ECLI:NL:RBOVE:2025:6791
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beëindiging Ziektewetuitkering wegens arbeidsongeschiktheid
Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn Ziektewetuitkering door het UWV. Eiser, een 34-jarige man die als elektromonteur werkte, meldde zich op 15 februari 2023 ziek vanwege rugklachten. Na een periode van ziekte ontving hij vanaf 1 maart 2024 een Ziektewetuitkering. Het UWV beëindigde deze uitkering per 18 juni 2024, omdat zij van mening was dat eiser in staat was om meer dan 65% van zijn laatstverdiende loon te verdienen, ondanks zijn beperkingen. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zijn beperkingen waren onderschat en dat hij volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft het beroep op 17 oktober 2025 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had besloten de Ziektewetuitkering te beëindigen, omdat de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig had gehandeld en de beperkingen van eiser adequaat had beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat eiser in staat was om de geduide functies te verrichten en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser kreeg geen gelijk en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend.