9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair, het misdrijf:
medeplegen van zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 8.436,39 (bestaande uit € 3.436,39 voor materiële schade en € 5.000,-- voor immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (het primair bewezen verklaarde feit) van een bedrag van € 8.436,39 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2023 (wat betreft de immateriële schade) en 30 augustus 2024 (wat betreft de materiële schade), met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 8.436,39 (zegge: achtduizend vierhonderdzesendertig euro en negenendertig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2023, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 77 dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. J. Wentink en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 november 2025.
Mr. J. Wentink en mr. B.T.C. Jordaans zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het digitale dossier van de politie met bestandsnaam ‘ON00000_2024366018_Politieprocesdossier.pdf’. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 16 tot en met 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben de voorzitter van de speeltuin aan de [adres 1]. Zelf ben ik
woonachtig aan de overzijde namelijk [adres 2]. Omdat ik dat de
voorzitter ben, ben ik belast met het onderhoud en de dagdagelijkse werkzaamheden van
de speeltuin.
Op genoemde datum (gezien de tweede alinea: 30 juni 2023) omstreeks 18.45 uur was ik aan de voorzijde van mijn woning. Op dat moment zag ik met hoge snelheid een scooter kwam aanrijden. Vanuit mijn rol als voorzitter wilde ik de jongen even aanspreken dat hij in vervolg beter wat minder hard kan komen aanrijden om ongelukken te voorkomen. Ik hoorde de jongen zeggen: `Ik heb mijn vader gebeld`. Nog geen minuut later zag ik dat een man op een scooter aankwam rijden. Ik hoorde hem direct roepen dat ik van zijn zoon af moest blijven. Ik hoorde de man het volgende allemaal zeggen: `Kneus, de speeltuin is toch dicht. Als je aan mijn kind komt, ben je de mijne. Ik trek je uit huis. Wil je vechten?`. Ik probeerde de man uit te leggen dat ik de voorzitter was en dat ik de jongen enkel wilde uitleggen minder hard te rijden. Ik zag dat de man vervolgens van de scooter afstapte en naar mij toeliep. Ik zag dat de man mij een trap met zijn rechterbeen richting mijn been gaf. Ik voelde dat de voet van de man op mijn linkerbeen terecht kwam. Ik wilde mij wegdraaien. Ik voelde tijdens het wegdraaien op de linkerzijde van mijn achterhoofd een harde klap op mijn hoofd. Ik voelde direct pijn en voelde dat dit niet goed was. Ik weet niet wie mij geslagen heeft en waarmee. Ik viel toen op de grond en voelde meerdere klappen op mijn hoofd en mijn lichaam. Ik weet niet wie mij heeft getrapt of geslagen heeft op de grond. Ik heb namelijk om mijn hoofd te beschermen mijn handen voor mijn hoofd gehouden. Toen ik op de grond lag, heb ik minimaal twee trappen dan wel klappen op mijn hoofd gehad. Ik heb een gebroken oogkas, gebroken jukbeen en nog een breuk ergens in de kaakholte. Er zijn twee tanden in mijn mond afgebroken. Mijn ribben zijn gisteren in het ziekenhuis niet nagekeken omdat ik daar toen geen last van had. Ik heb daar sinds vannacht last van. Dit moet door het geweld komen.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], pagina’s 71 tot en met 73, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik en [getuige 2] stonden voor het [locatie]. Dat is de speeltuin aan de [adres 1]. We stonden te wachten op [medeverdachte]. Hij kwam aanrijden op zijn scooter. De scooter reed iets harder dan normaal en maakte iets meer geluid dan normaal. De man kwam naar ons toe. Hij
sprak [medeverdachte] op een boze manier aan. [medeverdachte] belde zijn vader. Zijn vader kwam. [verdachte] sloeg hem. Richting het gezicht.
V: Wat gebeurde er toen de man op de grond lag?
A: [verdachte] heeft de man nog twee of drie keer geslagen. In het gezicht.
V: Hoe sloeg hij?
A: Hij zat er bovenop. Hij had een knie op de grond en de andere knie wat hoger
ernaast. Hij sloeg de man met de vuist nog twee a drie keer in het gezicht.
V: Wat deed [medeverdachte]?
A: Toen de man op de grond lag, stapte [medeverdachte] van de scooter en trapte hij de man ook
nog een of twee keer.
V; Door wie werd hij op de grond gegooid?
A: Door [verdachte].
V: Wat deed de man toen hij op de grond lag?
A: Niets. [medeverdachte] trapte de man voordat [verdachte] hem sloeg.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], pagina’s 67 tot en met 69, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben samen met [getuige 1] op de scooter naar het [locatie] gereden. Dit is bij het speeltuintje. Wij waren daar aan het wachten op [medeverdachte]. [medeverdachte] kwam met zijn scooter naar ons toegereden. De man in de tuin kwam naar ons toegelopen. De man ging best dicht bij [medeverdachte] staan en zei dat [medeverdachte] met piepende banden aan kwam rijden. Hierna werd het een discussie tussen [medeverdachte] en de man. [medeverdachte] heeft zijn vader opgebeld. De vader van [medeverdachte] kwam binnen 5 minuten al bij ons aangereden op een scooter. De vader van [medeverdachte] heet [verdachte]. Het werd een scheldpartij. Hierna werd er over en weer getrapt. De vader van [medeverdachte] heeft zijn been achter het been van de man gezet en met beide armen heeft hij de man over zijn been gegooid. De man kwam op zijn rug op de grond terecht. De man probeerde op te staan. Ik zag dat de vader van [medeverdachte] met zijn been tegen de rug van de man trapte. Dit ging best hard. De man bleef hierdoor op de grond liggen. Ik kan mij niet meer herinneren met welk been de vader van [medeverdachte] trapte. Hierna sloeg de vader van [medeverdachte] de man tegen zijn gezicht. Ik zag dat [medeverdachte] naast de man ging staan en hem met zijn rechterbeen tegen het lichaam trapte. Ik kon niet precies zien waar [medeverdachte] de man
raakte. De man lag nog op zijn zij op de grond. De man heeft de hele mishandeling niks gezegd. Ik had het idee dat hij bewusteloos was geraakt terwijl hij op de grond werd gegooid.
4.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 oktober 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Toen [slachtoffer] op de grond lag zag ik mijn zoon hem schoppen. Daarna heb ik [slachtoffer] een klap op zijn linkerwang gegeven. Het klopt dat ik snel boos ben.
5.
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte], pagina 168, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik weet van mijn vader dat hij sterk is.
V: Heeft jouw vader een vechtsportachtergrond?
A: Ja vroeger boksen.
6.
Het verzoek tot schadevergoeding van 25 oktober 2024 (dit is een ander geschift als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 5°),pagina 3, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Uit het medisch onderzoek in het ziekenhuis volgt dat [slachtoffer] een gebroken oogkas links
(orbita), gebroken jukbeen links (zygoma) en een breuk in de kaakbijholte (sinus maxillaris)
heeft opgelopen door de mishandeling. Hij had ook twee afgebroken tanden (een kies links
boven was afgebroken en linksonder was een stuk afgebroken van een al beschadigde
kies). Op 19 juli 2023, 9 augustus 2023 en 4 september 2023 hebben controleafspraken plaatsgevonden bij de polikliniek om het herstel te monitoren. De jukbeenfractuur leek rustig te genezen. Ondanks dat had en heeft [slachtoffer] nog steeds last van de oogkasbreuk, waardoor hij tintelingen in zijn gezicht heeft. Volgens de arts kan het zeker een jaar, mogelijk zelfs twee tot drie jaar, duren voordat dusdanig zenuwletsel herstelt is.
7.
Het behandelverslag van 4 september 2023 (dit is een ander geschift als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 5°), als productie 4 toegevoegd aan het verzoek tot schadevergoeding van 25 oktober 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
8wk na conservatieve behandeling zygomafractuur links
Hypesthesie n.infraorbitalis passend bij status na trauma, herstel verder afwachten, herstel zenuw kan lang duren, tot sowieso 12 mnd na trauma kan herstel optreden.