ECLI:NL:RBOVE:2025:6785

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
NL:TZ:2501730:R-RK
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de schuldsaneringsregeling en verzoek om eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 27 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door de verzoeker, geboren in 1997 op de Nederlandse Antillen. De verzoeker heeft verzocht om toelating tot de schuldsaneringsregeling en om een eerdere ingangsdatum dan 27 oktober 2025. De rechtbank heeft het verzoek tot toelating toegewezen, maar het verzoek om een eerdere ingangsdatum afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet voldoende onderbouwd was, aangezien er geen aanbod aan schuldeisers was gedaan en het onbekend was of er beslag op het inkomen van de verzoeker lag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker de omstandigheden die hebben geleid tot haar schulden onder controle heeft gekregen en dat zij zich zal inspannen om de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen. De termijn van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. De rechtbank heeft ook een rechter-commissaris en een bewindvoerder benoemd en bepaald dat alle gelegde beslagen komen te vervallen. De verzoeker kan binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep instellen.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Team Insolventie
Zittingsplaats Zwolle
Rekestnummer: NL:TZ:2501730:R-RK
Vonnis van maandag 27 oktober 2025
op het verzoek van
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats], Nederlandse Antillen,
wonende te [woonplaats];
verzoeker, hierna te noemen [verzoeker],
tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Samenvatting
[verzoeker] heeft verzocht om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling en heeft daarbij om een eerdere ingangsdatum verzocht.
De rechtbank wijst het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling toe en wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum af.

1.De procedure

1.1.
De procedure bestaat uit:
- het schuldsaneringsverzoekschrift met bijlagen;
- de zitting van maandag 20 oktober 2025, waarbij aanwezig was:
- [verzoeker]
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Het verzoek

2.1.
[verzoeker] verzoekt om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling waarbij zij ook verzoekt om de ingangsdatum van de termijn van de schuldsanering op een eerdere datum te bepalen. [verzoeker] heeft een schuldenlast die zij niet zelf kan aflossen.

3.De beoordeling

3.1.
Het is een hoofdinsolventieprocedure (artikel 3, eerste lid, van de Insolventieverordening (EU 2015/848)).
3.2.
De rechtbank wijst het verzoek toe. Het verzoek voldoet aan de daaraan gestelde eisen. [verzoeker] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden, onder controle heeft gekregen. Ook heeft [verzoeker] voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
3.3.
In het verzoekschrift is verzocht de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling te bepalen op 20 september 2024. Dit verzoek is niet onderbouwd. Er is geen aanbod gedaan aan schuldeisers en er is niet afgedragen voor de schuldeisers. Het is onbekend of er sprake was van spaarcapaciteit en of er beslag lag of ligt op het inkomen van [verzoeker]. De rechtbank wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum dan ook af.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats], Nederlandse Antillen,
wonende te [woonplaats];
4.2.
stelt de termijn van deze regeling vast op de achttien maanden, te rekenen vanaf
27 oktober 2025;
4.3.
wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum af [1] ;
4.4.
benoemt tot rechter-commissaris mr. K.J. Haarhuis;
4.5.
benoemt tot bewindvoerder [bewindvoerder], [adres];
4.6.
geeft de bewindvoerder de opdracht om de post van [verzoeker] in te zien totdat de regeling eindigt, maar in elk geval niet langer dan dertien maanden;
4.7.
bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag opnemen volgens het besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen zolang de schuldsaneringsregeling loopt en voor zover de boedel toereikend is;
4.8.
stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen.
Gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.