In deze zaak vordert Worktrans Dienstverlening B.V. betaling van veertien onbetaalde facturen van gedaagde 1, een vennootschap die wegens een gebrek aan baten is ontbonden. Worktrans heeft chauffeurs aan gedaagde 1 uitgeleend, maar gedaagde 1 heeft haar betalingsverplichtingen niet nagekomen. De rechtbank verklaart Worktrans niet ontvankelijk in haar vordering tegen gedaagde 1, omdat deze vennootschap niet meer bestaat. Daarnaast houdt Worktrans gedaagde 2, de bestuurder van gedaagde 1, aansprakelijk voor de schade die zij lijdt door de onbetaalde facturen. De rechtbank oordeelt echter dat de hoge lat voor bestuurdersaansprakelijkheid niet is gehaald, omdat gedaagde 2 niet wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat gedaagde 1 haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De vorderingen tegen gedaagde 2 worden afgewezen. Worktrans wordt veroordeeld in de proceskosten.