ECLI:NL:RBOVE:2025:798
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend bij het UWV, dat op 8 november 2023 besloot om haar vanaf 27 februari 2023 geen WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit werd bevestigd in een bestreden besluit van 17 juli 2024. De rechtbank heeft op 16 januari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren.
Eiseres, die eerder als postsorteerder werkte en verschillende uitkeringen ontving, heeft zich op 1 maart 2021 ziek gemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV zijn beslissing heeft gebaseerd op verzekeringsgeneeskundige rapporten, waarin werd geconcludeerd dat eiseres op de datum in geding minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelt dat het UWV op goede gronden heeft geoordeeld dat de beperkingen van eiseres, zoals vastgelegd in de functionele mogelijkhedenlijst (FML), adequaat zijn en dat er geen aanleiding is voor verdere beperkingen.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder haar psychische klachten en lichamelijke beperkingen, zorgvuldig gewogen. Eiseres heeft geen medische gegevens overgelegd die haar standpunt onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug, en de uitspraak kan in hoger beroep worden aangevochten bij de Centrale Raad van Beroep.