ECLI:NL:RBOVE:2025:7010

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 november 2025
Publicatiedatum
5 december 2025
Zaaknummer
11926416 \ CV EXPL 25-3085
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en betaling huurachterstand door woningstichting tegen gedaagde in kort geding

In deze zaak heeft woningstichting Domijn een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. Domijn vordert ontruiming van de woning en betaling van een huurachterstand van € 2.263,13, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde al jarenlang overlast veroorzaakt en een huurachterstand heeft van vijf maanden. Aangezien de gedaagde niet is verschenen, is er verstek verleend. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming en betaling van de huurachterstand niet onrechtmatig of ongegrond is en wijst deze vorderingen toe. De wettelijke rente wordt toegewezen over de huurachterstand, maar alleen voor de maanden waarin de gedaagde in verzuim is. De proceskosten worden begroot op € 1.208,45, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitgesproken op 27 november 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 11926416 \ CV EXPL 25-3085
Vonnis in kort geding van 27 november 2025
in de zaak van
WONINGSTICHTING DOMIJN,
te Enschede,
eisende partij,
hierna te noemen: Domijn,
gemachtigde: mr. W.B. te Woerd,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 25;
- de nadere producties 26 en 27 van Domijn;
- de mondelinge behandeling van 13 november 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de verstekverlening tegen [gedaagde];
- de pleitnota van Domijn.

2.Het geschil

2.1.
Domijn vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde]:
  • tot ontruiming van de woning aan de [adres],
  • tot betaling van de huurachterstand van € 2.263,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2025,
  • in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen. [gedaagde] is niet op de mondelinge behandeling verschenen, zodat tegen hem verstek is verleend.
Ontruiming en betaling huurachterstand
3.2.
[gedaagde] huurt een woning van Domijn. Domijn heeft onderbouwd gesteld dat [gedaagde] al jarenlang overlast veroorzaakt en een huurachterstand van (inmiddels) vijf maanden heeft. [gedaagde] is niet verschenen en heeft dit dus niet weersproken. Hiermee staat vast dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen op grond van de huurovereenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk dat een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst in een bodemprocedure op grond daarvan zal worden toegewezen. De vordering tot ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand komt de kantonrechter dan ook niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, met uitzondering van het volgende.
Wettelijke rente
3.3.
Domijn vordert betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de huurachterstand van € 2.263,13 vanaf 1 juni 2025. De vordering ziet echter op de huur voor de maanden juni, juli augustus en september 2025. De wettelijke rente is pas toewijsbaar op het moment dat [gedaagde] in verzuim is met betaling van de huur. De rente zal daarom worden toegewezen over € 547,55 vanaf 1 juni 2025, over € 571,86 vanaf 1 juli 2025, over € 571,86 vanaf 1 augustus 2025 en over € 571,86 vanaf 1 september 2025, telkens tot de dag van volledige betaling.
Proceskosten
3.4.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Domijn worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,45
- griffierecht
385,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
totaal
1.208,45
3.5.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Domijn zijn, de woning schoon op te leveren en de sleutels af te geven aan Domijn,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om te betalen aan Domijn € 2.263,13 aan achterstallige huur tot en met september 2025, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 547,55 vanaf 1 juni 2025, over € 571,86 vanaf 1 juli 2025, over € 571,86 vanaf 1 augustus 2025 en over € 571,86 vanaf 1 september 2025, telkens tot de dag van volledige betaling.
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.208,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Louter en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.M.S. Kuipers op 27 november 2025.