ECLI:NL:RBROE:2001:AB1365
Rechtbank Roermond
- Voorlopige voorziening
- E.J.A.M. Bakermans
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunning voor koffieshop in Weert
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank Roermond op 23 februari 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, bestaande uit [verzoeker A], [verzoeker B] en 11 anderen, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Weert, dat op 19 december 2000 vergunning heeft verleend aan [vergunninghouder 1] en [vergunninghouder 2] voor het exploiteren van een alcoholvrije horeca-inrichting, in de vorm van een koffieshop. De verzoekers hebben een bezwaarschrift ingediend en verzocht om een voorlopige voorziening op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De president heeft de vergunningverlening geschorst tot het moment dat verweerder het besluit op bezwaar op de voorgeschreven wijze aan verzoekers heeft kenbaar gemaakt.
De president overweegt dat de vergunninghouders een aanvraag hebben ingediend voor een vergunning voor het verkopen van softdrugs in de koffieshop. De president constateert dat de gemeente Weert al twee vergunningen heeft verleend voor koffieshops, waardoor het maximum aantal koffieshops volgens het beleid is bereikt. De president oordeelt dat de afstandseis van 250 meter tot andere koffieshops en scholen in het beleid niet in het geding is, omdat de vergunninghouders voldoen aan deze eis. De president wijst erop dat de interpretatie van de afstandseis door de verzoekers niet in overeenstemming is met het beleid.
De president concludeert dat er voldoende aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen, maar dat deze niet zo ver moet strekken als door verzoekers is beoogd. De president schorst het bestreden besluit en veroordeelt verweerder in de proceskosten van de verzoekers, die zijn vastgesteld op ƒ 1.420,00. De gemeente Weert moet ook het griffierecht van ƒ 450,00 vergoeden aan de verzoekers. De president benadrukt dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.