Uitspraak
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
vierde kwartaal 2020 (zie DOC-009, p. 9 e.v. en DOC-030)”.
2020”, gezien de verwijzing naar de DOC-nummers, als een kennelijke verschrijving – bedoeld is “
2019” – en zal deze verbeteren in de bewezen-verklaring.
- de naam en KvK-nummer van [bedrijf 2] op de factuur correct zijn, maar het adres en BTW-nummer niet;
- [bedrijf 2] sinds 23 maart 2020 was gevestigd op het adres [adres 1] (dit was destijds het woonadres van [naam 4] en verdachte) en niet op het op de factuur vermelde adres [adres 3] ;
- het op de factuur genoemde BTW-nummer gelijk is aan het BSN (Burger Service Nummer) van [naam 4] met als toevoeging [toevoeging] ;
- het adres van [bedrijf 1] dat op de factuur vermeld staat, niet correct is ( [bedrijf 1] was volgens het handelsregister van de KvK op 7 december 2019 niet gevestigd op het adres [adres 4] , maar aan de [adres 5] );
- het bankrekeningnummer dat op de factuur staat vermeld en waarop [bedrijf 1] moet betalen, niet op naam staat van [bedrijf 2] maar op naam van [bedrijf 1] ;
- op de factuur de vestigingsplaats van [bedrijf 1] fout is gespeld (
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
valsheid in geschrift.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
valsheid in geschrift;
gevangenisstrafvoor de duur van
35 (vijfendertig) maanden.
Amesburyvan de Belastingdienst/FIOD/kantoor Almelo met dossiernummer [nummer 1] .
[bedrijf 1] B.V.van 18 mei 2021 (DOC-001, pag. 442 e.v.), voor zover inhoudende:
[afbeelding]
[bedrijf 2] B.V.van 31 maart 2021 (DOC-002, pag. 449 e.v.), voor zover inhoudende:
de [stichting]van 14 september 2021 (DOC-003, pag. 456 e.v.), voor zover inhoudende:
[eenmanszaak 2]van 2 juli 2021 (DOC-033, pag. 590 e.v.), voor zover inhoudende:
[bedrijf 4] BVvan 13 april 2021 (DOC-004, pag. 462), voor zover inhoudende:
[bedrijf 5]van 15 april 2021 (DOC-005, pag. 466), voor zover inhoudende:
[bedrijf 1] B.V.,
[gebruikersnaam 1]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 1] .
oktober 2019 (2X), december 2019, oktober 2020 (2X), november 2020 (2X) en december 2020 (2X)de suppletie omzetbelasting betreffende belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst.
oktober 2019 (2X), december 2019, oktober 2020 (2X), november 2020 (2X) en december 2020 (2X)de suppletie omzetbelasting betreffende voorgenoemde belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst internetsite met gebruikmaking van de uitgereikte gebruikersnaam en het daaraan gekoppelde wachtwoord.
[bedrijf 1] B.V.,
[gebruikersnaam 1]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 1] .
maart 2021de suppletie omzetbelasting betreffende
maart 2021de suppletie omzetbelasting betreffende
[bedrijf 1] B.V., [adres 1] RSIN [BSN-nummer 1] (hierna: de belastingplichtige):
[gebruikersnaam 1]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 1] .
mei 2021de suppletie omzetbelasting betreffende voorgenoemde
[bedrijf 2] B.V., [adres 1]
[gebruikersnaam 2]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 2] .
tijdvakken november 2019, december 2019 (2X) en december 2020de suppletie omzetbelasting betreffende belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van do Belastingdienst.
november 2019, december 2019 (2X) en december 2020de suppletie omzetbelasting betreffende voorgenoemde belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst internetsite met gebruikmaking van de uitgereikte gebruikersnaam en het daaraan gekoppelde wachtwoord.
[bedrijf 2] B.V., [adres 7]
[gebruikersnaam 2]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 2] .
april 2021de suppletie omzetbelasting betreffende voorgenoemde
[naam 1], [adres 2]
[gebruikersnaam 3]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 3] .
3ͤ kwartaal 2019, 4ͤ kwartaal 2019, maart 2020 en november 2020de suppletie omzetbelasting betreffende belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst.
3ͤ kwartaal 2019, 4ͤ kwartaal 2019, maart 2020 en november 2020de suppletie omzetbelasting betreffende voorgenoemde belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst internetsite met gebruikmaking van de uitgereikte gebruikersnaam en het daaraan gekoppelde wachtwoord.
[bedrijf 1] B.V., [adres 1] , fiscaal nummer [BSN-nummer 1] (hierna te noemen belastingplichtige):
[gebruikersnaam 1]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 1] .
3ͤ kwartaal 2020 en 4ͤ kwartaal 2020zijn de aangiften accijns betreffende belastingplichtige elektronisch binnengekomen via internet op de computersystemen van de Belastingdienst.
[bedrijf 2] B.V., [adres 1]
[gebruikersnaam 2]van de aangever is geactiveerd met het daarbij opgegeven e-mailadres [e-mailadres 2] .
4ͤ kwartaal 2020is de aangifte accijns betreffende belastingplichtige
[bedrijf 1] BVover
oktober 2019ingediend op 9 september 2020 (DOC-018, pag. 575).
[bedrijf 1] BVover
december 2019ingediend op 23 september 2020 (DOC-019, pag. 576).
[bedrijf 1] BVover
oktober 2020ingediend op 22 december 2020 (DOC-020, pag. 577).
[bedrijf 1] BVover
november 2020ingediend op 24 december 2020 (DOC-021, pag. 578).
[bedrijf 1] BVover
december 2020ingediend op 7 januari 2021 (DOC-022, pag. 579).
[bedrijf 1] BVover
maart 2021ingediend op 15 april 2021 (DOC-023, pag. 580).
[bedrijf 1] BVover
mei 2021ingediend op 15 juni 2021 (DOC-034, pag. 592).
[bedrijf 2] BVover
november 2019ingediend op
[bedrijf 2] BVover
december 2019ingediend op
[bedrijf 2] BVover
december 2019ingediend op
[bedrijf 2] BVover
december 2020ingediend op
[bedrijf 2] BVover
april 2021ingediend op
[naam 1]over
kwartaal 3 van 2019ingediend op
[naam 1]over
kwartaal 4 van 2019ingediend op
[naam 1]over
maart 2020ingediend op
[naam 1]over
november 2020ingediend op
2.Bevindingen
.
Deze brief is mij niet bekend en de entiteiten ook niet. Ik zie dat er ook dezelfde spelfout in zit als op de eerdere brieven, [adres 4] is maar met één ‘s’ geschreven.”
[naam 4]d.d. 6 juli 2021 (G-001-01, pag. 95 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[naam 4]d.d. 14 juli 2021 (G-001-02, pag. 99 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Geen idee, ik zie geen activiteiten. Ik weet dat er een kantoor een in [vestigingsplaats 1] is en in
Niet ik, ik weet ook niet wie dat wel heeft gedaan. (…) [verdachte] had wel toegang tot mijn
Deze bankrekeningen heb ik niet doorgegeven. Ik zou niet weten waarom deze
[verdachte] , hij heeft codes. Hij kon bij de Duitse rekening en bij de Bunq bank met op het einde [nummer 6] . Het zijn allebei twee digitale banken, je hebt daar geen bankpassen voor nodig. Je kan zelf codes maken en die gebruiken, je kan ook zelf extra bankrekening mee maken. Hij heeft die bankrekeningen aangemaakt, maar ik heb er wel toestemming voor gegeven. Hij heeft ook mijn ID dus daar kan hij ook veel mee.”
Naar mij weten waren geen verrichtingen in de BV die er onder hingen, tegen mij werd gezegd dat er geen activiteiten waren.”
Niks, ik heb geen aangifte gedaan voor [bedrijf 2]. “
[naam 2]d.d. 6 juli 2021 (G-002-01, pag. 112 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb het overgenomen van [naam 8] , die heeft mij benaderd om deze bv over te nemen. [naam 8] wilde er vanaf. (…)
Ik wist ook niet wat ik er mee moest. [naam 8] zei dat ik een directeurtje moest regelen en hij zou wel voor een machtiging regelen.
Dat heb ik ontmoet toen ik vastzat, we hadden dezelfde interesses. Ik wit dat hij wat deed met BV's en dergelijke. Handel in Bv’s en dergelijke.”
Die is op moment informeel de eigenaar, dat moet nog geregeld worden. Ik heb de bv vanaf juni 2020 over gedragen aan [verdachte] . [verdachte] heeft me verteld dat wanneer hij weer vrij kwam, dat hij alles formeel zou regelen en de vennootschap op naam zou zetten.”
[naam 3]d.d. 6 juli 2021 (V-002-01, pag. 67 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb geen enkele rol bij [bedrijf 1] , ik heb ooit een papier getekend bij de notaris om bestuurder te worden en daarna heb ik nooit meer iets getekend.”
Ik zou het bij God niet weten, ik weet helemaal niks van dat bedrijf. Het is voor mij slechts een
Niet bij mij bekend.“
Geen idee, ik zou het niet weten. Ik heb daar nog nooit van gehoord.”
Die post heb ik, ongeopend, gelijk naar [naam 2] gebracht.”
Dat is niet mijn handtekening, die is absoluut niet verstuurd vanuit [adres 4] . Ik heb deze brief nooit gezien. Hij komt me helemaal niet bekend voor, die namen en adressen die er opstaan zeggen mij helemaal niks. Totaal niks van bekend, helemaal niks, dat is de waarheid. U vraagt mij of de plaatsnaam goed is geschreven, maar nee dat moet met dubbel " [letter] ”, [adres 4]. “
Weet er niks van. “
Onbekend, daar weet ik niks van.“
Mij niet bekend.“
[naam 6]d.d. 6 juli 2021
In de periode dat ik bestuurder/aandeelhouder was zijn er geen activiteiten geweest binnen [bedrijf 2] B V.”
Niets".
Nul”.
Er was geen klantenbestand”.
Nee".
[naam 1]d.d. 21 juli 2021 (V-003-01, pag. 87 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb dat nauwelijks gebruikt, volgens mij een keer een DigiD aangevraagd, als je de computer opstart dan moet je je gebruikersnaam en wachtwoord invullen. Die computers staan in de bibliotheek en dan kon je daar gebruik van maken wanneer je wilt. Ik heb mijn PC-wachtwoorden nooit afgegeven, wel van mijn Belastingdienst.“
Alleen [eenmanszaak 1] , dat is volgens mij vanaf 2019, die heb ik zelf geopend."
Omdat ik in de PI werd ingeschreven, werd het bedrijf gesloten door de KvK omdat je als gedetineerde geen bedrijf kon hebben. Er was geen activiteit in het bedrijf, ik was ermee bezig maar werd gearresteerd. Ik wilde via AliExpress babyspullen inkopen en via Bol.com verkopen, ik had wel wat ingekocht maar dat was bijna niks. Er is geen administratie van het bedrijf en er is ook geen bankrekening van het bedrijf.“
Ik heb geen contact gehad met de Belastingdienst, de post ging naar mijn moeders adres. Maar toen had ik problemen met mijn moeder en die stuurde alle post weer retour naar de Belastingdienst."
Ik had wel inloggegevens, die had ik opgevraagd op advies van een man die gedetineerd was in de PI in [verblijfplaats] . Hij was mijn buurman daar, hij zat in de cel naast mij. Hij heette [verdachte] . Hij kon mij helpen met de aangiftes en ik vertrouwde hem en gaf hem dus de inloggegevens. Volgens de Belastingdienst moest ik 30.000 euro betalen en hij kon mijn helpen om het naar 0 te brengen zei hij.“
Aan [verdachte] , hij zei omdat ik niks met het bedrijf had gedaan kon hij het wel naar 0 brengen.
Nee, dat heeft [verdachte] gedaan. Het enige wat ik heb gedaan met het bedrijf is het
Dat zegt mij niks."
Dat heb ik niet gedaan, ik denk dat het van de buurman is, [verdachte].“
Ik ken geen [naam 4] , ik heb wel een Duitse bankrekeningnummer gehad bij de [nummer 7] , maar dat stond niet op naam van [naam 4] . Die Bunq rekening is ook niet van mij.“
Nee”.
Deze suppleties zijn door [verdachte] opgemaakt, ik heb ze niet gedaan. Ik ben misschien wel laks geweest omdat ik mijn inloggegevens heb afgegeven, maar ik wist niet dat dit er uit zou komen.“
Nee, toen was ik vrij. Dat moet dan denk ik [verdachte] zijn geweest, want ik ben op 13
Ik heb geen flauw idee wat de basis was voor suppleties, ik heb nooit wat gedaan met het bedrijf dus dat recht was er zeker niet.“
Ik heb tegen [verdachte] gezegd dat ik niks met het bedrijf heb gedaan, dat er niks was in het bedrijf.”
Ik heb [verdachte] de inloggegevens verstrekt en daar kon hij mee inloggen.“