Uitspraak
handelend onder de naam [bedrijf van eiser] ,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van 28 mei 2025, met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van repliek van 21 oktober 2025, met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van dupliek van 4 november 2025.
3.De feiten
4.Het geschil
- tot betaling aan [bedrijf van eiser] van € 73,37, bestaande uit de rente over de reeds betaalde hoofdsom van € 4,97, incassokosten van € 40,--, btw van € 8,40 en informatiekosten van € 20,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 14 mei 2025;
- in de proces- en nakosten van deze procedure.
5.De beoordeling
U bent bij de kassa geweest en u heeft getracht te betalen(..)
Omdat het tankstation van mening is geweest dat u niet opzettelijk heeft nagelaten te betalen hebben zij de helft van de kosten voor haar rekening genomen”. In het licht van het (bij [bedrijf van eiser] bekende en schijnbaar ook erkende) verweer van [gedaagde] en bij gebreke van een nadere toelichting heeft [bedrijf van eiser] onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld.