ECLI:NL:RBOVE:2025:884

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
14 februari 2025
Zaaknummer
11357461 \ CV EXPL 24-3743
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afsluiting energietoevoer en proceskostenverdeling

In deze zaak vorderde Enexis, vertegenwoordigd door Syncasso, de afsluiting van de energietoevoer bij de gedaagde, die zonder overeenkomst energie had afgenomen. De gedaagde had inmiddels een nieuw energiecontract afgesloten, wat leidde tot de vraag wie de proceskosten moest betalen. De kantonrechter oordeelde dat Enexis de vordering moest afwijzen, omdat de gedaagde vóór de dagvaarding had gemeld dat hij een nieuw contract had afgesloten. Hierdoor had Enexis de procedure kunnen vermijden. De rechter stelde vast dat Enexis niet had gewacht met het betekenen van de dagvaarding, ondanks de informatie van de gedaagde over het nieuwe contract. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde geen proceskosten hoefde te betalen, en veroordeelde Enexis als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten, die op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats
Zaaknummer : 11357461 \ CV EXPL 24-3743
Vonnis van 11 februari 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
eisende partij, hierna te noemen Enexis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
gemachtigde: L. Broekhuis.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Enexis heeft geconstateerd dat [gedaagde] via het netwerk van Enexis energie heeft afgenomen zonder dat [gedaagde] een overeenkomst tot levering met een leverancier heeft afgesloten.
2.2.
Enexis heeft bij brieven van 22 december 2023 en 10 januari 2024 aan [gedaagde] medegedeeld dat hij een overeenkomst moet afsluiten met een nieuwe energieleverancier, om afsluiting van energie te voorkomen. Daarna heeft Enexis aan [gedaagde] nog diverse brieven gezonden waarin zij deze boodschap heeft herhaald. Omdat reactie uitbleef heeft de afsluitmonteur de woning meerdere keren bezocht.
2.3.
Na overdracht aan de gemachtigde Syncasso zijn er nog diverse aanmaningen verzonden.
2.4.
Op 20 september 2024 heeft [gedaagde] op Syncasso gereageerd.
2.5.
Op 31 oktober 2024 heeft de nieuwe energieleverancier van [gedaagde] een inhuizing geregistreerd in het Energie Data Services Nederland (EDSN) register.

3.Het geschil

3.1.
Enexis heeft gesteld dat zij [gedaagde] gedurende een periode van 9 maanden heeft proberen te bereiken. Pas op 20 september 2024 heeft [gedaagde] op Syncasso gereageerd en heeft hij een aanmelding bij Vattenfall overgelegd. Uit deze aanmelding blijkt volgens Enexis echter niet wanneer de levering van start gaat. Syncasso heeft op 24 september 2024 gereageerd op [gedaagde] en aangegeven dat zij de betaling in goede orde ontvangen hebben maar dat zij het proces van afsluiting pas stopzetten zodra zij doorkrijgen van Enexis dat de energieovereenkomst definitief is. De ingangsdatum kan immers ver in de toekomst liggen en er is nog sprake van een bedenktijd. Daarnaast kan er sprake zijn van de verplichting tot het betalen van een waarborgsom als vereiste om de levering te starten. De afsluiting wordt pas stopgezet zodra de energieleverancier via het EDSN register heeft doorgegeven dat er sprake is van een actieve levering.
3.2.
Omdat [gedaagde] een nieuwe overeenkomst met een energieleverancier heeft gesloten, vordert Enexis dan ook niet langer afsluiting van de aansluiting, dan wel terugname van de meetinrichting, ontruiming van het perceel en kosten van de afsluiting.
3.3.
Het staat volgens Enexis wel vast dat op het moment van dagvaarden op 10 oktober 2024 op het leveringsadres geen actieve levering door een energieleverancier bekend was. Daarom was Enexis wettelijk verplicht om de afnemer van energie af te sluiten. De dagvaarding is dan ook terecht betekend met als eerste roldatum 22 oktober 2024. Op de dag van betekening van de dagvaarding heeft [gedaagde] (en niet zoals [gedaagde] bij conclusie van antwoord doet lijken al in de e-mail van 20 september 2024) een kopie van de leveringsovereenkomst met Vattenfall overgelegd. De kosten van de betekening van de dagvaarding en het salaris gemachtigde zijn op dat moment verschuldigd geraakt.
3.4.
Volgens [gedaagde] is de dagvaarding van 10 oktober 2024 niet meer relevant omdat hij op 20 september 2024 heeft medegedeeld dat er een energiecontract is afgesloten. Indien Syncasso tijdig had gereageerd, was de dagvaarding niet nodig geweest. Daarnaast heeft hij de buitengerechtelijke incassokosten van € 75,00 betaald. [gedaagde] is het dan ook niet eens dat hij de kosten van de procedure moet betalen.
3.5.
In dit geschil speelt enkel nog de vraag wie de proceskosten moet betalen.

4.De beoordeling

[gedaagde] hoeft geen proceskosten te betalen.

4.1.
[gedaagde] heeft weliswaar niet adequaat gereageerd op de brieven van Enexis en haar gemachtigde Syncasso, maar na de eerste reactie van [gedaagde] op 20 september 2024 had het op de weg van Enexis gelegen om te wachten met het betekenen van de dagvaarding. Uit het overleggen van de aanmelding bij Vattenfall door [gedaagde] had Enexis volgens de kantonrechter voldoende gronden om het betekenen van de dagvaarding uit te stellen en bijvoorbeeld te vragen naar een energiecontract. Daarnaast had Enexis kunnen wachten tot de energieleverancier via het ESDN register heeft doorgeven dat er sprake is van een actieve levering. Hierdoor had Enexis een onnodige rechtszaak met de daarbij behorende proceskosten kunnen vermijden. Indien reactie was uitgebleven had zij alsnog kunnen kiezen om de dagvaarding te betekenen. De incassokosten die Enexis heeft gemaakt voor het inschakelen van haar gemachtigde heeft [gedaagde] betaald, zodat Enexis ook op die grond had kunnen aannemen dat [gedaagde] zijn best deed om een procedure te voorkomen.
4.2.
De vordering van Enexis zal daarom worden afgewezen. Enexis zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op nihil.

5.De beslissing

5.1.
wijst de vorderingen af en veroordeelt Enexis in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], begroot op nihil,
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2025. (jjm)