ECLI:NL:RBROE:2001:AB1868

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
29 maart 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
43478/FA RK 01-341
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.C.G. Brants
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van ouderlijk gezag op verzoek van minderjarige

In deze zaak heeft de minderjarige Priscilla op 15 februari 2001 een verzoek ingediend bij de rechtbank om het ouderlijk gezag te wijzigen, zodat haar vader voortaan het gezag over haar zou uitoefenen in plaats van haar moeder. Dit verzoek werd door beide ouders ondertekend. De kinderrechter heeft Priscilla op 20 maart 2001 gehoord. De ouders waren eerder gescheiden, en het ouderlijk gezag berustte bij de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat artikel 1:251a BW minderjarigen de mogelijkheid biedt om zelf een verzoek tot wijziging van het gezag in te dienen, maar in dit geval was er geen sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van Priscilla niet ontvankelijk kon worden verklaard, omdat de wet niet voorziet in een wijziging van éénhoofdig ouderlijk gezag op verzoek van de minderjarige. De rechtbank heeft de minderjarige Priscilla niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek, en deze beslissing werd op 29 maart 2001 uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen twee maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Zaaknummer: 43478 / FA RK 01-341
Uitspraak : 29 maart 2001
B E S C H I K K I N G
van de arrondissementsrechtbank te Roermond
op het op 20 februari 2001 ingediende verzoekschrift van de minderjarige Priscilla [achternaam], geboren te [geboorteplaats] op 28 april 1986 tot wijziging van het gezag in die zin dat haar vader wordt belast met het ouderlijk gezag over haar, welk gezag thans door haar moeder wordt uitgeoefend.
Als belanghebbende merkt de rechtbank aan:
de moeder,
wonende te [woonplaats]
en
de vader,
wonende te [woonplaats].
1. Ontstaan en verloop van de procedure.
Priscilla heeft zich bij brief van 15 februari 2001 tot de rechtbank gewend met het verzoek het ouderlijk gezag over haar te wijzigen in die zin dat het ouderlijk gezag dat nu door moeder wordt uitgeoefend, voortaan door vader zal worden uitgeoefend. De ouders hebben de brief van Priscilla voor akkoord mede ondertekend. Priscilla verzoekt op grond van artikel 251 a boek 1 BW juncto artikel 251 lid 2 BW in haar verzoek te bewilligen.
Op 20 maart 2001 heeft de kinderrechter Priscilla gehoord op haar verzoek.
2. Vaststellingen en overwegingen:
Bij uitspraak van deze rechtbank van [datum beschikking]3 december 1992 zijn de ouders gescheiden van echt verklaard, welke uitspraak nadien is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Bij uitspraak van deze rechtbank van [datum beschikking]9 februari 1993 is de moeder belast met het ouderlijk gezag over de betreffende minderjarige.
3. Het oordeel van de rechtbank.
Artikel 1:251 a geeft aan minderjarigen een eigen rechtsingang inzake gezagbeslissingen. Gedoeld wordt op de beslissing op de voet van 1:251, tweede lid.
Uit de memorie van toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996,m 23 714, nr. 7 blijkt het navolgende:
“Voorgesteld wordt een nieuw artikel 251a in de wet op te nemen, opdat in deze zaken het kind zelf de mogelijkheid heeft de rechter te benaderen, omdat hij of zij het met het voornemen van de ouders het gezamenlijk gezag te laten doorlopen niet eens is.”
In de situatie van artikel 251a wordt derhalve specifiek gedoeld op de situatie van het laten doorlopen van het gezamenlijk ouderlijk gezag, waarop aan de minderjarige een mogelijkheid wordt geboden hierop in te breken, door zich tot de rechter te wenden.
De situatie van Priscilla is echter anders. Er is geen sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag. Het ouderlijk gezag berust nu bij moeder en Priscilla cq de ouders gaan akkoord met het onderhavige wijzigingsverzoek, in die zin dat vader alleen zal worden belast met het ouderlijk gezag over Priscilla.
Wijziging van éénhoofdig ouderlijk gezag is een beslissing, gebaseerd op artikel 1:253o BW, welke wijziging op verzoek van de ouders of een van de ouders door de rechtbank kan worden gegeven.
Gelet op het bepaalde in artikel 251a BW en het uitgangspunt van de wetgever waarvan blijkt in de memorie van toelichting, gaat het de rechtsvormende taak van de rechter te buiten te bepalen dat artikel 251a BW de minderjarige tevens de mogelijkheid geeft de rechter te benaderen met een verzoek om wijziging van éénhoofdig ouderlijk gezag.
Ook het Verdrag inzake de rechten van het kind noopt de rechter niet het verzoek van Priscilla in behandeling te nemen.
De rechtbank zal derhalve Priscilla niet ontvankelijk verklaren in haar verzoek.
B E S L I S S I N G
De rechtbank:
verklaart Priscilla niet ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.C.G. Brants, kinderrechter en ter openbare terechtzitting van 29 maart 2001 uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier.
HMui
Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze uitspraak is verstrekt of verzonden, binnen twee maanden na de dag van deze uitspraak; door andere belanghebbenden binnen twee maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de uitspraak hun op andere wijze bekend is geworden.