ECLI:NL:RBOVE:2025:6356
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake aanvraag vervoersvoorziening voor rolstoelgebonden eiser met spina bifida
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 31 oktober 2025, staat de aanvraag van eiser centraal voor een vervoersvoorziening in de vorm van rijlessen in een aangepaste auto. Eiser, geboren in 2000 en rolstoelgebonden door spina bifida, heeft een Wajong-uitkering en heeft op 22 januari 2025 een aanvraag ingediend bij het UWV voor vergoeding van de kosten van rijlessen. Het UWV heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiser op het moment van de aanvraag geen arbeid verrichtte en geen concreet zicht had op werk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 16 juli 2025 heeft eiser zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij met een rijbewijs beter in staat zou zijn om werk te vinden. De rechtbank oordeelt dat het UWV een te beperkte uitleg geeft aan de voorwaarden voor het toekennen van de vervoersvoorziening. De rechtbank stelt dat het niet noodzakelijk is dat er al een bindende afspraak met een werkgever is, maar dat er wel concreet zicht moet zijn op werk. Eiser moet kunnen aantonen dat het bezit van een rijbewijs zijn kansen op werk aanzienlijk verbetert.
De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na deze uitspraak nadere onderbouwing te geven van zijn stelling dat het bezit van een rijbewijs zijn zicht op een baan verbetert. De rechtbank heropent het onderzoek en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. De uitspraak is gedaan door mr. F. Koster, rechter, en mr. A.A.H. Beenen-Oskam, griffier.