In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 1 december 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van een geboorteakte. De officier van justitie verzocht de rechtbank om de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten de akte van geboorte van een minderjarige te verbeteren, omdat de vadergegevens waren gewijzigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vadergegevens in de geboorteakte onjuist waren, aangezien de vader een verzoek tot identiteitswijziging had ingediend en zijn gegevens in de Basisregistratie Personen waren aangepast. De rechtbank heeft de bezwaren van de minderjarige, die zijn geslachtsnaam wilde behouden, opgevat als een beroep op de bescherming van het privé- en familieleven, zoals gewaarborgd in artikel 8 van het EVRM. De rechtbank oordeelde dat de wijziging van de achternaam van de minderjarige een onaanvaardbare inbreuk op zijn identiteit zou vormen. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie toegewezen voor de verbetering van de vadergegevens, maar het verzoek om wijziging van de geslachtsnaam afgewezen. De beslissing benadrukt het belang van een juiste registratie in de registers van de burgerlijke stand, terwijl de identiteit van de minderjarige gewaarborgd blijft.