandachtspunt is. Op momenten dat [veroordeelde] lekker in zijn vel zit is het contact van andere aard en kwaliteit dan op momenten dat hier minder sprake van is. Dit wordt naar [veroordeelde] benoemd en met hem geduid. Zichtbaar is dat [veroordeelde] er voor zijn gevoel 'klaar mee' is en toe is aan de stap richting het STP. Ondanks zijn soms nukkige presentatie en onhandige manier van uitdrukken is ook vanuit het behandelteam de indruk dat [veroordeelde] toe is aan deze volgende stap. Sinds 30 juni 2025 is het STP van [veroordeelde] vormgegeven: zijn dagbesteding is zijn stage en hij woont via [verblijfplaats] in een zelfstandige studio in [adres] . Daar waar het contact met zijn reclasseerder ten tijde van zijn verblijf binnen [locatie] bij tijden te wensen over liet (stroef verloop, enerzijds door de opstelling en onuitgesproken verwachtingen van [veroordeelde] , anderzijds door onhandigheden vanuit de reclasseerder), is het contact kort voor aanvang van het STP verbeterd en lijkt er momenteel sprake van een passende werkrelatie, wat het verloop van het STP ten goede zal komen.
De kliniek geeft de rechtbank in overweging enerzijds om de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen, mits het [veroordeelde] tot aan de zitting lukt om zich aan de regels en afspraken van het STP te houden én er zich geen noemenswaardige incidenten of bijzonderheden hebben voorgedaan, anderzijds om de PIJ-maatregel voor de duur van het STP (dan nog drie maanden) te verlengen om zo het traject ‘af te maken’ zodat in de laatste drie maanden de beschermende factoren meer bestendigd kunnen worden en de risicofactoren nog langer gemonitord kunnen blijven. Voordeel hiervan zou kunnen zijn dat [veroordeelde] langer kan profiteren van de geboden hulpverlening en toezicht vanuit de reclassering, de inschatting is echter dat het ook van meerwaarde zou kunnen zijn voor [veroordeelde] om hem de, door hem zeer gewaardeerde, autonomie te bieden en hem de kans te geven zich zonder verdere bemoeienis vanuit de JJI verder te mogen ontwikkelen. Ter zitting zal het verloop van het STP tot dan toe leidend zijn voor de advisering van een passende termijn.
Deskundige Van Doorn heeft een toelichting op het rapport gegeven, en aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven, dat [veroordeelde] in afgelopen periode positieve stappen heeft gezet, waarbij het bieden van de zeer gewenste autonomie in de behandeling als de gouden sleutel heeft gewerkt. Bovendien zijn er geen zwaarwegende redenen aan te voeren om deze autonomie nu niet meer te bieden, terwijl een verlenging van de PIJ-maatregel geen inhoudelijke toevoeging zou opleveren voor de resterende duur van de STP. De deskundige heeft geadviseerd om de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen.
Het advies van de reclassering en de toelichting van de deskundige
Binnen de uitvoering van de PIJ-maatregel van [veroordeelde] is er veel aandacht geweest voor zijn problematiek. Zo heeft [veroordeelde] meegewerkt aan Leren van Delict, Systeembegeleiding en Schematherapie. [veroordeelde] ageerde, er was veel weerstand en weinig intrinsieke motivatie. Hierdoor stagneerde zijn behandelprogramma meerdere malen als gevolg van incidenten en middelengebruik. Om zijn responsiviteit te vergroten en door hem meer verantwoordelijkheid te geven, veranderde het gedrag van [veroordeelde] op positieve manier.
Hoewel het STP-traject nog maar recent is gestart ziet de reclassering dat [veroordeelde] zijn resocialisatietraject op positieve wijze heeft voortgezet. Voor het STP-traject startte bracht [veroordeelde] al veel tijd door buiten de RJJI, waar hij werkzaamheden verricht voor de projecten [projecten] . [veroordeelde] werkt gemotiveerd aan zijn doelen om uiteindelijk zelfstandig te kunnen re-integreren en dit gaat met de nodige ups en downs. [veroordeelde] gaat hier goed mee om, hij houdt zich aan de voorwaarden van zijn STP-traject en de leefregels van de begeleid wonen voorziening [verblijfplaats] . Wel kan hij daar soms botsen met de begeleiding over de regels en controles. [veroordeelde] is erg gesteld op zijn privacy en heeft een grote behoefte aan autonomie. Beschouwend gezien ziet de reclassering leeftijdsgebonden problematiek en richt de aansturing en motivering zich dan ook op zelfstandigheid. Vraagstukken als hoe geef ik op positieve manier invulling aan mijn leven, werk vinden en hoe kom ik rond met weinig geld. De risico’s voor recidive en letsel zijn bijgesteld naar gemiddeld. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag. Met betrekking tot middelengebruik is er af en toe nog sprake van terugval. [veroordeelde] is hier open over. Dit is beheersbaar en niet van invloed op zijn dagelijkse activiteiten. Er is geen sprake geweest van recidive of nieuw delictgedrag. Beschermende factoren zijn de intrinsieke motivatie van [veroordeelde] om te slagen met zijn eigen werkprojecten op scholen en andere (probleem) jongeren helpt door middel van muziek-workshops, zijn familie waar hij vaak komt en zijn bovengemiddeld IQ dat hem in staat stelt tot het maken van de juiste keuzes en waarmee hij zelfstandig sturing kan geven aan zijn leven.
De reclassering adviseert om het huidige traject in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ- maatregel voort te zetten waarbij de lopende voorwaarden van het STP-traject niet hoeven te worden gewijzigd.
Deskundige [reclasseringswerker 1] heeft een toelichting op het rapport gegeven en het gegeven advies gehandhaafd. De deskundige heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven, dat [veroordeelde] toe is aan de volgende stap en dat de reclassering hier volledig vertrouwen in heeft. Een ambulante behandeling is op dit moment niet aan de orde, maar is wel als voorwaarde geformuleerd om binnen het kader van voorwaardelijke beëindiging uitvoering aan deze behandeling te kunnen geven indien dit in de toekomst nodig mocht zijn.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat [veroordeelde] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt waarin hij het nodige heeft bereikt. Hij gaat goed met zijn vrijheden om en houdt zich aan de voorwaarden. [veroordeelde] lijkt gemotiveerd te zijn om zijn leven op de rails te krijgen en te houden. Hiervoor verdient [veroordeelde] een groot compliment. [veroordeelde] is gemotiveerd, weet wat hij wil en hoe hij dit moet bereiken en is gericht op de toekomst. Er is een goed contact met de reclassering en [veroordeelde] staat over het algemeen open voor hulp en begeleiding. Het risico op recidive en letsel wordt ingeschat als gemiddeld. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag. De rechtbank is op basis van de rapportages en hetgeen de deskundigen ter zitting hebben verklaard van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, niet langer de verlenging van de PIJ-maatregel eist, en dat verlenging niet langer in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [veroordeelde] moet worden geacht. In het kader van een goede nazorg en om het risico op een terugval zo veel mogelijk te verkleinen, is het van belang dat de positieve lijn ook tijdens de voorwaardelijke beëindiging wordt voortgezet. Aan deze voorwaardelijke beëindiging zullen de van rechtswege geldende algemene voorwaarden zijn verbonden, alsmede de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, een en ander zoals hieronder vermeld. De rechtbank is van oordeel dat de bijzondere voorwaarden, zoals beschreven door de reclassering, noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van [veroordeelde] . [veroordeelde] is op de hoogte van de te stellen voorwaarden en heeft zich met deze voorwaarden akkoord verklaard.
Hoewel de raadsvrouw de thans geldende voorwaarde met betrekking tot een ambulante behandeling niet nodig acht, ziet de rechtbank wel aanleiding en noodzaak om deze voorwaarde, zoals voorgesteld door de officier van justitie en door de deskundige onderschreven, op te leggen. De formulering van de voorwaarde laat ruimte om – enkel indien er redenen voor worden gezien – [veroordeelde] ambulant te behandelen.
De rechtbank is van oordeel dat overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie en de raadsvrouw, de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel dient te worden afgewezen. Dit betekent dat de PIJ-maatregel voorwaardelijk wordt beëindigd met ingang van
19 oktober 2025.

5.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel van
[veroordeelde] ,zodat van rechtswege de
voorwaardelijke beëindigingvan de PIJ-maatregel ingaat met ingang van
19 oktober 2025, voor de duur van een jaar;
- stelt daarbij op grond van artikel 77ta, eerste lid Sr dat van rechtswege gelden de volgende
algemene voorwaarden,inhoudende dat betrokkene:
1. zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
- stelt daarbij de volgende
bijzondere voorwaarden, inhoudende dat [veroordeelde] :
3. zich laat behandelen door de Waag of soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start indien hier reden voor wordt gezien. [veroordeelde] houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
4. geen drugs en alcohol gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met een wekelijks urineonderzoek met de RUMA marker. Wanneer er een terugval plaatsvindt kan het door reclassering noodzakelijk worden bevonden dat [veroordeelde] zich ambulant laat behandelen bij [de reclassering] of soortgelijke instelling. [veroordeelde] dient hieraan mee te werken;
5. meewerkt aan het toezicht door de reclassering. Deze medewerking houdt onder andere in:
- [veroordeelde] meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- [veroordeelde] laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
- [veroordeelde] houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om [veroordeelde] te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- [veroordeelde] werkt mee aan huisbezoeken;
- [veroordeelde] geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- [veroordeelde] vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- [veroordeelde] werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met [veroordeelde] , als dat van belang is voor het toezicht;
6. verblijft bij [verblijfplaats] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra er een woonplek voor [veroordeelde] is. [veroordeelde] houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat, zonder toestemming van de justitiële jeugdinrichting en de reclassering;
8. zich inspant voor het vinden en behouden van minimaal 26 uur betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
9. meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. [veroordeelde] geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
10. meewerkt aan een time-out. In samenwerking en overleg met JJI [locatie] kan er gekozen worden, bij het overtreden van de voorwaarden voor een korte time-out.
- draagt Reclassering Nederland op om aan [veroordeelde] hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en
mr. R.G.J. Gehring, rechters, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 oktober 2025.