Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
entweede lid, onder a, Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl het ten laste gelegde verwijt volgens de raadsvrouw niet op beide wetsartikelen gegrond kan worden. Een verwijt dat stoelt op beide wetsartikelen is daarmee innerlijk tegenstrijdig. Daarnaast is het verwijt zoals weergegeven op de tenlastelegging onvoldoende feitelijk, althans onduidelijk, aldus de raadsvrouw.
vrijkomende dampen diebijexplosiegevaar kunnen ontstaan’ niet op passende wijze heeft afgevoerd en/of onschadelijk heeft gemaakt. De formulering van dit verwijt is volgens de raadsvrouw tegenstrijdig aan het beweerdelijk geschonden voorschrift dan wel onbegrijpelijk, nu het beweerdelijk geschonden voorschrift ziet op het niet op passende wijze afvoeren en onschadelijk maken van in gevarenzones vrijkomende dampen die explosiegevaar kunnen
doenlaten ontstaan (oorzaak), terwijl in de formulering van de tenlastelegging wordt gedoeld op het gevolg. Daarnaast wordt naar het standpunt van de raadsvrouw onvoldoende gepreciseerd welk handelen van verdachte als ‘
niet passend’ wordt beschouwd, waarmee dit onderdeel van de tenlastelegging ook onvoldoende feitelijk dan wel onduidelijk is.
element ii (…) de procedures voor de systematische identificatie van de gevaren van zware ongevallen’ en ‘
de beoordeling van de waarschijnlijkheid en de ernst van die ongevallen’door
‘niet [te hebben] beschreven op welke wijze het lossen van hallfabricaten (…) moet plaatsvinden ten behoeve van een veilige werking’ volgens de raadsvrouw innerlijk tegenstrijdig dan wel onbegrijpelijk. De feitelijke invulling van het verwijt heeft niks te maken met het onder element ii vereiste identificatie en beoordeling van de gevaren van zware ongevallen, aldus de raadsvrouw.
Doeltreffende maatregelen zijn genomen om het ontstaan van een explosieve atmosfeer op de arbeidsplaats te voorkomen’) en artikel 3.5d, tweede lid, eerste volzin (‘
Indien het voorkomen van het ontstaan van een explosieve atmosfeer, gezien de aard van het werk niet mogelijk is…’) van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Beide wetsartikelen kunnen naast elkaar ten laste worden gelegd. Het is vervolgens aan de rechtbank om te oordelen of de in de tenlastelegging aan verdachte verweten feitelijke gedraging(en), voor zover deze bewezen zal (zullen) worden geacht, is (zijn) te kwalificeren als het strafbare feit verwoord in artikel 3.5d, eerste lid of artikel 3.5d, tweede lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
vrijkomende dampen die bij explosiegevaar kunnen ontstaan’ niet overeenkomt met de tekst van artikel 3.5e, onder a, waarin staat vermeld ‘
vrijkomende (…) dampen (…) die explosiegevaar kunnen doen ontstaan’.De rechtbank is echter van oordeel dat gelet op de tekst van artikel 3.5e, onder a - waar in de tekst van de tenlastelegging naar wordt verwezen - de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, waaronder de inhoud van de pleitnota van de raadsvrouw, voldoende duidelijk was voor de verdediging dat in de ten laste gelegde tekst werd bedoeld ‘
vrijkomende dampen die explosiegevaar kunnen doen ontstaan’. Daarmee is volgens de rechtbank voldoende duidelijk welk verwijt verdachte wordt gemaakt en waartegen zij zich heeft moeten verdedigen. Dit geldt tevens voor het standpunt van de raadsvrouw, inhoudende dat onvoldoende is gepreciseerd welk handelen van verdachte in dit kader als ‘
niet passend’ worden beschouwd.
geen zorg [heeft] gedragen voor de correcte uitvoering van het preventiebeleid voor zware ongevallen, welke werd uitgevoerd met een veiligheidsbeheerssysteem dat voldeed aan de elementen onder b, genoemd in bijlage III van de Richtlijn 2012/18/EU.Vervolgens wordt op basis van element ii en element iii van bijlage III van deze richtlijn twee (deel)verwijten aan verdachte gemaakt, namelijk dat zij:
4.De bewijsmotivering
opening)in mengtank 218.2-5 gehangen. Na het openen van de afsluiter van de IBC is de vloeistof van de IBC de mengtank ingestroomd. Gedurende het lossen van de inhoud van de IBC naar de mengtank is op enig moment door getuigen een knal gehoord en een lichtflits gezien, waarna er brand is ontstaan. Bij de explosie en de daarop volgende brand zijn geen slachtoffers gevallen
. [2]
gedeelte] van de mengtanks, waaronder mengtank 218.2-5, een plaats is waar een explosieve atmosfeer gedurende lange perioden of herhaaldelijk aanwezig kan zijn. Daarom is de mengtank geclassificeerd als een zogenoemde ‘continue gevarenbron’ (zone 0 [5] ). De mangaten van de mengtanks zijn geclassificeerd als zogenoemde ‘continue bron’ en ingedeeld in ‘zonesoort 0’ met een lekdebiet van <1 gram per seconde (hierna: g/s). Volgens verbalisanten wordt een dergelijk lekdebiet in de regel toegekend aan afgedichte gevarenbronnen die incidenteel kunnen lekken. Een hoger lekdebiet van tussen de circa 1 g/s en de 10 g/s wordt volgens verbalisanten toegekend aan grotere bronnen waar op meer frequente wijze emissies kunnen optreden zoals bij normaal gesloten afsluiters of verlaadkoppelingen. Voor open dan wel continue gevarenbronnen zoals een open tank of vat wordt het lekdebiet situatieafhankelijk bepaald en niet meer indicatief, omdat het uitstromingsdebiet van een open, continue gevarenbron dermate groter kan zijn dan indicatief kan worden bepaald. [6]
De ontstekingsbronnen zijn wel beschouwd’. Op de vraag of [getuige 1] kon laten zien hoe aan de hand van het lossen vanuit een IBC in mengtank 218.2-5 de zonering naar aanleiding van deze handeling is bepaald en welke potentiële ontstekingsbronnen zijn vastgesteld, heeft hij verklaard dat deze activiteit als ook geen enkele andere activiteit zo specifiek staat omschreven in het EVD. [9]
mangat] van de mengtank af te zuigen. [21]
het enige wat ik weet is dat er ruimteafzuiging is’. [22]
zone zet zich uit over de gehele ruimte'(…) '
Door het ontbreken van voldoende ruimtelijke ventilatie neemt de zoneklasse één klasse af. Van zone 2 naar zone 1 en van zone 1 naar zone 0'. [25] Verbalisanten vermelden dat bij het in werking zijn van een continue gevarenbron met zone 0 de afwezigheid van kunstmatige plaatselijke ventilatie (bronafzuiging) sterk bepalend is voor de omvang van de gevarenzone. [26]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
oud), artikel 6 van de Arbeidsomstandighedenwet
(oud)en de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten (
oud). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de Arbeidsomstandighedenwet (oud), opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de Arbeidsomstandighedenwet (oud), opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
een geldboete van € 100.000 (zegge: honderdduizend euro);
€ 50.000,- (vijftigduizend euro) niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.