Op 25 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en het UWV. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen de verlaging van zijn Ziektewet (ZW) uitkering door het UWV. Het UWV had in verschillende besluiten de ZW-uitkering van de verzoeker verlaagd, wat leidde tot betalingsachterstanden. De verzoeker stelde dat de opgelegde maatregelen onvoldoende waren onderbouwd en dat hij niet precies wist aan welke verplichtingen hij niet had voldaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, omdat de maatregelen onvoldoende gemotiveerd waren en de juridische basis ontbrak. De voorzieningenrechter heeft de besluiten van 25 september 2025 en 15 oktober 2025 geschorst tot het UWV op de bezwaren van de verzoeker heeft beslist. Tevens is bepaald dat het UWV het griffierecht aan de verzoeker moet vergoeden en dat hij recht heeft op een vergoeding van zijn reiskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.