ECLI:NL:RBOVE:2025:7051

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 december 2025
Publicatiedatum
8 december 2025
Zaaknummer
C/08/336986 / FA RK 25-2054
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering geboorteakte en bescherming van identiteit in familierechtelijke context

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 1 december 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van een geboorteakte. De officier van justitie verzocht de rechtbank om de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten de akte van geboorte van een minderjarige te verbeteren, omdat de vadergegevens waren gewijzigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vadergegevens in de geboorteakte onjuist waren, aangezien de vader een verzoek tot identiteitswijziging had ingediend en zijn gegevens in de Basisregistratie Personen waren aangepast. De rechtbank heeft de bezwaren van de minderjarige, die zijn geslachtsnaam wilde behouden, opgevat als een beroep op de bescherming van het privé- en familieleven, zoals gewaarborgd in artikel 8 van het EVRM. De rechtbank oordeelde dat de wijziging van de achternaam van de minderjarige een onaanvaardbare inbreuk op zijn identiteit zou vormen. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie toegewezen voor de verbetering van de vadergegevens, maar het verzoek om wijziging van de geslachtsnaam afgewezen. De beslissing benadrukt het belang van een juiste registratie in de registers van de burgerlijke stand, terwijl de identiteit van de minderjarige gewaarborgd blijft.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/336986 / FA RK 25-2054
beschikking van 1 december 2025
inzake
de officier van justitie in het arrondissementsparket Oost-Nederland,
zetelend te Arnhem,
hierna als de officier van justitie aangeduid,
verzoeker,
en

1.[Naam vader 1] ,

verder te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en

2.[moeder]

verder te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
belanghebbende,
advocaat: H.A. van der Kleij,

3.de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] ,

zetelend te [woonplaats] ,
hierna als ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] aangeduid,
belanghebbende.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het verzoek van officier van justitie van 4 augustus 2025 met bijlagen, binnengekomen op 7 augustus 2025;
- een instemmingsverklaring van [kind] van 4 september 2025;
- op 30 september 2025 het stelbericht van mr. Van der Kleij;
- op 10 november 2025 een verweerschrift met bijlagen van mr. Van der Kleij;
- op 12 november 2025 een tweetal e-mailberichten van de gemeente [woonplaats] .
1.2.
De kinderrechter heeft op 27 oktober 2025 gesproken met [kind] .
1.3.
De mondelinge behandeling heeft op 14 november 2025 achter gesloten deuren plaatsgevonden. Hierbij zijn verschenen:
- de officier van justitie, mr. G.A. Hendriks;
- de moeder, bijgestaan door mr. Van der Kleij;
De vader is, hoewel daartoe opgeroepen, niet verschenen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand is – na afmelding – niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
In de akte van geboorte van het jaar 2009, nummer [nummer], staat vermeld dat op [geboortedatum 1] 2009 in de gemeente [woonplaats] is geboren het kind van het mannelijk geslacht met de naam:
[kind], zoon van
[moeder](moeder).
2.2.
Van deze geboorte is op [datum] 2009 aangifte gedaan door
[Naam vader 2].
2.3.
Op 23 juli 2009 heeft
[Naam vader 2]de minderjarige erkend. Ten gevolge van deze erkenning heeft [kind] de geslachtsnaam [Naam vader 2] gekregen.
2.4.
De vader, de moeder en [kind] hebben de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] de verbetering van de akte onder nummer [nummer] van het jaar 2009, voorkomende in het register van geboorten van de gemeente [woonplaats] , te gelasten, aangezien de vadergegevens zijn gewijzigd en hierdoor de geboorteakte van de minderjarige niet langer juist is.
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de officier van justitie haar verzoek ten aanzien van de verbetering van de vadergegevens gehandhaafd. Het is in het belang van de openbare orde dat op een geboorteakte de juiste vadergegevens zijn vermeld, zodat de afstamming duidelijk te herleiden is. De officier van justitie kan zich voorstellen dat [kind] moeite heeft met de wijziging van zijn geslachtsnaam. Voor het openbaar ministerie is het minder van belang wat de gevolgen van wijziging van de vadergegevens zijn voor de geslachtsnaam van de betrokkene, in dit geval [kind] . Zij refereert zich wat dat betreft aan het oordeel van de rechtbank.

4.Het standpunt van belanghebbenden

4.1.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft schriftelijk gereageerd op het verzoek. De ambtenaar van de burgerlijke stand stemt in met de verzoeken van de officier van justitie.
4.2.
Het standpunt van de vader is niet bekend.
4.3.
[kind] heeft de kinderrechter verteld dat hij graag zijn eigen achternaam wil houden. Hij leeft al zijn hele leven met deze achternaam en staat overal ingeschreven onder die naam. [kind] begrijpt niet waarom zijn achternaam veranderd zou moeten worden.
4.4.
De moeder voert verweer tegen de verzoeken van de officier van justitie, met dien verstande dat zij zich niet kan vinden in de wijziging van de geslachtsnaam van [kind] naar [Naam vader 1] . Volgens de moeder is het voldoende dat alleen de vadergegevens op de geboorteakte worden verbeterd, zodat deze overeenstemmen met de werkelijkheid. [kind] heeft gedurende zijn gehele leven de achternaam [Naam vader 2] gebruikt. De moeder kan zich niet verenigen met een wijziging van deze situatie. De moeder acht het niet in het belang van [kind] om in het gebruik van de achternaam [Naam vader 2] verandering te brengen, want dat zal afbreuk doen aan de eigen, gevormde identiteit van de minderjarige. De moeder heeft in dit verband ook verwezen naar een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. [1]

5.De beoordeling

Verbetering geboorteakte
5.1.
Op grond van artikel 1:24, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie de aanvulling gelasten van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling gelasten van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering gelasten van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat.
5.2.
Gebleken is dat de in de geboorteakte van [kind] opgenomen vadergegevens onjuist zijn. De vader van [kind] heeft immers een verzoek tot identiteitswijziging ingediend bij zijn woongemeente, waarop positief is beslist, zodat zijn gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) zijn aangepast. Dit heeft tot gevolg dat de op de geboorteakte van [kind] vermelde gegevens van de vader niet meer kloppen, zodat de geboorteakte, alsmede de latere vermelding betreffende erkenning zodat de geboorteakte op dit punt dient te worden verbeterd. Deze verbetering kan plaatsvinden door een latere vermelding aan de geboorteakte toe te voegen, conform het verzoek van de officier van justitie.
Deze wijziging zal vervolgens worden doorgevoerd naar de BRP, zodat op de persoonslijst van [kind] de juiste vadergegevens worden vermeld. Een en ander werkt terug tot aan de geboorte van [kind] .
5.3.
[kind] heeft in het gesprek met de kinderrechter duidelijk verwoord dat hij bezwaar heeft tegen wijziging van zijn geslachtsnaam als gevolg van de verbetering van de vadergegevens in zijn geboorteakte. Zijn moeder heeft uitdrukkelijk verweer gevoerd tegen deze wijziging. De rechtbank is van oordeel dat de wijziging van de vadergegevens niet hoeft te betekenen dat de geslachtsnaam van [kind] wijzigt naar [Naam vader 1] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt. [kind] heet al zijn hele leven, ruim zestien jaar, [kind] [Naam vader 2] . Deze achternaam maakt daarmee onderdeel uit van zijn sociale identiteit. [kind] heeft in zijn gesprek met de kinderrechter ook benadrukt dat hij zich identificeert met de naam [Naam vader 2] .
5.4.
De rechtbank vat de bezwaren van [kind] op als een beroep op de bescherming van het privé- en familieleven en het recht op naam, welke rechten zijn gewaarborgd in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 3, 7 en 9 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK). Tegen deze achtergrond bezien is de rechtbank van oordeel dat wijziging van de achternaam van [kind] een onaanvaardbare inbreuk maakt op het recht van [kind] op bescherming van zijn identiteit. De rechtbank overweegt dat er een groot maatschappelijk belang is bij een juiste registratie in de registers van de burgerlijke stand. Echter, door het behoud van de geslachtsnaam ‘ [Naam vader 2] ’ op de geboorteakte van [kind] , behoudt deze akte zijn bewijskracht. Uit deze akte blijkt immers nog steeds wat zijn naam is, waar en wanneer hij is geboren en wie zijn ouders zijn. De rechtbank zal daarom het verzoek van de officier van justitie toewijzen voor zover dat ziet op verbetering van de vadergegevens. Het verzoek om wijziging van de geslachtsnaam wijst de rechtbank af.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] de akte met nummer [nummer] van het jaar 2009, alsmede de latere vermelding betreffende erkenning voorkomende in het register van geboorten van de gemeente [woonplaats] , als volgt te verbeteren:
AANGEVER
Geslachtsnaam : [Naam vader 1]
Voornamen : [Naam vader 1]
Plaats van geboorte : [geboorteplaats]
Dag van geboorte : [geboortedatum 2] 1970
LATERE VERMELDING BETREFFENDE ERKENNING
Erkenner
Geslachtsnaam : [Naam vader 1]
Voornamen : [Naam vader 1]
Plaats van geboorte : [geboorteplaats]
Dag van geboorte : [geboortedatum 2] 1970
6.2.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. van der Lecq, in tegenwoordigheid van
mr. M.H. Falkmann als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
a.
a) door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b) door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hen op andere wijze bekend is geworden.