3.4.[partij B] vordert uitvoerbaar bij voorraad dat de rechtbank:
bepaalt dat een nader door de rechtbank aan te wijzen makelaar de woning zal taxeren, welke taxatie bindend zal zijn tussen partijen;
de woning aan [partij B] toedeelt tegen de taxatiewaarde onder de opschortende voorwaarde dat [partij A] door de hypotheeknemer zal worden ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid uit de hypotheekovereenkomst die partijen met de hypotheeknemer met betrekking tot de woning hebben gesloten, en bepaalt dat de levering van de woning dient plaats te vinden binnen zes maanden na dit vonnis, waarbij [partij B] de hypothecaire geldlening verbonden aan de woning dient over te nemen en als eigen schuld dient te voldoen;
bepaalt dat partijen ieder voor de helft de kosten (waaronder de makelaars- en notariskosten) dienen te dragen die verbonden zijn aan de levering van de woning aan [partij B] ;
bepaalt dat de overwaarde als volgt wordt berekend: de waarde van de vermelde taxatie verminderd met het bedrag van de hypothecaire schulden op de dag van de levering als bedoeld in artikel 3:186 BW en vermeerderd met de waarde van eventuele polissen op de dag van de levering en het aandeel van [partij B] dan de helft is plus € 16.857,40,
danwel bepaalt dat [partij A] recht heeft op de helft van de overwaarde (taxatiewaarde minus hypothecaire geldlening) onder de voorwaarde dat de vordering van [partij B] ter zake de gevorderde eigenaarslasten wordt toegewezen en een bedrag van
€ 16.857,40 wordt verrekend,
danwel bepaalt dat aan [partij A] de helft van de overwaarde toekomt en bepaalt dat [partij A] aan [partij B] een bedrag dient te voldoen van € 16.857,40 ter zake de eigenaarslasten van de woning die [partij B] ten behoeve van [partij A] heeft voldaan;
5. bepaalt dat indien de woning niet binnen zes maanden na dit vonnis aan [partij B] wordt geleverd en [partij A] niet kan worden ontslagen uit de hoofdelijk aansprakelijkheid, beide partijen dienen mee te werken aan verkoop en levering van de woning aan een derde door:
a. samen aan een door partijen te kiezen makelaar opdracht te geven de verkoop van de woning ter hand te nemen;
b. opdracht te geven een bodemprijs te hanteren en deze zo nodig te verlagen conform de instructie van de makelaar;
c. al datgene te verrichten respectievelijk na te laten wat op instructie van de makelaar noodzakelijk is om tot verkoop en eigendomsoverdracht te komen;
d. mee te werken aan de ondertekening van de koopovereenkomst en medewerking te verlenen aan de notariële eigendomsoverdracht;
e. medewerking te verlenen aan de betaling uit de verkoopopbrengst en de daarop vallende kosten waaronder de makelaarscourtage en eventuele notariskosten;
f. gezamenlijk aan de notaris die belast is met de overdracht van de woning opdracht te geven de netto-verkoopopbrengst (over- of onderwaarde) bij helfte te verdelen waarbij de overwaarde als volgt wordt berekend: de waarde van de vermelde taxatie verminderd met het bedrag van de hypothecaire schulden op de dag van de levering als bedoeld in artikel 3:186 BW en vermeerderd met de waarde van eventuele polissen op de dag van de levering en het aandeel van [partij B] dan de helft is plus € 16.857,40,
danwel bepaalt dat elk van partijen recht heeft op de helft van de overwaarde (taxatiewaarde minus hypothecaire geldlening) onder de voorwaarde dat de vordering van de man ter zake de gevorderde eigenaarslasten wordt toegewezen en een bedrag van € 16.857,40 wordt verrekend,
danwel bepaalt dat [partij A] aan [partij B] een bedrag dient te voldoen van
€ 16.857,40 ter zake de eigenaarslasten van de woning die [partij B] ten behoeve van [partij A] heeft voldaan;
6. bepaalt dat [partij A] inzage dient te geven in het saldo van de genoemde rendement rekening met nummer [nummer 1] met het saldo op de peildatum;
7. bepaalt dat het saldo op de rendement rekening met nummer [nummer 1] op de peildatum bij helfte zal worden verdeeld;
8. aan [partij A] de woning in Vietnam toedeelt tegen een waarde van € 30.000,00 en bepaalt dat de levering van deze woning dient plaats te vinden binnen zes maanden na dit vonnis en bepaalt dat [partij A] de helft van deze waarde, dus € 15.000,00, aan [partij B] dient te voldoen;
9. [partij A] in de kosten en de nakosten veroordeelt;
10. althans een zodanige beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.