ECLI:NL:RBOVE:2025:7372

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
16 december 2025
Zaaknummer
11977332 \ CV EXPL 25-3652
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde woning wegens overlast en huurachterstand

In deze zaak vordert Stichting Woningstichting SWZ in kort geding de ontruiming van een woning die door de gedaagde wordt gehuurd. De vordering is gebaseerd op overlast en achterstallige huurbetalingen. De gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor er verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van SWZ niet ongegrond of onrechtmatig zijn en heeft deze toegewezen. De gedaagde wordt veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en de achterstallige huur van € 909,58 te betalen, evenals een bedrag van € 554,79 per maand voor de periode dat hij de woning na 1 december 2025 nog in gebruik heeft. De proceskosten worden begroot op € 958,45, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitgesproken op 16 december 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11977332 \ CV EXPL 25-3652
Vonnis in kort geding van 16 december 2025
in de zaak van
STICHTING WONINGSTICHTING SWZ,
te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: SWZ,
gemachtigde: mr. B.J. van den Berg,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.Samenvatting

[gedaagde] huurt van SWZ een woning. SWZ vordert in dit kort geding ontruiming van het gehuurde wegens overlast. Ook vordert SWZ betaling van de achterstallige huur en veroordeling van [gedaagde] om de huurpenningen te betalen tot en met de dag van ontruiming. [gedaagde] is in deze procedure niet verschenen. Daarom is er verstek verleend tegen hem. Omdat de vorderingen van SWZ de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen zal zij deze toewijzen. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de kort dagvaarding met producties 1 tot en met 42,
- de aanvullende productie 43 van SWZ,
- de mondelinge behandeling van 2 december 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de verstekverlening tegen [gedaagde] .
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.Het geschil

3.1.
SWZ vordert - samengevat - om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
om het gehuurde te [adres] aan de [adres] binnen veertien dagen na dit vonnis te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van alle sleutels aan SWZ,
tot betaling van een bedrag van € 909,58 ten titel van huurachterstand, te vermeerderen met de wettelijke rente,
tot betaling van een bedrag van € 554,79 per maand over de maanden dat hij het gehuurde na 1 december 2025 nog in gebruik heeft tot en met de dag van ontruiming van het gehuurde,
in de kosten van het geding.

4.De beoordeling

4.1.
In de dagvaarding zijn de wettelijk voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat er verstek zal worden verleend tegen [gedaagde] .
4.2.
Als een vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt zal deze in beginsel worden toegewezen. Dit is bepaald in artikel 139 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
4.3.
De vorderingen van SWZ komen de kantonrechter voldoende spoedeisend en niet onrechtmatig of ongegrond voor en zullen daarom worden toegewezen. Voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst van partijen zal worden ontbonden en [gedaagde] zal worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand.
4.4.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van SWZ worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,45
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
958,45

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om het gehuurde te [adres] aan de [adres] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met medeneming van al het zijne en de zijnen, onder afgifte van alle sleutels aan SWZ,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om een bedrag van € 909,58 ten titel van huurachterstand te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover, telkens te rekenen vanaf de vervaldata van die huurtermijnen tot en met de dag van de algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om een bedrag van € 554,79 per maand te betalen over de maanden dat hij het gehuurde na 1 december 2025 nog in gebruik heeft tot en met de dag van ontruiming van het gehuurde,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 958,45, te betalen binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de kosten van betekening,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken door mr. A.H. Margadant op 16 december 2025.