Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verwerende partij in reconventie,
1.[partij A 1],
2.
[partij A 2],
eisende partijen in reconventie
1.De procedure
- de akte overleggen producties van [partij A] van 12 augustus 2025,
2.Het tussenvonnis en de verdere standpunten van partijen
3.De verdere beoordeling
Carbo Property heeft in reactie daarop verwezen naar artikel 3.2. van de huurovereenkomst, waarin onder meer staat bepaald dat huurder ([partij A]) er mee bekend is dat het project gefaseerd wordt opgeleverd en dat met name aan de buitenzijde nog zaken moeten worden afgewikkeld. Ook staat in dat artikel bepaald dat huurder ([partij A]) dit accepteert, zonder aanspraak te maken op enige tegemoetkoming. [partij A] heeft een handtekening gezet onder de huurovereenkomst en is akkoord gegaan met de oplevering. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een gebrek en dus komt [partij A] ook geen huurprijsvermindering toe.
- binnen één jaar na dit vonnis, de maandelijkse huur voor de woning niet op tijd betaalt en
- de achterstallige huur niet binnen zes maanden na dit vonnis heeft betaald.
De kantonrechter wijst [partij A] er uitdrukkelijk op dat zij hiermee een allerlaatste kans krijgt om in het gehuurde te mogen blijven wonen en dat het in haar belang is dat zij de maandelijkse huur op tijd (dus steeds bij vooruitbetaling, voor de eerste van de maand) blijft betalen, omdat een niet tijdige betaling (alsnog) zal (kunnen) leiden tot een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming.
De stelling van [partij A] dat haar niet bekend is waarom dit bedrag in rekening wordt gebracht en welke diensten aan [partij A] worden geleverd, acht de kantonrechter ongeloofwaardig. In artikel 4.5. jo artikel 7 van de huurovereenkomst staat namelijk een bepaling opgenomen over welke diensten de verhuurder levert en waarvoor een voorschot van € 10,00 per maand in rekening wordt gebracht. [partij A] is een voorschot verschuldigd en heeft geen recht op terugbetaling van het gevorderde bedrag.
€ 135,00
4.De beslissing
2 december 2024 tot de dag van betaling van de extra aflossing in mei 2025 en daarna over € 4.763,23 tot de dag van volledige betaling;
2. € 66,38 aan wettelijke rente, berekend tot en met 1 december 2024;
3. € 309,25 aan buitengerechtelijke incassokosten;
indien en zodra binnen één jaar na dit vonnis aan de volgende voorwaarden is voldaan:
tijdigebetaling aan Carbo Property van de maandelijkse huurtermijnen (van op dit moment € 1.279,68 per maand) voor de woning;
- [partij A] niet binnen zes maanden na vandaag de (huur)achterstand zoals opgenomen onder 4.1. sub 1 van deze beslissing heeft ingelopen en de bijkomende kosten (rente en incassokosten) zoals opgenomen onder 4.1. sub 2 en sub 3 van deze beslissing heeft betaald;
2 december 2025.