4.4Het oordeel van de rechtbank en de bewezenverklaring
De rechtbank acht door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring, steunt - en die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met bewijsmiddelen eist in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen - wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 30 juli 2024 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
- binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet en
- heeft afgeleverd, vervoerd en
- opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 1.201 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 15 augustus 2024 te Enschede opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 424 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 6 februari 2024 in Nederland opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 5.999 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij in de periode van 1 november 2023 tot en met 30 juli 2024 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 3], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid en 10a eerste lid van de Opiumwet.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. [verdachte] is daardoor niet geschaad in de verdediging.