Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het UWV
Samenvatting
Procesverloop en totstandkoming van het bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
De overweging van het UWV in het bestreden besluit dat eiseres in de periode van 12 oktober 2023 tot 27 januari 2024 niet arbeidsongeschikt was, is voorts niet verenigbaar met een eerdere beslissing van het UWV. Met een besluit van 20 december 2023 heeft het UWV aan eiseres in verband met de ziekmelding per 10 oktober 2023 met ingang van 1 november 2023 een Ziektewet-uitkering toegekend. Eiseres was dus in elk geval - volgens dat besluit van het UWV - ziek op 10 oktober 2023, op 11 oktober 2023 en ook met ingang van
Afgaand op alle informatie concludeer ik dat cliënt een belaste voorgeschiedenis heeft met forse traumatische ervaringen in haar jeugd. Zij is bekend met een fors belaste psychiatrische voorgeschiedenis. Daarnaast is zij bekend met diabetes mellitus en epilepsie. Zij is begin 2023 na vele jaren niet gewerkt te hebben, voltijds gaan werken. Dit gaf direct veel stress en spanning. Dat is gelet op haar situatie invoelbaar. Het is ook een grote verandering om na zoveel jaar ineens weer voltijds te gaan werken. Dit vergt een flinke aanpassing van mensen, dus ook van cliënt. Dat dit in het begin tot wat korte verzuimperiodes leidt is daarom niet vreemd. Het is te waarderen dat cliënt hiervoor gekozen heeft. Zij koos er ook voor om nadat zij ontslag nam bij Quality contacts, wederom een voltijds baan te accepteren bij GLS (via Olympia). Ik concludeer daaruit dat zij zichzelf daartoe blijkbaar in staat achtte ondanks de spanningen en de problemen die zij had ervaren bij Quality Contacts.Op 24-08-2023 heeft zij na jarenlang (met medicatie) aanvalsvrij te zijn geweest weer een epileptisch insult gehad. Dit is waarschijnlijk uitgelokt door stress en spanningen. In die periode had zij ook stress rond ziekte van haar zoon. Zij heeft zich per 10-09-2023 weer beter gemeld (volgens info van werkgever) en nam per 11-09-2023 ontslag. (…) Ik ga niet mee met haar claim dat zij door haar psychische en mentale gesteldheid toen nog arbeidsongeschikt was. Deze problematiek was op en rond 10-10-2023 niet anders geworden en daar heeft zij eerder mee gewerkt.”
“
Cliënt had op zich op 10-10-2023 blijkens haar eigen verklaring (ingevuld op 07-12-2023) ziek gemeld vanwege bronchitisachtige verschijnselen. Maar zij gaf daarbij tevens aan dat zij vooral mentale en psychische problemen had.”
Uit de brief van de huisarts d.d. 15-02-2024 blijkt dat cliënt daar bekend is met een belast verleden waarin zij uitgebreid behandeld is in de psychiatrie en dat de huisarts zich afvroeg of voltijds werken niet te hoog gegrepen was voor cliënt.”
Sinds cliënt in begin 2023 is gaan werken is zij blijkens de informatie van cliënt en de huisarts diverse keren kortdurend uitgevallen. Zij heeft op 24-08-2023 een epileptische aanval gehad, waarschijnlijk veroorzaakt door stress en slaaptekort. Zij was daarvoor naar eigen zeggen met medicatie al 15 jaar aanvalsvrij. Inmiddels heeft de neuroloog haar extra medicatie voorgeschreven, waarmee zij beter slaapt.”
Eiseres heeft al vroeg na haar ziekmelding in oktober 2023 aangegeven dat haar aanvankelijke uitval weliswaar bronchitis betrof, maar dat haar eigenlijke problemen psychisch van aard waren. De rechtbank ziet dit onder meer bevestigd in de vragenlijst van 7 december 2023 en 19 december 2023.
Uit het huisartsenjournaal van 15 februari 2024 blijkt voorts, zoals ook door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is erkend, dat bij eiseres sprake is van een verleden van (ernstige) psychische klachten. Desondanks is eiseres op instigatie van haar partner fulltime gaan werken, nadat zij jarenlang enkel vrijwilligerswerk had gedaan. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aangegeven dat dit gelet op haar situatie invoelbaar veel stress gaf en dat dit van een ieder een flinke aanpassing zou vergen. Echter, het komt de rechtbank voor, gelet op alle medische informatie die in het dossier beschikbaar is, dat het van eiseres een meer dan gemiddelde aanpassing zou vergen gelet op haar verleden. Dat blijkt ook uit de omstandigheid dat eiseres meermaals in de maatgevende arbeid is uitgevallen. Zij voldeed immers ook niet aan de wekeneis in het kader van de Werkloosheidswet. Dat duidt er daarom naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet op dat zij probleemloos de maatgevende arbeid heeft kunnen verrichten met de al bestaande klachten, zoals de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanneemt.
De huisarts stelde voorts in het huisartsenjournaal de vraag of voltijdswerken gelet op het verleden van eiseres niet te hoog gegrepen was. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er onvoldoende blijk van gegeven deze opmerking bij haar beoordeling te hebben betrokken.
Tevens heeft eiseres op 24 augustus 2023 een epileptische aanval gehad. De huisarts heeft aangegeven dat dit waarschijnlijk is veroorzaakt door stress en slaaptekort. Daarvoor was eiseres naar eigen zeggen met medicatie al 15 jaar aanvalsvrij. Dat deze aanval voornamelijk zou zijn gekomen door de stress aangaande de gezondheid van haar zoon blijkt niet uit het dossier, maar lijkt slechts een vooronderstelling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geconcludeerd dat eiseres door het aanvaarden van een nieuwe baan zichzelf blijkbaar daartoe in staat achtte ondanks de spanningen en de problemen die zij had ervaren bij Quality Contacts. Ook dit acht de rechtbank op basis van de gegevens onvoldoende navolgbaar. De inschatting van eiseres zelf dat zij in staat was om fulltime te werken, maakt niet dat zij daartoe ook daadwerkelijk in staat was. Uit de vele uitval in combinatie met de medische informatie blijkt dat dit niet het geval was.
Conclusie en gevolgen
De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen het UWV het gebrek kan herstellen op zes weken na verzending van deze tussenuitspraak.
Beslissing
mr.E.G.M. ten Kate, griffier.