ECLI:NL:RBOVE:2025:6828

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 november 2025
Publicatiedatum
27 november 2025
Zaaknummer
C/08/336299 / FA RK 25-1901
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot voornaamswijziging op basis van familiaire banden

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 november 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot voornaamswijziging van een vrouw. De vrouw, geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats], heeft verzocht haar tweede voornaam te wijzigen van '[oorspronkelijke tweede voornaam]' naar '[gewenste tweede voornaam]'. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 oktober 2025 heeft de vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. M.E. Bentum Jr., haar verzoek toegelicht. De vrouw heeft aangegeven dat zij sinds haar kindertijd ongemak ervaart door haar huidige tweede voornaam, vooral bij officiële gelegenheden. Ze heeft een sterke familiaire band met haar oma, naar wie ze graag vernoemd wil worden, en heeft ook symbolische redenen voor de wijziging. De rechtbank heeft overwogen dat voornamen een middel zijn om personen te identificeren en dat de wijziging van een voornaam een zwaarwichtig belang vereist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar verzoek gerechtvaardigd is, vooral gezien de steun van haar ouders en de vergelijkbare situatie van haar broer en neven en nichten die wel naar grootouders zijn vernoemd. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot voornaamswijziging toe te wijzen, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelast de wijziging aan de geboorteakte toe te voegen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle
Familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/336299 / FA RK 25-1901
beschikking van 20 november 2025
inzake
[de vrouw],
verder te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.E. Bentum Jr.

1.De procedure

1.1.
Op 22 juli 2025 is ter griffie binnen ingekomen een verzoekschrift, met bijlagen, tot
voornaamswijziging.
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling op 23 oktober 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
Aan [naam 1] en [naam 2] , de ouders van de vrouw, is bijzondere toegang verleend.

2.De feiten

2.1.
Uit de namens de vrouw overlegde geboorteakte van de gemeente [gemeente] , met aktenummer [aktenummer] van het jaar 1994, blijkt dat de vrouw op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] is geboren als [de vrouw] .

3.Het verzoek

3.1.
De vrouw heeft verzocht haar tweede de voornaam “ [oorspronkelijke tweede voornaam] ” te wijzigen in de tweede voornaam “ [gewenste tweede voornaam] ”.
3.2.
De vrouw heeft ter onderbouwing van het verzoek aangevoerd dat zij van kinds af aan veel ongemak en hinder voelt van haar tweede voornaam. De vrouw ervaart ongemak bij officiële gelegenheden en als haar naam voluit wordt uitgesproken. De vrouw wil haar tweede voornaam wijzigingen vanwege familie-, symbolische- en identiteitsredenen. Voor de vrouw is het familieaspect de belangrijkste beweegreden. De tweede voornaam “ [gewenste tweede voornaam] ” verwijst naar haar oma van vaderszijde, met wie de vrouw een nauwe band heeft. Om haar oma te eren en de band die zij heeft met de oma te versterken, vindt de vrouw het belangrijk dat zij naar haar oma wordt vernoemd. Daarnaast heeft de voornaamswijziging een symbolische reden. De naam “ [naam 3] ” is de naam in de vrouwelijke lijn in de familie aan moederszijde. Deze naam komt ook voor in de naam “ [gewenste tweede voornaam] ”. Het is voor de vrouw symbolisch dat de twee vrouwen die haar ouders hebben gevormd, beiden terugkomen in de naam “ [gewenste tweede voornaam] ”. Ook ontleent de vrouw niet haar identiteit aan haar huidige tweede voornaam. De vrouw noemt zichzelf van kinds af aan “ [gewenste tweede voornaam] ”. Het is voor de vrouw psychisch belastend een voornaam te hebben waar zij geen enkele verbinding of affiniteit mee heeft. Verder heeft de vrouw gesteld dat haar broer, neven en nichten wel zijn vernoemd naar een van de grootouders, maar zij als enige niet. Ook heeft de vrouw gesteld dat de ouders achter het verzoek staan en dat zij de vrouw hebben vernoemd naar haar oma [gewenste tweede voornaam] , maar de naam [gewenste tweede voornaam] hebben gewijzigd in [oorspronkelijke tweede voornaam] .

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 1:4 lid 4, eerste en tweede volzin, Burgerlijk Wetboek (BW) kan de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger, de rechtbank verzoeken om een wijziging van de voornaam. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a, lid 1 BW.
4.2.
De rechtbank overweegt dat voornamen een middel zijn om personen binnen hun
familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip ‘privéleven en familie- en gezinsleven’ in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Voor een wijziging van de voornaam zoals verzocht dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Het persoonlijk belang van de betrokkene dient afgewogen te worden tegen het belang dat het rechtsverkeer heeft bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, is de mate van ongemak of overlast die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornamen te voeren.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een zwaarwichtig belang heeft bij de door haar verzochte wijziging van de voornaam. De vrouw heeft haar verzoek voldoende gemotiveerd en onderbouwd. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot deze beslissing is gekomen.
4.5.
De vrouw heeft meerdere redenen aangevoerd voor haar verzoek. De vrouw stelt dat zij een mate van ongemak en overlast ondervindt door haar huidige tweede voornaam. Zij ervaart ongemak bij officiële gelegenheden –zoals bij een diploma-uitreiking en het behalen van een certificaat-, een vliegticket en bij de huisarts. Hoewel de rechtbank hoort dat dit vervelend is, is het ongemak wat de vrouw ondervindt niet van dien aard dat het gekwalificeerd kan worden als ongemak of overlast. De mate van ongemak en overlast die de vrouw ondervindt doet slechts in beperkte gevallen voor. Wel heeft de vrouw de rechtbank overtuigend uitgelegd dat de familiaire band voldoende zwaarwichtig is om de tweede voornaam te wijzigen. Het is voor de rechtbank voldoende duidelijk geworden dat de wijziging van de tweede voornaam voor de vrouw belangrijk is, vanwege de nauwe band die de vrouw heeft met haar oma, genaamd “ [gewenste tweede voornaam] ”. De vrouw wil door de voornaamswijziging haar oma eren en de nauwe band die zij heeft met haar oma te tot uitdrukking laten komen. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de broer en de neven en nichten van de vrouw direct zijn vernoemd naar een van de grootouders, maar de vrouw als enige niet. Daar komt bij dat de ouders van de vrouw volledig achter het verzoek staan.
4.6.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van de aangehaalde uitspraak van hof Amsterdam van 14 april 2005 (FJR 2006, 95 met noot I. Pieters), waarin geoordeeld werd dat een bijzondere familiaire band een voldoende zwaarwichtig belang oplevert voor voornaamswijziging, waardoor de uitspraak vergelijkbaar is met onderhavige zaak.
4.6.
Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de door de vrouw genoemde feiten en omstandigheden in dit specifieke geval zwaarder wegen dan het maatschappelijk belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Nu de door de vrouw gewenste tweede voornaam geoorloofd is naar de maatstaven van artikel 1:4, lid 2 BW, zal de rechtbank het verzoek toewijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast wijziging van de tweede voornaam van
[de vrouw], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994, in die zin dat deze na wijziging zal luiden:
[gewenste volledige naam];
5.2.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] de latere vermelding aan de geboorteakte van het jaar 1994 nummer [aktenummer] , toe te voegen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Bruggen en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2025 in tegenwoordigheid van mr. H.W.C. van Schaik, griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.