ECLI:NL:RBROE:2001:AA9650
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.M.L.M. Magnée
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door grondwaterverontreiniging en bewijsvoering
In deze zaak, uitgesproken op 25 januari 2001 door de Arrondissementsrechtbank te Roermond, staat de aansprakelijkheid van de besloten vennootschap Speciaalwerk Adviesgroep B.V. centraal. De bewindvoerster van C.F. [saniet], die in een schuldsaneringsregeling verkeert, heeft een vordering ingesteld tegen Speciaalwerk en Rena B.V. wegens schadevergoeding als gevolg van verontreiniging van het grondwater van het perceel van [saniet]. De bewindvoerster stelt dat de schade, die bestaat uit het verschil tussen de taxatiewaarde van het perceel in 1996 en de executiewaarde in 1999, is veroorzaakt door de verontreiniging die afkomstig is van de percelen van Speciaalwerk en Rena.
Speciaalwerk heeft de vordering betwist en geconcludeerd tot afwijzing, met een beroep op het ontbreken van bewijs dat de schade door haar is veroorzaakt. De rechtbank overweegt dat de bewindvoerster haar vordering baseert op artikel 6:175 van het Burgerlijk Wetboek, dat de aansprakelijkheid voor schade door onrechtmatige daad regelt. De rechtbank stelt vast dat de bewindvoerster voldoende feiten heeft aangevoerd die de aansprakelijkheid van Speciaalwerk kunnen onderbouwen, maar dat Speciaalwerk ook een beroep doet op alternatieve causaliteit, waarbij zij stelt dat andere verontreinigers ook verantwoordelijk kunnen zijn voor de schade.
De rechtbank beslist dat Speciaalwerk moet bewijzen dat de schade niet het gevolg is van haar activiteiten. Dit bewijs zal geleverd moeten worden door middel van getuigen, en de rechtbank staat dit bewijsaanbod toe. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en bepaalt dat hoger beroep alleen mogelijk is tegelijk met het hoger beroep van het eindvonnis. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering in aansprakelijkheidszaken, vooral wanneer meerdere partijen betrokken zijn bij de schadeveroorzakende gebeurtenis.