9.De beslissing
- verklaart bewezen dat [verdachte] het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
de misdrijven:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid [verdachte]
- verklaart [verdachte] strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt [verdachte] tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
16 (zestien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien [verdachte] voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat [verdachte] zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien [verdachte] gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat [verdachte] :
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met [verdachte] opnemen voor de eerste afspraak;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. [verdachte] houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. [verdachte] geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en [verdachte] ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat [verdachte] :
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die [verdachte] voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt [verdachte] tot betaling van
een geldboete van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
85 (vijfentachtig) dagen;
- beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van 28 november 2025 voor onbepaalde tijd, welk bevel apart is geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. R.A. Heblij, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink en mr. E.A.B. Kroeze, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2025.
Mr. Schreurs is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.