Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1],
wonende te [woonplaats 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil - de beoordeling
dagvaardingskosten € 146,14;
€ 134,00;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.F. Vanhommerig, de gedaagde opgeroepen om te verschijnen in een kort geding. De eiser vorderde de ontruiming van de woning die hij verhuurt aan de gedaagde, alsook betaling van een huurachterstand van € 10.740,65. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de eiser voldoende spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst waarschijnlijk zal worden ontbonden in een bodemprocedure, en heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft ook de kosten van de procedure aan de zijde van de eiser vastgesteld op € 1.824,14. Het vonnis is uitgesproken op 18 februari 2025 door mr. J.M. Marsman en mr. A.M.S. Kuipers.