ECLI:NL:RBROE:2001:AB0055

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
8 februari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
42082/HARK 00-350
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.A.M.J. Paulussen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot beëdiging als vertaler in de Engelse en Italiaanse taal

Op 8 februari 2001 heeft de Rechtbank Roermond uitspraak gedaan op het verzoek van [belanghebbende] om te worden beëdigd als vertaler in de Engelse en Italiaanse taal. [belanghebbende] heeft een diploma van de Hogeschool Antwerpen overgelegd, waaruit blijkt dat zij de opleiding vertaalkunde met goed gevolg heeft afgesloten. Dit diploma is gelijkwaardig aan het diploma van de vertaalacademie van de Hogeschool Maastricht, zoals vastgesteld door de rechtbank. De rechtbank heeft ook een verklaring omtrent het gedrag van [belanghebbende] ontvangen, die aan de eisen voldoet.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [belanghebbende] voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid zoals genoemd in artikel 2 van de Wet beëdigde vertalers. Dit houdt in dat zij voldoende kennis heeft van de vreemde talen Engels en Italiaans, evenals de Nederlandse taal. De rechtbank heeft besloten om [belanghebbende] toe te laten tot de beëdiging als vertaler in deze talen, en heeft de beëdiging vastgesteld op woensdag 21 februari 2001 in het gerechtsgebouw te Roermond.

De uitspraak is gedaan in het kader van de Wet beëdigde vertalers, die de eisen voor toelating tot de beëdiging regelt. De rechtbank heeft in haar oordeel ook verwezen naar Europese richtlijnen die de erkenning van diploma's tussen lidstaten waarborgen. Dit is van belang voor de toegang tot de uitoefening van beroepsactiviteiten in de interne markt van de EU. De rechtbank heeft geconcludeerd dat [belanghebbende] aan alle vereisten voldoet en heeft haar verzoek ingewilligd.

Uitspraak

Zaaknummer: 42082/HARK 00-350
Uitspraak : 8 februari 2001
B E S C H I K K I N G
van de arrondissementsrechtbank te Roermond
op het verzoek van:
[belanghebbende],
[woonplaats]
Het verloop van de procedure
[belanghebbende] heeft bij de rechtbank een verzoek ingediend om te worden beëdigd als vertaler in de Engelse en Italiaanse taal. Bij dit verzoek heeft zij overgelegd:
-Een diploma van de Hogeschool Antwerpen waaruit blijkt dat ze
de opleiding vertaalkunde, optie vertaler, met goed gevolg heeft
afgesloten en dat haar de graad wordt verleend van Licentiaat
Vertaler met Nederlands als basistaal en Engels en Italiaans als
moderne vreemde talen;
-Een verklaring omtrent het gedrag afgegeven door het gemeentebe-
stuur van haar woonplaats.
Het oordeel van de rechtbank
Artikel 1 van de Wet beëdigde vertalers noemt de eisen waaraan voldaan moet worden om te kunnen worden toegelaten tot de beëdi-ging als vertaler in een of meer vreemde talen. Als eis van vak- bekwaamheid wordt hier de bevoegdheid tot het geven van middel- baar onderwijs in een of meer vreemde talen genoemd. Op grond van artikel 2 van voornoemde wet kunnen ook anderen dan de in artikel 1 genoemde worden toegelaten tot de beëdiging wanneer zij vol- doende blijk geven van kennis van de vreemde taal of vreemde talen en de Nederlandse taal, dit ter beoordeling van de rechtbank. Het diploma van de vierjarige opleiding van de vertaalacademie van de Hogeschool Maastricht acht de rechtbank voldoende kwalificeren om verzoekers met toepassing van artikel 2 toe te laten tot de beëdiging als vertaler in een of meer vreemde talen.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [belanghebbende] een vierjarige opleiding vertaalkunde in de talen Engels en Italiaans aan de Hogeschool Antwerpen heeft afgesloten. Om de toegang tot werkzaamheden op de interne markt te vergemakkelijken, voorziet artikel 57 EG-Verdrag in de opstelling van richtlijnen die de wederzijdse erkenning van diploma's door de lidstaten moet garanderen. Dit heeft o.a. geresulteerd in richtlijn 89/48 EEG van 21 december 1988 die betrekking heeft op de erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten. Allereerst vloeit uit de richtlijn voor iedere lidstaat, waar de toegang tot de uitoefening van een beroepsactiviteit direct of indirect afhankelijk is gesteld van het bezit van een diploma, de verplichting voort rekening te houden met in een andere lidstaat verworven kwalificaties en na te gaan of die met de door hem geëiste overeenstemmen. Deze verplichting is gebaseerd op een van de fundamentele beginselen van gemeenschapsrecht neergelegd in artikel 5 van het EG-verdrag; het beginsel van gemeenschaptrouw, dat o.a. de verplichting met zich meebrengt om zelf te handelen teneinde de doelstellingen van het EG-Verdrag te bereiken. Is de opleiding die in een andere lidstaat is genoten niet gelijkwaardig aan de opleiding door de "ontvangende" lidstaat voor een beroepsactiviteit geëist, dan kan met toepassing van artikel 3 van de richtlijn toegang verkregen worden. Artikel 3 bepaalt, kort gezegd, dat wanneer een bepaald diploma in een lidstaat wordt aanvaard om tot het betrokken beroep op zijn grondgebied te worden toegelaten, het geacht wordt mede te voldoen in de andere lidstaten.
Na onderzoek heeft de rechtbank vastgesteld dat het diploma van de Hogeschool Antwerpen, opleiding vertaalkunde zeker gelijkwaardig is aan het diploma van vertaalacademie van de Hogeschool Maas-
tricht. [belanghebbende] voldoet derhalve aan de in artikel 2 van de Wet beëdigde vertalers genoemde eis van vakbekwaamheid voor de
vreemde talen Engels en Italiaans. Voorts heeft de rechtbank vast-
gesteld dat voldaan wordt aan alle overige in artikel 2 genoemde
eisen. De rechtbank zal derhalve [belanghebbende] toelaten tot de
beëdiging als vertaler in de Engelse en de Italiaanse taal.
B E S L I S S I N G
De rechtbank:
laat [belanghebbende] toe tot de beëdiging als vertaler in de Engelse en Italiaanse taal;
bepaalt dat de beëdiging zal plaatsvinden op woensdag 21 februari
2001 in het gerechtsgebouw, Willem ll Singel 67, te Roermond om
9.15 uur.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.M.J. Paulussen en door
deze uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting van 8 februari 2001.