ECLI:NL:RBOVE:2025:6626

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
13 november 2025
Zaaknummer
71.183477.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van meerdere overtredingen van de Opiumwet met betrekking tot de invoer en productie van metamfetamine

Op 11 november 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van meerdere overtredingen van de Opiumwet. De verdachte is schuldig bevonden aan het opzettelijk binnenbrengen van 114,12 kilogram metamfetamine in Nederland op 9 april 2024, en aan voorbereidingshandelingen voor de productie van metamfetamine in de periode van 1 februari 2024 tot en met 14 mei 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie was ontvankelijk in de vervolging, ondanks de verdediging die stelde dat de officier niet-ontvankelijk was vanwege de overlevering vanuit Frankrijk. De rechtbank oordeelde dat de inhoud van het Europees Arrestatiebevel (EAB) niet zo strikt geïnterpreteerd moest worden dat andere feiten niet vervolgd konden worden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de invoer van metamfetamine en aan voorbereidingshandelingen voor de productie ervan. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen iPhone verbeurd verklaard, omdat deze is gebruikt bij het plegen van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.183477.24 (P)
Datum vonnis: 11 november 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats 1],
wonende aan [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat namens verdachte door zijn raadsvrouw mr. N.F. Hoogervorst, advocaat in Hilversum, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte betrokken is bij:
feit 1:de invoer van 114,12 kilogram metamfetamine op 9 april 2024;
feit 2:de voorbereiding van de invoer en productie van en handel in metamfetamine.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 9 april 2024 te [plaats], althans in de gemeente [plaats],
althans in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen,
- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in

artikel 1 lid 4 Opiumwet) en/of

- opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht

en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of

- opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 114,12 kilogram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal
bevattende (meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid
van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode 1 februari 2024 tot en met 14 mei 2024 te [plaats],
althans in Nederland, en/of België, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor
te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van een stof bevattende
(meth)amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de
Opiumwet
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van

dat feit heeft getracht te verschaffen en/of

- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te
vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door;
-(chat)gesprekken te voeren over chemicaliën en/of materialen ten behoeve van het
produceren van (meth)amfetamine en/of
-(grond)stoffen en/of een vacuümpomp en/of andere materialen te (laten)
aankopen ten behoeve van het produceren van (meth)amfetamine en/of
-ketels en/of koelers en/of andere materialen ten behoeve van het produceren van
(meth)amfetamine te (laten) aankopen en/of vervoeren en/of
-stroomtoevoer te regelen ten behoeve van het opzetten van een drugslab/het
produceren van (meth)amfetamine en/of
- een of meer opdrachten te geven aan meerdere personen met betrekking tot het

opzetten van een drugslab en/of

- telefonische contacten te hebben en/of afspraken te maken met meerdere
personen over het opzetten van een drugslab/het produceren van
(meth)amfetamine.

3.De voorvragen

3.1
Geldigheid van de dagvaarding en bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak.
3.2
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging van het onder 2 ten laste gelegde, nu verdachte is overgeleverd vanuit Frankrijk en het daaraan ten grondslag liggende uitgevaardigde Europees Arrestatiebevel (hierna: EAB) enkel ziet op één feit, te weten het onder 1 ten laste gelegde. Subsidiair heeft de verdediging gesteld dat de zaak dient te worden aangehouden in verband met de benodigde toestemmingsprocedure.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt wel ontvankelijk te zijn, gelet op de inhoud van het EAB.
De rechtbank overweegt het volgende. Op grond van artikel 48 Overleveringswet in verbinding met artikel 27, tweede lid, Kaderbesluit kan een aan Nederland overgeleverd persoon niet worden vervolgd, berecht of anderszins van zijn vrijheid beroofd, wegens een of meer andere vóór de overlevering begane feiten dan de feiten die de reden tot de overlevering zijn geweest, tenzij een van de in artikel 27, eerste en derde lid, Kaderbesluit bedoelde gevallen zich voordoet. Voor de vervolging voor en berechting van deze andere feiten kan wel toestemming worden gevraagd aan de uitvoerende rechterlijke autoriteit die de gezochte persoon heeft overgeleverd.
De Hoge Raad heeft op 27 november 2007 (ECLI:NL:HR2007:BB3994) arrest gewezen ter zake een verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie omdat de verdachte zou zijn vervolgd voor feiten waarvoor hij niet door Spanje is overgeleverd. De Hoge Raad overweegt in die zaak dat, anders dan het middel betoogt, het hof de inhoud van het EAB mocht betrekken bij zijn uitleg van de beslissing van de Spaanse rechter.
In de zaak [naam 1] en [naam 2] (HvJ EG 1 december 2008, NJ 2009, 394, m.nt. [naam 3], ECLI:EU:C:2008:669), heeft het Hof van Justitie uiteengezet wanneer sprake is van een ‘ander feit’. Het Hof van Justitie overweegt daarin onder meer (r.o. 57):
“Om uit te maken of al dan niet sprake is van ‘enig ander feit’ dan dat welk de reden tot de overlevering is geweest, moet worden nagegaan of de bestanddelen van het strafbare feit, volgens de wettelijke omschrijving die in de uitvaardigende lidstaat daarvan is gegeven, die zijn waarvoor de persoon is overgeleverd en of er voldoende overeenstemming is tussen de gegevens in het aanhoudingsbevel en de gegevens in de latere procedurele handeling.”
In deze zaak heeft de rechter-commissaris op 20 augustus 2024 een EAB uitgevaardigd ten behoeve van de aanhouding en overlevering van verdachte met het oog op strafvervolging. In het bevel staat dat dit bevel betrekking heeft
“op in totaal één (1) strafbaar feit”.Vervolgens volgt een beschrijving van de omstandigheden waaronder
“het strafbare feit/de strafbare feiten”zijn gepleegd. In die beschrijving valt onder meer te lezen:
“[verdachte] wordt ervan verdacht betrokken te zijn bij de invoer van methamfetamine en de voorbereidingshandelingen ten aanzien van een methamfetaminelab”.Ten aanzien van de aard en wettelijke kwalificatie van het strafbare feit en toepasselijke bepalingen vermeldt het EAB artikel 2, 10 en 10a Opiumwet.
De rechtbank is van oordeel dat, hoewel het EAB letterlijk vermeldt dat het ziet op één (1) feit, het EAB op basis van de verdere inhoud daarvan niet zodanig strikt dient te worden uitgelegd dat de overige in het bevel genoemde feiten en omstandigheden van ondergeschikt belang zouden zijn. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de inhoud van het EAB dat de overlevering van verdachte ook zag op de onder feit 2 ten laste gelegde voorbereidingshandelingen. Een toestemmingsprocedure, en dus aanhouding van de zaak, is gezien het voorgaande niet aan de orde.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging, ook ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde.
3.3
Redenen voor schorsing van de vervolging
De rechtbank stelt vast dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 9 april 2025 reed een Nissan Qashqai, voorzien van kenteken [kenteken], vanuit België Nederland binnen en werd op de A58 staande gehouden. De bestuurder van de auto identificeerde zich als [naam 4]. In de Nissan stonden acht bigshoppers met daarin in totaal ruim 114 kilo metamfetamine.
In de bemonstering van vier van de acht bigshoppers is DNA aangetroffen dat afkomstig kan zijn van verdachte.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van beide ten laste gelegde feiten.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak voor beide feiten bepleit. Daartoe is aangevoerd dat de Signal accounts [alias 1] en [alias 2] niet aan verdachte kunnen worden toegeschreven en dat het aantreffen van DNA sporen op de tassen waarin drugs werd vervoerd, onvoldoende is om te bewijzen dat verdachte wist van de inhoud van die tassen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De identificatie van de Signal accounts
Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen Signal chatgesprekken. De vraag die allereerst moet worden beantwoord, is of verdachte te identificeren is als de gebruiker van de Signal accounts ‘[alias 1]’ en ‘[alias 2]’. Omdat het antwoord op deze vraag van belang is bij de beoordeling van het bewijs van beide ten laste gelegde feiten, zal de rechtbank die vraag hier eerst en voorafgaand aan de bespreking van de afzonderlijke feiten, beantwoorden.
In de onder [naam 4] aangetroffen iPhone 12 Mini zijn Signal-chats aangetroffen met ene ‘[alias 1]’ die gebruik maakt van een Belgisch telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 1].
In een andere telefoon, die in onderzoek 26Blaziken in beslag is genomen onder de van het opzetten van een metamfetaminelab verdachte [medeverdachte], zijn eveneens chats aangetroffen met ene ‘[alias 1]’. Van 25 februari 2024 tot en met 2 maart 2024 is een Nederlands telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2] aan dit Signal-account gekoppeld. Vanaf 3 maart 2024 het hiervoor genoemde Belgische telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 1].
Uit analyse van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 2] komt naar voren dat de meest aangestraalde zendmasten in de omgeving van de [adres] in [plaats] zijn. Verdachte is ingeschreven in de Basis Registratie Personen op het adres [adres].
Op 11 februari 2024 verstuurt ‘[alias 1]’ met het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 2] een
spraakbericht aan [medeverdachte]. Verdachte heeft bij de politie op 10 februari 2025 erkend
dat het zijn stem is, die te horen is in het audiobestand.
Op 6 en 7 april 2024 vraagt ene ‘[alias 3]’ in een chat aan [naam 4] om het nummer van ‘[alias 1]’, omdat hij een nieuw nummer zou hebben gekregen. [naam 4] stuurt als reactie een Nederlands telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 3]. Dit nummer staat in de telefoon van [naam 4] opgeslagen als ‘[alias 2]’. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat ‘[alias 1]’ en ‘[alias 2]’ een en dezelfde persoon zijn.
Op 26 maart 2024 passeert de hiervoor genoemde Nissan, voorzien van een politiebaken, de grens bij Hazeldonk om 15:10. Om 15:12 maakt het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 3] ([alias 2]) contact met het Nederlandse telecomnetwerk via een zendmast bij Hazeldonk. Om 15:31 maakt het telefoonnummer contact met een zendmast in [plaats] in de omgeving van de [adres].
De rechtbank komt op basis van deze feiten en omstandigheden tot het oordeel dat verdachte de gebruiker is geweest van beide genoemde accounts.
De verweren van de verdediging dat verdachte in de telefoon van [naam 4] was opgeslagen onder een andere naam dan [alias 1] en dat het dossier groepschats bevat waaraan zowel [alias 1] als verdachte (met zijn account [alias 4]) deelnamen, brengen de rechtbank niet tot een ander oordeel. Het is immers niet ongebruikelijk om meerdere accounts te hebben en mogelijk om met meerdere accounts aan een groepsgesprek deel te nemen. Bovendien vonden deze groepsgesprekken plaats ruim na de ten laste gelegde periode, waardoor hier geen conclusies uit getrokken kunnen worden wat betreft het gebruik van het account [alias 1] in de ten laste gelegde periode. Het verweer dat verdachte in de ten laste gelegde periode niet in de woning aan de [adres] in [plaats] heeft verbleven acht de rechtbank tot slot niet aannemelijk, nu uit login gegevens van de bankrekening van verdachte volgt dat verdachte in deze periode in Nederland is geweest en verdachte geen ander adres in Nederland had.
Feit 1
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of en zo ja in welke mate verdachte betrokken is geweest bij de invoer, het vervoer en het aanwezig hebben van ruim 114 kilogram metamfetamine. Verdachte is niet degene geweest die de invoer feitelijk heeft gepleegd door met de metamfetamine de grens over te rijden.
De vraag is dan ook of verdachte als medepleger kan worden aangemerkt. De medepleger wordt ingevolge artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) als dader bestraft. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat voor een bewezenverklaring van medeplegen vereist is dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen twee of meer personen bij het plegen van een delict, waarbij de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. [1] Deze samenwerking kan in sommige gevallen afgeleid worden uit een gezamenlijk plan of gezamenlijk optreden. Het begrip samenwerking heeft ook een intentionele betekenis; uit de uiterlijke verschijningsvorm van gedragingen kan in bepaalde gevallen het doelgerichte karakter worden afgeleid en daarmee ook de gezamenlijke intenties van de betrokken verdachten om het doel te verwezenlijken.
Feiten en omstandigheden
Op grond van de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in de bijlage, stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Voorafgaand aan de invoer op 9 april 2024 voert [naam 4] chatgesprekken met verdachte (met de accounts ‘[alias 1]’ en ‘[alias 2]’) over ‘1tjes’en ‘2tjes’ op bakken. De metamfetamine die op 9 april 2024 in de Nissan door de politie is aangetroffen, was verpakt in bakken waarop deze vermelding is aangetroffen. [naam 4] vraagt in een van de gesprekken aan [alias 2] wat precies de bedoeling is. [alias 2] antwoordt dat er zo onder andere "16eentje van A2 en 11 oude eentje" worden opgehaald. In een ander gesprek zegt [alias 2] tegen [naam 4] dat iemand bakjes komt ophalen. Op 7 maart 2024 stuurt [naam 4] aan [alias 1] een video waarop verschillende plastic bakjes te zien zijn met hierin witte brokjes gelijkend op Chrystal Meth. De witte bakjes hebben een blauwe deksel met de opdruk "Alaska". Deze bakjes komen qua vorm en kleur overeen met de bakjes met metamfetamine die in de Nissan zijn aangetroffen. In een chat die plaatsvindt tussen 29 februari en 30 maart 2024 zegt [naam 4] tegen [alias 1] dat hij even niet meer komt werken. [alias 1] schrijft vervolgens: "Jij gaat nergens heen broer". Jij hebt contact getekend".
Oordeel rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [naam 4] bij de invoer van metamfetamine samengewerkt met anderen, waaronder verdachte (‘[alias 1]’/‘[alias 2]’). Verdachte is degene die [naam 4] aanstuurt en [naam 4] is degene die feitelijk met de metamfetamine de grens over rijdt. Dat verdachte ook feitelijke handelingen heeft verricht met betrekking tot de metamfetamine volgt naar het oordeel van de rechtbank uit het feit dat zijn DNA-materiaal op de hengsels van een aantal bigshoppers is aangetroffen, waarin de metamfetamine werd vervoerd. De verklaring van verdachte dat de aanwezigheid van zijn DNA-materiaal kan worden verklaard doordat hij op enig moment in soortgelijke tassen spullen heeft ingezameld voor een goed doel, is onvoldoende aannemelijk geworden. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat het DNA-materiaal van verdachte op de hengsels van de tassen is gekomen bij het in de auto plaatsen van de metamfetamine. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte, door [naam 4] aan te sturen en de tassen in de auto te plaatsen, een voldoende wezenlijke bijdrage geleverd aan het onder 1 ten laste gelegde.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de invoer, het vervoer en het aanwezig hebben van ruim 114 kilo metamfetamine.
Feit 2
Juridisch kader voorbereidingshandelingen 10a Opiumwet
Er is sprake van voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet indien de verdachte opzettelijk
- een ander tracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen,
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit tracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
De rechtbank dient te beoordelen of deze handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met deze handelingen voor ogen had. Een voornemen en/of vraag uitzetten kan al een dergelijke strafbare handeling opleveren indien deze handeling concreet op het doel is gericht.
Feiten en omstandigheden
Hiervoor is vastgesteld dat verdachte het Signal account [alias 1] heeft gebruikt. Met dit account heeft verdachte meerdere gesprekken gevoerd met verschillende personen, waaronder de hiervoor genoemde [medeverdachte]. [medeverdachte] werd verdacht van het opzetten van een metamfetaminelab in België. Volgens de officier van justitie is hij hiervoor inmiddels ook veroordeeld.
Op grond van de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in de bijlage, stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
In een groepschat met de naam ''ketels weg brengen" die plaatsvond van 15 februari tot en met 20 februari 2024 wordt door [alias 1] gesproken over een ketel en een koeler die moeten worden weggebracht. [alias 1] geeft in dit gesprek de opdrachten. [alias 1] zegt:
“Ketel 1500L 2 vac set en koeler van die grote 1800L”, “Moet je ophalen en wegbrengen naar @;-)”, “Doe in twee keer rijden”, “Die zijn beste wel zwaar”, “Eerst 1500L mee”, “En kijk of je die andere koeler kan vinden”, “En neem die ook gelijk mee”.Saddam zegt:
“Is goed”, “Ik bel jou zodra ik daar ben met video”.[alias 1] zegt:
“@Jason kijk of je filmpje kan sturen van die lek”.
In een groepschat met de naam ‘elektra’, wordt op 11 februari 2024 gesproken over de problemen die er zijn met het aansluiten van elektra. [alias 1] stuurt twee video's waarop elektriciteitsdraad en een meterkast te zien is. [medeverdachte] zegt:
“Maar probleem was je vanaf daar je geen stroom naar je regelaar kasje krijgt tog zit er veel haast bij dan kan ik hem eventueel wakker gaan maken of kan het morgen vroeg?” [alias 1] stuurt vervolgens het volgende spraakbericht:
"Er zit echt heel veel haast bij man broer. Want ik sta hier al ehh.. ik wil gewoon het liefst nu starten deze ochtend. Nu, vanochtend wil ik eigenlijk al starten. Ik heb alles al hier liggen. Mijn werkers zijn hier ook. Die zijn hier op mij binnen aan het wachten. Die stroom die krijg ik gewoon niet.. ja als ik die Belgische stroom rechtstreeks op die kastje zet, dan valt stroom van het huis uit. Alles valt gewoon uit. Die zekering die klapt gewoon eruit. En dus ja, ik weet niet wat het is. Belgische stroom en Nederlandse kastje ehhh. Dus ik weet niet. Hier moet gewoon iets aangepast worden. Aan die kastje of iets.. of moet een kastje nog tussenkomen. Ik weet het niet maat."
In een chat van 25 februari tot en met 6 maart 2024 stuurt [medeverdachte] meerdere links naar advertenties van Marktplaats.nl over plasmasnijders naar [alias 1]. Ook stuurt [medeverdachte] een foto van een lijmklem die volgens hem op een tank gelast kan worden. [medeverdachte] vraagt ook of [alias 1] een telefoon voor hem kan meenemen waar alleen "jullie" instaan, voor de veiligheid. [medeverdachte] vraagt verder op 29 februari 2024 aan [alias 1] of hij die avond wel naar huis mag als het gelast is en de pomp werkt, omdat hij nog kapot is. Op 29 februari 2024 stuurt [medeverdachte] een bericht over een pomp en een motor aan [alias 1].
Op 3 maart 2024 verstuurt [medeverdachte] via Signal diverse bonnetjes van de bouwmarkt Hornbach naar [alias 1]. Het gaat om aankopen van onder andere een slijpschijf, lashelm, veiligheidsbril, soldeerbout en een dremel.
In een chat tussen [medeverdachte] en [alias 1] van 3 tot en met 30 maart 2024 schrijft [medeverdachte]:
''Maat regel telt voor me dit is vragen om problemen''en
''Alles lekt nu dus je kan met Niks verder die vacuum set wel goed?''[medeverdachte] schrijft:
''Maat'', ''Die ketels'',
''Is nu veel onderhou'', ''Wat is jou planning''.[alias 1] schrijft:
''Over paar dagen kan jij daar aan beginnen'', ''Dan heb je 2 weken de tijd om ze klaar te maken'', ''2 3 weken de tijd'', ''Moet ze allemaal klaar zijn''.Op 6 maart 2024 stuurt [medeverdachte] aan [alias 1] een advertentie van een vacuümpomp 2200 L.
Op 6 en 9 maart 2024 zegt [medeverdachte] dat hij wil praten met [alias 1]. Op 15 maart 2024 zegt [medeverdachte] in een chat met [alias 5] dat [medeverdachte] het eerst met 'hem' wil uitpraten, want hij heeft echt alles draaiende gemaakt, vacuümsets, tanks, motors alles en zegt hij dat hij weinig waardering heeft gekregen. Op 26 maart 2024 stuurt [alias 5] dat hij [alias 1] heeft gesproken en dat hij weet dat [medeverdachte] niet meer met [alias 1] werkt.
Oordeel rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte met het Signal account [alias 1] gesprekken heeft gevoerd met [medeverdachte] en anderen, die gaan over de benodigdheden voor en de werkzaamheden in een synthetisch drugslaboratorium. Deze gesprekken zijn voldoende concreet, gedetailleerd en duidelijk om te kunnen spreken van daadwerkelijke, concrete voorbereidingshandelingen. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte voorbereidings- en bevorderingshandelingen heeft verricht voor de vervaardiging van metamfetamine. De rechtbank stelt verder op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte, [medeverdachte] en de andere gespreksdeelnemers zich in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met deze handelingen hebben beziggehouden.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 9 april 2024 in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een
ander
- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in
artikel 1 lid 4 Opiumwet) en
- opzettelijk heeft vervoerd, en
- opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 114,12 kilogram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal
bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode 1 februari 2024 tot en met 14 mei 2024 te [plaats], althans in Nederland, en/of België, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk vervaardigen van een stof bevattende metamfetamine,
zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen
door;
-(chat)gesprekken te voeren over materialen ten behoeve van het produceren van metamfetamine en
-een vacuümpomp en andere materialen te laten aankopen ten behoeve van het produceren van metamfetamine en
-ketels en koelers en andere materialen ten behoeve van het produceren van metamfetamine te (laten) vervoeren en
-stroomtoevoer te regelen ten behoeve van het opzetten van een drugslab/het
produceren van metamfetamine en
- opdrachten te geven aan meerdere personen met betrekking tot het opzetten van een drugslab en
- afspraken te maken met meerdere personen over het opzetten van een drugslab/het produceren van metamfetamine.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
De eendaadse samenloop van:
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven
verbod;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven
verbod;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven
verbod;
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit te verschaffen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het vanuit België invoeren van ruim 114 kilogram metamfetamine (
crystal meth) naar Nederland. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de voorbereiding van de productie van metamfetamine.
Harddrugs vormen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en de productie daarvan draagt bij aan het ontstaan van verslavingen en de instandhouding daarvan. Meer specifiek is crystal meth een voor de gezondheid extreem gevaarlijke harddrug. Het gebruik daarvan is bijzonder verslavend en heeft op de gebruikers een bijna verwoestende uitwerking. Veel van de meest ernstige strafbare feiten die gepleegd worden, hangen samen met de handel en productie van drugs, waaronder liquidaties en de handel in wapens. Daarbij vallen ook slachtoffers die niets met de handel in drugs te maken hebben.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte van 5 september 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld, maar niet wegens soortgelijke strafbare feiten.
Verdachte is niet ter terechtzitting verschenen. Door en ook namens hem zijn geen bijzondere persoonlijke omstandigheden aangevoerd waar de rechtbank bij de strafoplegging rekening mee dient te houden.
De strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat gezien de aard en de ernst van de gepleegde feiten, met name de hoeveelheid verdovende middelen en de sturende rol die verdachte had bij de voorbereiding van de productie van metamfetamine, niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Dat is ook in overeenstemming met de Oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Verdachte heeft bij de politie de tenlastegelegde feiten ontkend. Nu de rechtbank komt tot een bewezenverklaring kan de rechtbank enkel gissen naar zijn beweegredenen.
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf geen rekening met de hierna te noemen verbeurdverklaring van de iPhone, nu deze slechts een relatief geringe waarde heeft.
Alles overwegend zal de rechtbank aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen iPhone verbeurd dient te worden verklaard.
De raadsvrouw heeft zich met betrekking tot het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde iPhone moet worden verbeurdverklaard, omdat het een voorwerp betreft met behulp van welke de feiten zijn begaan

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op 33, 33a, 47, 55 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
De eendaadse samenloop van:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de
Opiumwet gegeven verbod;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2, het misdrijf:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit te verschaffen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten de iPhone (nummer 1 van de beslaglijst).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Eshuis, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. F.H. van der Beek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.R. Mulder en
R. Hoonhorst, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 11 november 2025.
Buiten staat
De griffier R. Hoonhorst is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie, Eenheid Landelijke Expertise en Operaties, Dienst Infrastructuur, met de aanduiding [code 1]/LXBE24004-191, algemeen dossier. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van bevindingen Identificatie ‘[alias 1]’ en ‘[alias 2]’ op pagina’s [code 1] en 24;
2. Het proces-verbaal van bevindingen ‘[alias 1]’ straalt zendmasten omgeving [adres] te [plaats] op pagina’s [code 1].
3. Het proces-verbaal van bevindingen IP-login bankrekening [verdachte] op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 361 tot en met 363.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal stemherkenning gebruiker ‘[alias 1]’, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina [code 1]:

In onderzoek 26Blaziken is op 21 februari 2024 een Huawei P10 Lite (MEIJ91 .01 ) telefoon in beslag genomen onder verdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1991 te [geboorteplaats 2]. In deze telefoon is een Signal groepschat aangetroffen, met de naam 'elektra', waarin wordt gesproken over de problemen die er zijn met het aansluiten van de elektra. Aan deze groepschat neemt onder andere deel ene '[alias 1]' die gebruik maakt van het telefoonnummer +[telefoonnummer 4].

Op 11 februari 2024 om 23:45:26 uur verstuurt '[alias 1]' een voicebericht waarin wordt gezegd:
"Er zit echt heel veel haast bij man, broer. Want ik sta hier al eh ... Ik ik wil gewoon het liefst nu al starten in deze ochtend. Nu vanochtend wil ik eigenlijk al starten. Ik heb alles al hier liggen, mijn werkers zijn hiero. Die zijn op mij hier binnen aan het wachten. En die stroom die krijg ik gewoon niet. Ja, als ik die Belgische stroom rechtstreeks op die kastje, op die kastje zet. Dan valt het stroom van het huis uit. Alles valt gewoon uit, die die zekering, die die klapt gewoon d'r uit. En dus ja, ik weet niet wat het is. Belgisch stroom en een Nederlandse kastje. Ehh ... dus ik weet niet. Hier moet gewoon iets aangepast worden. Al die kastje, of iets, ofmoet hier gewoon een kastje nog tussen komen. Ik weet eh niet wat. "
Dit voicebericht is digitaal veiliggesteld onder de bestandsnaam: Attachment_725_-1 .
Wij verbalisanten hebben dit geluidsfragment beluisterd. Op donderdag 24 oktober 2024, om 20.06 uur, hoorden wij in cellencomplex Noord-West te Amsterdam de verdachte [verdachte] . Na het verhoor beluisterden wij nogmaals het bovengenoemde spraakbericht. Wij hoorden dat de stem van [verdachte] dezelfde intonatie en hetzelfde accent en woordgebru ik heeft als de stem in spraakbericht van [alias 1]. Vermoedelijk betreffen [alias 1] en [verdachte]
één en dezelfde persoon.
5. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, proces-verbaal 2de verhoor van de verdachte [verdachte], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina [code 1]:
V: Over welke audio heb je het?
A: Er is een audio gesprek in die groepschat. Die in het vorige verhoor aan mij is laten horen.
V: Was dat wel jou stem?
A: Ja is wel mijn stem.
Feit 1:
1. Het proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 001 en 002:
Op dinsdag 9 april 2024 kregen wij informatie dat een voertuig, een Nissan Qasqai, voorzien van kenteken [kenteken], vanuit België richting de grensovergang bij Hazeldonk reed. Op de A58 ter hoogte van op en afrit Bavel zagen wij de voornoemde Nissan rijden. Wij besloten om de bestuurder een volgteken te geven om zijn rijbewijs te controleren. Ik, verbalisant [verbalisant], sprak de bestuurder aan en vroeg hem om een rijbewijs waarna hij een geldig Nederlands rijbewijs aan mij overhandigde en opgaf te zijn genaamd: [naam 4].
AANTREFFEN BIGSHOPPERS
Wij zagen door het geopende raam dat de achterbank was neergeklapt en dat de gehele ruimte achter de bestuurder- en bijrijdersstoel tot de achterklep vol stond met bigshoppers.
AANTREFFEN CRYSTAL METH:
Ik opende de achterdeur en ritste één van de bigshoppers open. Wij zagen dat deze geheel gevuld was met witte bakjes voorzien van een blauw deksel. Ik [verbalisant], opende één van de bakjes. Wij zagen dat de inhoud bestond uit witkleurige kristallen. Wij herkenden deze kristallen direct als zijnde de harddrug Crystal Meth.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, wegen en indicatieve testen Metamfetamine uit Nissan [kenteken], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 014 tot en met 021:
Tas 1
[code 2], tas met blauwe opdruk ZessoIn de tas zat een dicht getapete plastic bak, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
Tas 2
[code 3], tas met rood geruite opdruk
In de tas zaten 12 diepvriesbakken met een blauw deksel, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Tas 3
[code 4], tas met rood geblokte opdruk.
In de tas zaten 12 diepvriesbakken met een blauw deksel, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Tas 4
[code 5], tas met rood geblokte opdruk.
In de tas zaten 12 diepvriesbakken met een blauw deksel, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding][Afbeelding]
Tas 5
[code 6], tas met rood geblokte opdruk.
In de tas zaten 10 diepvriesbakken met een blauw deksel, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
Tas 6
[code 7], grijze tas met witte stippen en zwarte handvatten, opschrift ‘das ohlson’.
In de tas zaten 21 diepvriesbakken met een blauw deksel, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Tas 7
[code 8], grijze tas met witte stippen en zwarte handvatten.
In deze tas zat een doorzichtige opbergbox, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Tas 8
[code 9], bruine tas met cirkels.
In deze tas zaten 12 diepvriesbakken met een blauw deksel, inhoudende witte kristalbrokken.
[Afbeelding]
3. Het proces-verbaal, onderzoek verdovende middelen, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven, op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 128 tot en met 149
Waarnemingen en bevindingenDoor ons werd het volgende waargenomen en bevonden.
Betreft onderzoek aan:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
4. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 150:
[Afbeelding]
5. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 151:
[Afbeelding]
6. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 152:
[Afbeelding]
7. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 153:
[Afbeelding]
8. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 154:
[Afbeelding]
9. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 155:
[Afbeelding]
10. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 156:
[Afbeelding]
11. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 157:
[Afbeelding]
12. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 158:
[Afbeelding]
13. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 159:
[Afbeelding]
14. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 160:
[Afbeelding]
15. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 161:
[Afbeelding]
16. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 162:[Afbeelding]
17. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 163:
[Afbeelding]
18. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 164:
[Afbeelding]
19. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 165:
[Afbeelding]
20. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 166:
[Afbeelding]
21. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 167:
[Afbeelding]
22. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 168:
[Afbeelding]
23. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 169:
[Afbeelding]
24. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 170:
[Afbeelding]
25. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 171:
[Afbeelding]
26. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 172:
[Afbeelding]
27. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 173:
[Afbeelding]
28. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 174:
[Afbeelding]
29. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 175:
[Afbeelding]
30. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 176:
[Afbeelding]
31. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 177:
[Afbeelding]
32. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 178:
[Afbeelding]
33. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 179:
[Afbeelding]
34. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 180:
[Afbeelding]
35. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 181:
[Afbeelding]
36. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 182:
[Afbeelding]
37. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 183:
[Afbeelding]
38. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 184:
[Afbeelding]
39. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 185:
[Afbeelding]
40. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 186:
[Afbeelding]
41. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 187:
[Afbeelding]
42. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 188:
[Afbeelding]
43. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 189:
[Afbeelding]
44. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 190:
[Afbeelding]
45. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 191:
[Afbeelding]
46. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 192:
[Afbeelding]
47. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 193:
[Afbeelding]
48. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 194:
[Afbeelding]
49. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 195:
[Afbeelding]
50. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 196:
[Afbeelding]
51. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 197:
[Afbeelding]
52. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 198:
[Afbeelding]
53. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 199:
[Afbeelding]
54. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 200:
[Afbeelding]
55. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 201:
[Afbeelding]
56. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 202:
[Afbeelding]
57. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 203:
[Afbeelding]
58. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 204:
[Afbeelding]
59. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 205:
[Afbeelding]
60. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 206:
[Afbeelding]
61. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 207:
[Afbeelding]
62. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 208:
[Afbeelding]
63. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 209:
[Afbeelding]
64. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 210:
[Afbeelding]
65. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 211:
[Afbeelding]
66. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 212:[Afbeelding]
67. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 213:
[Afbeelding]
68. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 214:
[Afbeelding]
69. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 215:
[Afbeelding]
70. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 216:
[Afbeelding]
71. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 217:
[Afbeelding]
72. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 218:
[Afbeelding]
73. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 219:
[Afbeelding]
74. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 220:
[Afbeelding]
75. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 221:
[Afbeelding]
76. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 222:
[Afbeelding]
77. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 223:
[Afbeelding]
78. Een geschrift te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 224:
[Afbeelding]
79. Een geschrift te weten het rapport DNA-onderzoek binnen onderzoek [code 1] van het Nederlands Forensisch Instituut van 30 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 371 tot en met 377:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
80. Een geschrift te weten het rapport Aanvullend DNA-onderzoek binnen onderzoek [code 1] van het Nederlands Forensisch Instituut van 11 juli 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina [code 1] BIJLAGEN 378 tot en met 381:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
81. Het proces-verbaal van bevindingen, bevindingen iPhone Mini (IBN-code ABBAA.01.02), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 239 tot en met 255:
Chat met [alias 1]
Op de telefoon is een Signal-chat aangetroffen tussen [alias 1] en [naam 4] ([naam 4]). In verband met de leesbaarheid wordt [naam 4] hierna [naam 4] genoemd. Deze chat loopt van 29 februari 2024 tot en met 30 maart 2024. Op 29 februari 2024 stuurt [naam 4] dat hij gaat stoppen met het werken met [alias 1]. In mei zou hij een jaar met [alias 1] werken, stuurt [naam 4]. [alias 1] zegt dat [naam 4] nergens heen gaat omdat hij een contract heeft getekend.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Op 7 maart 2024 stuurt [naam 4] een video naar [alias 1]. Op deze video zijn verschillende plastic bakjes te zien met hierin witte brokjes gelijkend op Chrystal Meth. De witte bakjes hebben een blauwe deksel met de opdruk "alaska". Deze bakjes komen qua vorm en kleur overeen met de bakjes die werden aangetroffen in de Nissan Qashqai op 9 april 2024. Voor en na het versturen van de video bellen [alias 1] en [naam 4] elkaar meerdere keren. Hierdoor is de context van de video onduidelijk. Hieronder staan twee screenshots uit de video afgebeeld.
[Afbeelding]
Groepsgesprek 7 april 2024
Onderstaand Signal groepsgesprek vond op 7 april 2024 plaats. De deelnemers staan in de eerste regel van de tabel vermeld. In de chat hebben de deelnemers het onder andere over "1jes" en "2jes" op bakken. Het gaat daarnaast over grondstoffen. Er wordt ook een bericht gestuurd waarin een bonnetje wordt bijgehouden en waarin bakjes tegen grondstoffen worden weggestreept. Dit bericht wordt verzonden om 13:33:20(UTC+0). [alias 6] stuurt naar [naam 4] dat er iemand spullen komt brengen naar hem. [naam 4] lijkt later geïrriteerd dat hij lang moet wachten. Hij moet nu met spullen rijden en wachten. Dat kan niet volgens hem. [alias 2] zegt dat [naam 4] niet moet stressen hierover. Even later laat [naam 4] weten dat het is gelukt.
Op 9 april 2024 zijn in de Nissan Qashqai bakjes aangetroffen met hierop onder andere geschreven "A2 1tje". Vermoedelijk wordt in onderstaande chat besproken om grondstoffen te ruilen tegen bakjes met hierin Crystal Meth.
[Afbeelding]
Onderstaande berichten zijn gelijktijdig verstuurd met het hierboven besproken groepsgesprek van 7 april 2024. In het groepsgesprek werd [naam 4] gevraagd om spullen te halen of te brengen. [naam 4] vraagt in de één-op-één chat aan [alias 2] wat precies te bedoeling is. [alias 2] antwoordt dat er zo onder andere "16eentje van A2 en 11 oude eentje" worden opgehaald. Aangezien er op de op 9 april 2024 inbeslaggenomen bakjes codes stonden als "A2 1tje" bestaat het vermoeden dat het in onderstaande chat (en in het groepsgesprek van 7 april 2024) over bakjes met hierin Chrystal Meth gaat.
[Afbeelding]
Feit 2
1. Het proces-verbaal van bevindingen Onderzoek Huawei telefoon [medeverdachte], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 392 tot en met 394:
Groepschats over drugslab in België
Uit de digitale kopie van de telefoon komt naar voren dat"@" de schermnaam op Signal is van de gebruiker van de telefoon; [medeverdachte]. Op basis van verschillende chats die via deze applicatie zijn gevoerd is het vermoeden ontstaan dat [medeverdachte] in februari 2024 betrokken was bij het opzetten van een drugslaboratorium in een huis in België.
Dit komt onder andere naar voren uit de onderstaande groepschat genaamd "Ketels weg brengen" op de chatapplicatie Signal.
[Afbeelding]
Het laboratorium bevindt zich hoogstwaarschijnlijk in een huis in België. Dit komt naar voren uit onderstaande berichten. Deze komen uit de groepschat "elektra" op Signal. De deelnemers komen grotendeels overeen met de hierboven genoemde groepschat.
Meteen hierna stuurt [alias 1] twee video's waarop elektriciteitsdraad en een meterkast te zien is. Enkele minuten later stuurt [alias 1] een voicebericht waarin het volgende te horen is:
"Er zit echt heel veel haast bij man broer. Want ik sta hier al ehh.. ik wil gewoon het liefst nu starten deze ochtend. Nu, vanochtend wil ik eigenlijk al starten. Ik heb alles al hier liggen. Mijn werkers zijn hier ook. Die zijn hier op mij binnen aan het wachten. Die stroom die krijg ik gewoon niet.. ja als ik die Belgische stroom rechtstreeks op die kastje zet, dan valt stroom van het huis uit. Alles valt gewoon uit. Die zekering die klapt gewoon eruit. En dus ja, ik weet niet wat het is. Belgische stroom en Nederlandse kastje ehhh. Dus ik weet niet. Hier moet gewoon iets aangepast worden. Aan die kastje of iets.. ofmoet een kastje nog tussenkomen. Ik weet het niet maat."
[Afbeelding]
2. Het proces-verbaal van bevindingen Onderzoek Huawei telefoon [medeverdachte], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina’s [code 1] BIJLAGEN 400 tot en met 408:
Via Signal heeft [medeverdachte] ([alias 8]) ook een chat met een contact dat in de telefoon staat opgeslagen als "[alias 5]" met telefoonnummer +[telefoonnummer 5]. De username die aan dit contact gekoppeld staat in de telefoon is "[alias 5] 2.0!".
In de onderstaande chat zegt [medeverdachte] onder andere dat hij eerst met 'hem' wil praten en dat [alias 5] het daarom nog even tussen hen moet houden. [medeverdachte] zegt dat hij 'daar' echt alles draaiende heeft gemaakt. Daarbij noemt [medeverdachte] vacuümsets, tanks en motors.
[Afbeelding]
Bootjevaren
Vanaf 20 maart 2024 tot en met 5 april 2024 vindt via Signal de groepschat met titel "bootjevaren" plaats. Deelnemers aan deze chat zijn [alias 5], [alias 7] en [alias 8] ([medeverdachte]). Onderstaande berichten komen uit deze groepschat. In deze chat geeft [medeverdachte] op 26 maart 2024 aan dat hij niet meer bij [alias 1] werkt.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
In onderstaande chat stuurt [medeverdachte] meerdere links naar advertenties van Marktplaats.nl door over plasmasnijders. Ook stuurt [medeverdachte] een foto van een lijmklem die volgens hem op een tank gelast kan worden. [medeverdachte] vraagt of [alias 1] een telefoon voor hem kan meenemen waar alleen "jullie" instaan, voor de veiligheid. [medeverdachte] vraagt op 29 februari 2024 aan [alias 1] of hij die avond wel naar huis mag als het gelast is "en pomp werk" omdat hij nog kapot is. Op 29 februari 2024 stuurt [medeverdachte] een bericht over een pomp en een motor.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Op 3 maart 2024 vraagt [medeverdachte] opnieuw om een "telt" (vermoedelijk telefoon) aan [alias 1]. Ook vraagt [medeverdachte] of die vacuümset wel goed is.
[Afbeelding]
Op 6 maart 2024 bespreken [medeverdachte] ketels, motoren en "roer werken". [alias 1] geeft aan dat [medeverdachte] 2 a 3 weken heeft om alles klaar te maken. [medeverdachte] geeft aan dat hij wil gaan zitten met [alias 1] en dat hij dit al een paar keer heeft gevraagd.
[Afbeelding]
Op 9 maart 2024 stuurt [medeverdachte] verschillende kassabonnetjes naar [alias 1]. Ook geeft [medeverdachte] nogmaals aan dat hij die week eerst wil praten met [alias 1].
[Afbeelding]

Voetnoten

1.Overzichtsarrest HR 2 februari 2014:ECLI:HR:2014:3474, NJ 2015/39.