ECLI:NL:RBROE:2000:AA5447

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
12 april 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/068180-99
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • O.M. de Lange
  • A.W. Ente
  • F.R. Soutendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak tegen Slachthuis [verdachte] B.V.

In deze zaak heeft de meervoudige economische kamer van de Arrondissementsrechtbank te Roermond op 12 april 2000 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak betreft Slachthuis [verdachte] B.V., dat eerder was veroordeeld voor het medeplegen van overtredingen van de Destructiewet. De officier van justitie had een vordering ingediend om het wederrechtelijk verkregen voordeel te schatten en te ontnemen. De raadsman van Slachthuis [verdachte] B.V. voerde aan dat er geen wederrechtelijk voordeel was verkregen, en dat, indien dit al het geval zou zijn, het bedrag lager zou moeten zijn dan gevorderd. Hij stelde ook dat de belasting die over de omzet was betaald, in mindering zou moeten worden gebracht op het voordeel. De rechtbank oordeelde echter dat de stellingen van de raadsman niet opgingen, en dat belasting niet als kostenpost kan worden aangemerkt die het voordeel zou verminderen. De rechtbank concludeerde dat Slachthuis [verdachte] B.V. wel degelijk wederrechtelijk voordeel had verkregen en stelde het bedrag vast op f. 17.105,--. De rechtbank legde Slachthuis [verdachte] B.V. de verplichting op om dit bedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de bewijsstukken en de argumenten van de verdediging.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ROERMOND
Parketnummer: 04/068180-99
Beslissing ex artikel 36e, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Roermond tegen:
Slachthuis [verdachte] B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
aanhangig gemaakt bij ongedateerde vordering.
Onderzoek van de zaak.
De rechtbank heeft op 29 maart 2000 gehoord:
- de officier van justitie;
- [H.v.K.], vertegenwoordiger van Slachthuis [verdachte] B.V., bijgestaan door mr. G.R.A.G. Goorts, advocaat te Roermond.
De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond d.d. 12 april 2000 in de zaak met parketnummer 04/068180-99, waarbij Slachthuis [verdachte] B.V. voornoemd is veroordeeld wegens
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 4 van de Destructiewet, meermalen gepleegd, opzettelijk begaan, begaan door een rechtspersoon.
Bewijsmiddelen.
Pro memorie.
Verweren.
Door de raadsman is ter terechtzitting betoogd dat de vordering afgewezen dient te worden, nu de raadsman van mening is dat Slachthuis [verdachte] B.V. geen wederrechtelijk voordeel verkregen heeft.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat, zo er al wederrechtelijk voordeel zou zijn verkregen, dit lager dient te zijn dan het gevorderde, aangezien het proces-verbaal betrekking heeft op alle leveringen van Slachthuis [verdachte] B.V. aan [P.V.], terwijl er slechts 5 leveringen opgenomen zijn in de tenlastelegging.
Vervolgens heeft de raadsman aangegeven dat op het voordeel de over de omzet betaalde VPB in mindering gebracht dient te worden.
Tenslotte heeft de raadsman aangegeven dat Slachthuis [verdachte] B.V. nog een vordering heeft op [P.V.] ter zake van nog openstaande facturen.
De rechtbank acht de vordering, behalve - kennelijk - op gronden aan het bewijs ontleend, niet voldoende weersproken door de raadsman.
De rechtbank beoordeelt de vordering aan de hand van de bewezenverklaring van voormeld vonnis in de zaak met parketnummer 04/068180-99 en het aannemelijk geachte voordeel, zoals weergegeven in het proces-verbaal van het Bureau Financiële Ondersteuning.
Voor wat betreft de stelling van de raadsman dat het voordeel, gelet op de tenlastelegging, lager dient te zijn, oordeelt de rechtbank dat zulks niet op gaat, gelet op het bepaalde in artikel 36e, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht.
Terzake van de door de raadsman gestelde betaling van enige belasting oordeelt de rechtbank dat belasting niet is een kostenpost, die tot mindering zou kunnen strekken op het door de misdrijven en soortgelijke feiten behaalde voordeel, hetgeen onverlet laat dat de belastingplichtige de haar ten dienste staande fiscale verzoeken kan doen.
Het feit dat Slachthuis [verdachte] B.V. nog een vordering heeft op [P.V.], die beweerdelijk nog niet is betaald, doet er niet aan af dat die vordering haar vermogen heeft verbeterd en niet is gebleken dat [P.V.] in betalingsonmacht verkeert.
De rechtbank verwerpt, gelet op het vorenstaande, de verweren.
Motivering van de maatregel.
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat Slachthuis [verdachte] B.V. voornoemd voordeel heeft gekregen door middel van de strafbare feiten waarvoor zij bij voormeld vonnis is veroordeeld, alsmede door middel van soortgelijke feiten.
De rechtbank zal het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vaststellen op het na te noemen bedrag.
Toegepaste wetsartikelen.
De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 24d en 36e van het Wetboek van Strafrecht.
B E S L I S S I N G:
De meervoudige economische kamer van de arrondissementsrechtbank:
stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op f. 17.105,--;
legt Slachthuis [verdachte] B.V. voornoemd de verplichting op tot betaling aan de Staat van een geldbedrag ter grootte van f. 17.105,--, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel dat zij door middel van de strafbare feiten en soortgelijke feiten heeft verkregen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. O.M. de Lange, A.W. Ente en F.R. Soutendijk, van wie mr. O.M. de Lange voorzitter, in tegenwoordigheid van C. van Est als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 april 2000.
typ: cve