Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 november 2025 een beschikking gegeven in het kader van een verzoekschrift van een minderjarige, hierna te noemen [verzoeker]. Het verzoekschrift, dat op 8 september 2025 is ingediend, betreft de toekenning van een handlichting op basis van artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 november 2025, waarbij [verzoeker] en zijn gezaghebbende ouders, mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2], aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] een zelfstandige onderneming is gestart met de verkoop van sieraden en dat hij een zakelijke bankrekening wil openen om zijn privé- en zakelijke financiën te scheiden. De ouders van [verzoeker] hebben het verzoek mede ondertekend en verklaard het eens te zijn met de onderneming van hun zoon. De kantonrechter heeft geoordeeld dat aan de wettelijke vereisten voor handlichting is voldaan, aangezien [verzoeker] 16 jaar oud is en zijn ouders toestemming hebben gegeven.
De beschikking houdt in dat [verzoeker] handlichting wordt verleend, waardoor hij bevoegd is om rechtshandelingen te verrichten in verband met zijn onderneming, inclusief het openen van een zakelijke bankrekening. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de beschikking bekendgemaakt moet worden in de digitale Staatscourant en in het handelsregister, en dat de griffier hiervoor zorg zal dragen. De handlichting zal pas van kracht zijn na publicatie.