8.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair, het misdrijf:
poging tot zware mishandeling;
feit 2 het misdrijf:
overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
-
ontzegtverdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- beveelt dat de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevorderd en ingehouden is geweest, ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994, afgetrokken wordt van de duur van de ontzegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.W. Eshuis en
mr. J.G.M. Fluttert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 november 2025.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025015101. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
1. Het proces-verbaal aangifte van 10 januari 2025, pagina’s 23 en 24, inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring:
Op 10 januari 2025 omstreeks 19:15 uur liep ik naar mijn bus. Ik voelde opeens een hard voorwerp tegen mij aankomen. Ik hoorde glas op de grond vallen. Daarna viel ik op de grond. Ik hoorde een geluid van een auto. Ik voelde veel pijn aan mijn ribben en schouder. Ik had ook pijn aan mijn handen en benen. Ik zag dat mijn handen aan het bloeden waren.
Ik hoorde later van getuigen dat er een auto tegen mijn aangereden was en daarna was weggereden.
2. Het proces-verbaal bevindingen van 11 januari 2025, pagina’s 32 tot en met 34, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1], zakelijk weergegeven:
Ik zag dat de bestuurder van de donkere kleine auto, bestuurder 2, bestuurder 1 bleef aankijken en ondertussen zijn auto deur opende. Ik zag dat hij vervolgens in zijn auto stapte. Ik zag dat bestuurder 1 via het trottoir richting zijn bestelbus liep. Ik zag dat bestuurder 2 vervolgens zijn auto achteruit reed. Ik zag dat dit met een flinke snelheid ging. Ik zag dat de auto vervolgens een kleine stuurbeweging maakte waardoor de rechter twee wielen op het trottoir reden en de linker twee wielen nog net op het randje van de weg aan de straatkant van het trottoir. Ik zag dat bestuurder (de rechtbank leest hier 1) ter hoogte van het huis met het spandoek liep, half om keek en vervolgens geraakt werd door de auto. Ik zag dat bestuurder 1 daardoor op de grond viel en nog een stuk verder rolde. Ik zag dat de kleine donkere auto vervolgens met hoge snelheid vooruit reed en (…) uit beeld verdween.
3. Het proces-verbaal FO verkeer, Onderzoek videobeelden, pagina’s 57 tot en met 68, inhoudende het relaas van [verbalisant 2];
Enige tijd nadat verdachte weer ingestapt was, is op de beelden zichtbaar dat de Volkswagen
achterwaarts begint te rijden. Het voertuig trekt daarbij vrij vloeiend op, zonder zichtbaar te horten of te stoten. (…) Te zien is dat tijdens het achterwaarts rijden het voertuig een
sturende beweging maakt, waarbij het eerst richting de rijbaan beweegt en daarna terug beweegt om grotendeels op het trottoir te gaan rijden. Te zien is dat de andere persoon vervolgens ter hoogte van het pand op perceel 28 van de Eekwal aangereden wordt, waarna de Volkswagen direct voor het aldaar aangebrachte zebrapad stopt en daarna voorwaarts wegrijdt. (…) Als het videobestand bekeken wordt (…) is te zien dat tussen het moment dat het voertuig achterwaarts begint te rijden en het moment van de botsing 3 seconden zit. De bestuurder van de Volkswagen legde de afstand van 16 à 17 meter in zo'n 4,4 seconde af, waarbij hij vanuit stilstand achterwaarts optrok en weer tot stilstand remde. (…) Uit onderzoek bleek dat alleen bij forse acceleratie en een forse remming het mogelijk was om rond de 4,5 seconde de testafstand van 17 meter af te leggen.
4. Het proces-verbaal ter terechtzitting 4 november 2025, inhoudende de door verdachte afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 10 januari 2025 in Zwolle met mijn auto op [slachtoffer] afgereden. Ik wilde hem bang maken.
Ik ben na het ongeval weggereden.