ECLI:NL:RBROE:2000:AB2462
Rechtbank Roermond
- Hoger beroep
- W.M. Callemeyn
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen ongegrondverklaring bezwaren premiejaren en administratief verzuim
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 21 november 2000 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Limburg Patisserie BV tegen het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). De zaak betreft de ongegrondverklaring van bezwaren van eiseres tegen correctienota's over de premiejaren 1993 tot en met 1997 en de registratie van een administratief verzuim, alsook de daarmee samenhangende boete. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaren van eiseres, die door mr. S.A.J.M. Munnichs zijn ingediend, ongegrond zijn verklaard door verweerder. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de correctienota's en de boete, die zijn opgelegd op basis van een onderzoek naar de werkzaamheden van drie medewerkers bij Management [vertegenwoordiger] B.V. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld, waaronder de verplichtingen van werkgevers volgens de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) en de relevante artikelen van de Ziektewet (ZW), de Werkloosheidswet (WW) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rechtbank heeft geoordeeld dat de boete van 100% van de vastgestelde premie te hoog is in verhouding tot de ernst van het verzuim en heeft deze vastgesteld op 25%, wat overeenkomt met een bedrag van ƒ 16.958,00. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.