ECLI:NL:RBROE:2001:AB1868
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Wijziging van ouderlijk gezag op verzoek van minderjarige
In deze zaak heeft de minderjarige Priscilla op 15 februari 2001 een verzoek ingediend bij de rechtbank om het ouderlijk gezag te wijzigen, zodat haar vader voortaan het gezag over haar zou uitoefenen in plaats van haar moeder. Dit verzoek werd door beide ouders ondertekend. De kinderrechter heeft Priscilla op 20 maart 2001 gehoord. De ouders waren eerder gescheiden, en het ouderlijk gezag berustte bij de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat artikel 1:251a BW minderjarigen de mogelijkheid biedt om zelf een verzoek tot wijziging van het gezag in te dienen, maar in dit geval was er geen sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van Priscilla niet ontvankelijk kon worden verklaard, omdat de wet niet voorziet in een wijziging van éénhoofdig ouderlijk gezag op verzoek van de minderjarige. De rechtbank heeft de minderjarige Priscilla niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek, en deze beslissing werd op 29 maart 2001 uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen twee maanden na de uitspraak.