4.1.[partij A] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, te veroordelen tot nakoming van de tussen wijlen de heer [naam 1] en [partij A] gesloten koopovereenkomst, inhoudende de verkoop en levering van het onroerend goed gelegen aan de [adres] aan [partij A] , tegen een koopprijs van
€ 535.000,00 kosten koper, onder aftrek van de reeds betaalde aanbetaling van
€ 25.000,00 binnen een termijn van dertig dagen na betekening van het te wijzen vonnis;
2. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat gedaagden in gebreke blijven met de nakoming van het primair onder 1. gevorderde met een maximum van € 150.000,00;
3. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, te veroordelen tot nakoming van de tussen wijlen de heer [naam 1] en [partij A] gesloten koopovereenkomst, inhoudende de verkoop en levering van het onroerend goed gelegen aan de [adres] aan [partij A] , tegen een koopprijs van
€ 560.000,00 kosten koper, onder aftrek van de reeds betaalde aanbetaling van
€ 25.000,00 binnen een termijn van dertig dagen na betekening van het te wijzen vonnis;
4. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat gedaagden in gebreke blijven met de nakoming van het primair onder 1. gevorderde met een maximum van € 150.000,00;
5. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, te veroordelen tot nakoming van de tussen wijlen de heer [naam 1] en [partij A] gesloten koopovereenkomst, inhoudende de verkoop en levering van het onroerend goed gelegen aan de [adres] aan [partij A] , tegen een redelijke koopprijs met inachtneming van de marktomstandigheden van augustus 2024, welke koopprijs door de rechtbank in goede justitie is te bepalen, onder aftrek van de reeds betaalde aanbetaling van € 25.000,00 binnen een termijn van dertig dagen na betekening van het te wijzen vonnis;
6. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat gedaagden in gebreke blijven met de nakoming van het primair onder 1. gevorderde met een maximum van € 150.000,00;
7. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis te gebieden door te onderhandelen met [partij A] over de verkoop, koopprijs en levering van het onroerend aan de [adres] aan [partij A] met het oog op het alsnog tot stand brengen van een koopovereenkomst, zulks op straffe van een door de rechtbank vast te stellen dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij hiermee in gebreke blijven met een maximum van € 150.000,00;
8. Gedaagde sub 2 te veroordelen om als wettelijk vertegenwoordiger van gedaagde sub 3 en gedaagde sub 4 al datgeen te doen wat noodzakelijk is voor het voldoen aan de veroordelingen van gedaagde sub 3 en gedaagde sub 4 uit hoofde van het te wijzen vonnis;
9. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten;
10. Gedaagden sub 1, sub 3 en sub 4, althans de erfgenamen en/of rechthebbenden, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, de beslagkosten en de nakosten.