Uitspraak
1.Samenvatting
2.De procedure
- de aanvullende productie 43 van SWZ,
- de mondelinge behandeling van 2 december 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de verstekverlening tegen [gedaagde] .
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Stichting Woningstichting SWZ in kort geding de ontruiming van een woning die door de gedaagde wordt gehuurd. De vordering is gebaseerd op overlast en achterstallige huurbetalingen. De gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor er verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van SWZ niet ongegrond of onrechtmatig zijn en heeft deze toegewezen. De gedaagde wordt veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en de achterstallige huur van € 909,58 te betalen, evenals een bedrag van € 554,79 per maand voor de periode dat hij de woning na 1 december 2025 nog in gebruik heeft. De proceskosten worden begroot op € 958,45, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitgesproken op 16 december 2025.