Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
Haar bewindvoerder kan de huurovereenkomst wat [betrokkene] aangaat opzeggen.
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 oktober 2025 uitspraak gedaan in een huurovereenkomst tussen de besloten vennootschap VIVADA PROPERTIES 3 B.V. (verhuurder) en twee gedaagden, waarvan één als bewindvoerder optreedt voor de andere. De verhuurder heeft een huurachterstand van € 3.235,13 geconstateerd en heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd. De procedure begon met een akte van de verhuurder op 16 oktober 2024, waarin de huurachterstand werd verminderd. Gedurende de procedure zijn er verschillende e-mails en stukken ingediend door beide partijen, waaronder betalingsbewijzen van de gedaagden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst, ondanks dat één van hen niet meer op het adres woont. De rechter oordeelde dat de huurachterstand van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op 14 dagen en de huurders hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de huur voor de periode na de uitspraak, en de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De kantonrechter heeft in zijn beslissing ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, en de totale proceskosten aan de zijde van de verhuurder begroot op € 1.604,14. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders in een huurovereenkomst, zelfs als één van hen niet meer op het adres woont.