Uitspraak
1.De procedure
- de processen-verbaal van de getuigenverhoren van 20 augustus, 19 en 20 november 2025.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert All-In Containers B.V. betaling van een factuur van € 10.753,88 inclusief btw van Metaalrecycling Oost B.V. Metaalrecycling Oost heeft aangevoerd dat zij een deel van deze factuur contant heeft betaald op 18 oktober 2024, maar de kantonrechter oordeelt dat Metaalrecycling Oost er niet in is geslaagd deze contante betaling te bewijzen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 3 juni 2025 geoordeeld dat het door All-In Containers in rekening gebrachte uurtarief redelijk is en dat de factuur terecht is gepresenteerd. Metaalrecycling Oost heeft getuigen gehoord om de contante betaling te onderbouwen, maar de verklaringen waren te vaag en niet specifiek genoeg om de stelling te ondersteunen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is geleverd voor de contante betaling, waardoor de vordering van All-In Containers wordt toegewezen.
De kantonrechter heeft ook de wettelijke handelsrente toegewezen, omdat de rechtsverhouding tussen partijen als een handelsovereenkomst wordt aangemerkt. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toegewezen, omdat All-In Containers voldoende heeft aangetoond dat deze kosten zijn gemaakt. Uiteindelijk is Metaalrecycling Oost veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 12.120,28, inclusief rente en kosten, en is er een veroordeling tot betaling van de proceskosten uitgesproken. Het vonnis is uitgesproken door mr. U. van Houten op 16 december 2025.