Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[derde belanghebbende]uit [woonplaats 2] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland een omgevingsvergunning verleend aan [derde belanghebbende] voor het plaatsen van een pré-mantelzorgwoning op het perceel van haar zoon. De vergunning is geldig voor een periode van tien jaar. [eiser], die op het naastgelegen perceel woont, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en verzocht om een voorlopige voorziening om de bouw van de woning te schorsen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van [eiser] afgewezen, ondanks het feit dat er gebreken in de omgevingsvergunning zijn vastgesteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college deze gebreken in bezwaar kan herstellen en dat er geen sprake is van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de partijen afgewogen en geconcludeerd dat de zorgen van [eiser] over de inbreuk op zijn privacy op dit moment minder zwaar wegen, aangezien de pré-mantelzorgwoning pas bewoond zal worden na de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 7 november 2025 en de uitspraak is gedaan op 17 november 2025.