ECLI:NL:RBROE:2001:AD6899

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
6 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
41951 / HA ZA 00-896
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.F.M. Schrickx
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bestuurder voor openstaande schulden van failliete vennootschap

In deze zaak, behandeld door de Arrondissementsrechtbank te Roermond op 6 december 2001, staat de aansprakelijkheid van de gedaagde, als bestuurder van de failliete vennootschap TQ Telequipment B.V., centraal. Eiseres, een advocatenmaatschap, vordert betaling van een openstaande schuld van ƒ 45.501,62, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet na een dagvaarding op 19 oktober 2000, gevolgd door verschillende conclusies van eis, antwoord, repliek en dupliek. Eiseres stelt dat gedaagde zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld, wat heeft geleid tot het faillissement van de vennootschap en de onmogelijkheid om aan haar verplichtingen te voldoen.

Gedaagde betwist de vordering en stelt dat eiseres geen recht heeft op betaling, omdat de werkzaamheden niet voor de vennootschap zijn verricht. Hij voert aan dat de vennootschap altijd met mr. P. Obbeek heeft samengewerkt en dat eiseres niet de wederpartij is geweest. De rechtbank constateert dat gedaagde niet heeft betwist dat de vennootschap de declaraties van eiseres nooit heeft betwist, wat de vordering van eiseres versterkt.

De rechtbank oordeelt dat gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat de aansprakelijkheid van gedaagde op grond van onbehoorlijke taakvervulling niet kan worden toegewezen. De rechtbank wijst erop dat de aansprakelijkheid van een bestuurder in geval van faillissement niet automatisch geldt voor schuldeisers, maar voor de curator. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en geeft partijen de gelegenheid om aanvullende informatie te verstrekken over de aansprakelijkheid van gedaagde en de openstaande vorderingen.

Uitspraak

Uitspraak: 6 december 2001
V O N N I S
van de Arrondissementsrechtbank te Roermond
in de zaak van:
eiseres:
De maatschap EVERTS BOSBOOM HIEMSTRA ADVOCATEN,
gevestigd te Naaldwijk,
procureur mr. G.R.A.G. Goorts;
tegen:
gedaagde:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
procureur mr. Q.J. van Riet.
1. Het verloop van de procedure
Dit blijkt uit de navolgende stukken:
- de dagvaarding van 19 oktober 2000;
- de conclusie van eis;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met bijlagen;
- de conclusie van dupliek met bijlagen;
- akte van de zijde van eiseres.
De inhoud van deze stukken geldt als hier herhaald en ingelast.
2. De vordering(en) en de stellingen van eiseres
Eiseres heeft gevorderd:
bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voorzover de wet zulks toelaat, gedaagde zal worden veroordeeld om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de som van ƒ 45.501,62, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:120 BW over genoemd bedrag vanaf der dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening, althans over een zodanig bedrag en een zodanige periode als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren en met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding, die van de beslaglegging inbegrepen.
Eiseres heeft daartoe het navolgende gesteld.
1. Eiseres heeft dienstverlenende werkzaamheden verricht ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TQ Telequipment B.V., kantoorhoudende te Delft, waarvan gedaagde bestuurder was.
Eiseres voornoemde besloten vennootschap veelvuldig heelt aangemaand teneinde de openstaande schuld te voldoen, waarna geen betaling volgde en getroffen betalingsregelingen, ondanks toezeggingen, niet werden nagekomen;
De openstaande opeisbare schuld thans ƒ 45.501,62 bedraagt, e.a.a. evenwel exclusief de rente en incassokosten;
De besloten vennootschap TQ Telequipment B.V. is onlangs door de rechtbank te Rotterdam in staat van faillissement verklaard.
2. Gedaagde in zijn hoedanigheid van bestuurder heeft zijn taak onbehoorlijk vervuld aangezien is gebleken dat gedaagde vóór het faillissement al personeelsleden heeft ontslagen, opdrachten niet heeft uitgevoerd, terwijl er bij voornoemde besloten vennootschap sprake was van een zeer omvangrijke orderportefeuille. e.e.a. slaat in schril contrast met het faillissement van de besloten vennootschap.
Gedaagde heeft op enige wijze de omvangrijke orderportefeuille onttrokken aan TQ Telequipment B.V. zodat de inkomsten van de besloten vennootschap zijn komen te vervallen en het faillissement is gevolgd, zonder dat zulks in wezen noodzakelijk was. Bovendien heeft gedaagde zowel vóór als na het faillissement contante betalingen van opdrachtgevers van TQ Telequipment B.V. ontvangen en deze onttrokken aan het vermogen van TQ Telequipment B.V. zonder daarvoor rekening en verantwoording af te leggen, of zulks tot uiting te doen komen in de boekhouding van de besloten vennootschap.
3. Naar thans is gebleken heeft gedaagde als bestuurder van voornoemde vennootschap opdrachten aan eiseres verstrekt met de wetenschap dat deze nimmer aan haar verplichtingen zou voldoen, gezien met name ook de slechte liquiditeitspositie van voornoemde vennootschap.
4. Gedaagde is eveneens in verband met de administratieve verplichtingen van voornoemde vennootschap in gebreke gebleven en niet heeft voldaan aan de verplichtingen om de jaarstukken van de vennootschap conform artikel 2:224 BW tijdig te deponeren.
Gedaagde is gezien het vorenstaande hoofdelijk aansprakelijk voor de openstaande schuld, e.e.a. met name in verband met een onbehoorlijke taakvervulling en de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid.
Eiseres heeft ter verzekering van haar rechten in deze inmiddels conservatoir beslag doen leggen op de onroerende zaak van gedaagde.
Voor de verdere stellingen en de nadere onderbouwing daarvan verwijst de rechtbank naar de processtukken.
3. Het verweer van gedaagde
Gedaagde heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk-verklaring van eiseres in dan wel afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van eiseres in de kosten van het geding.
De rechtbank verwijst voor de weren en de nadere onderbouwing daarvan naar de inhoud van de conclusies van antwoord en dupliek.
Het verweer zal hierna aan de orde komen.
4. Het oordeel van de rechtbank
4.1 eiseres als procespartij
Gedaagde heeft het volgende verweer gevoerd:
Gedaagde betwist dat eiseres dienstverlenende werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de besloten vennootschap TQ Equipment B.V. waarvan gedaagde bestuurder is. De vennootschap heeft steeds te maken gehad met en opdrachten verstrekt aan de advocaat en procureur de heer mr. P. Obbeek. Het is gedaagde niet bekend dat mr. Obbeek steeds namens eiseres een maatschap naar burgerlijk recht, is opgetreden. Het is gedaagde evenmin bekend mr. Obbeek één van de vennoten van eiseres is dan wel een werknemer van eiseres, Bij gebreke van wetenschap neemt gedaagde het standpunt in dat eiseres niet de wederpartij van de vennootschap is geweest en dat eiseres in haar vorderingen niet-ontvankelijk is.
De rechtbank kan gedaagde in dit verweer niet volgen. Het briefhoofd van eiseres vermeldt: "Everts ? Bosboom ? Hiemstra Advocaten" . Deze vermelding geeft reeds aan dat er sprake is van een advocatenmaatschap onder deze naam. Bovendien staat als voetnoot op het briefpapier dat het samenwerkingsverband een maatschap is. De opdrachten kunnen niet anders dan verstrekt zijn aan de maatschap. Dat mr. P. Obbeek het merendeel van de opdrachten heeft afgewikkeld doet hieraan niets af.
4.2 vordering op TQ Telequipment B.V.
Gedaagde heeft het volgende verweer gevoerd:
Gedaagde betwist dat eiseres een bedrag van ƒ 45.501,62 op de vennootschap te vorderen heeft ter zake van onbetaald gebleven facturen.
Van belang is dat eiseres (een deel van) haar juridische werkzaamheden voor een werknemer/mede-oprichter beleidsmedewerker van de vennootschap, te weten de heer [achternaam] privé heeft verricht. Onder meer juridische werkzaamheden in de rechtszaak van [achternaam] tegen Perfekt Kozijnen B.V. te [vestigingsplaats] zijn door eiseres gedeclareerd aan de vennootschap. Gedaagde wist daarvan niets af, kon/kan daarmee uiteraard niet instemmen en beschouwt dit als een ernstige zaak waarin eiseres en de heer [achternaam] een ernstig verwijt treft.
Het stond eiseres in leder geval niet vrij om de vennootschap te factureren voor werkzaamheden die niet voor de vennootschap waren verricht. Deze gang van zaken geeft gedaagde aanleiding om de gestelde onbetaald gebleven facturen te betwisten zolang niet duidelijk is welke werkzaamheden daaraan ten grondslag liggen.
De rechtbank constateert dat gedaagde niet stelt dat TQ Telequipment B.V. op enigerlei wijze op enig moment heeft geprotesteerd tegen de declaraties van eiseres. Eiseres heeft dan ook onweersproken gesteld dat deze vennootschap de hoogte van de declaraties nimmer heeft betwist.
Desalniettemin biedt gedaagde aan te bewijzen dat mr. Obbeek declaraties aan de vennootschap heeft gestuurd voor werkzaamheden voor [achternaam] in privé. Gedaagde adstrueert dit bewijsaanbod door een declaratie van eiseres over te leggen die nota bene gericht is aan de heer [achternaam] op zijn huisadres.
Verder wijst gedaagde er op dat het bedrag van deze declaratie ad ƒ 203,57 driemaal voorkomt in het door eiseres opgemaakte overzicht van de aan de vennootschap toegezonden declaraties. Gedaagde ziet hierbij over het hoofd dat de declaratie dateert van 3 augustus 2000, terwijl het overzicht is afgesloten op 18 juli 2000. De declaratie kan dus niet voorkomen op dit overzicht.
De rechtbank oordeelt de alsnog door gedaagde gedane betwisting als hier bedoeld ten enenmale onvoldoende geadstrueerd om hem tot bewijs toe te laten als door hem is aangeboden.
4.3 ontvankelijkheid
Gedaagde heeft het volgende verweer gevoerd:
Hoewel daarom uitdrukkelijk gevraagd, heeft eiseres geweigerd, althans
ongemotiveerd nagelaten, specificaties te verstrekken van de beweerdelijk
openstaande facturen, alsmede van de in het verleden door de vennootschap aan eiseres betaalde facturen. Daarom heeft gedaagde geen zicht op de redelijkheid van de hoogte van die facturen en moet gedaagde ook in de onderhavige procedure zich het recht voorbehouden om de redelijkheid van de hoogte van de facturen in de loop van de onderhavige procedure te betwisten. Indien uit de specificaties blijkt dat de facturen onredelijk hoog zijn en dat gedaagde ook daarom verweer dient te voeren tegen de invordering van die facturen, zou dat betekenen dat eiseres in deze procedure niet ontvankelijk is maar haar facturen moet laten begroten via de daarvoor bestemde rechtsgang binnen de Orde van Advocaten.
Advocaten zijn verplicht aan hun cliënten, die daarom verzoeken, gespecificeerde rekeningen te geven (artikel 31 wet tarieven in burgerlijke zaken). De cliënt van eiseres in deze is TQ Telequipment B.V.. Gedaagde betwist niet de stelling van eiseres dat deze vennootschap gespecificeerde rekeningen heeft ontvangen. Ook is het deze vennootschap, die desgewenst, begroting van het salaris had kunnen vragen overeenkomstig het bepaalde in artikel 32 Wet tarieven in burgerlijke zaken.
Voor gedaagde staat deze weg niet open.
Nu de vennootschap de declaraties niet heeft betwist en geen begroting daarvan heeft aangevraagd gaat de rechtbank uit van de door eiseres gestelde hoogte van deze declaraties.
4.4 aansprakelijkheid gedaagde op grond van onbehoorlijke taakvervulling
Eiseres heeft gesteld hetgeen hierboven onder de stellingen van eiseres onder punt 2 is vermeld. Bij conclusie van repliek heeft eiseres deze stellingen nog aangevuld met de stelling dat de handelwijze van gedaagde de oorzaak is geweest dat de vennootschap failliet is gegaan. Door deze handelwijze zou de vennootschap niet meer aan haar verplichtingen ten opzichte van eiseres hebben kunnen voldoen. Impliciet stelt eiseres derhalve dat de vennootschap zonder deze handelwijze wel aan haar verplichtingen ten opzichte van eiseres had kunnen voldoen.
De situatie waar eiseres op doelt staat omschreven in artikel 2:248 B.W.. Dit artikel houdt in dat in geval van faillissement van de vennootschap iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is voor het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
De rechtbank wijst er op dat in de tekst van dit artikel staat dat deze aansprakelijkheid geldt "jegens de boedel".
Het is dus niet een schuldeiser van de vennootschap aan wie op basis van dit artikel een vordering toekomt, maar de curator in het faillissement van de vennootschap. Nu de stellingname van eiseres correspondeert met de inhoud van dit artikel ligt de conclusie voor dat de vordering van eiseres niet op basis van dit feiten complex kan worden toegewezen.
Het is mogelijk dat aan een bestuurder verweten kan worden te hebben bewerkstelligd of toegelaten dat de door hem bestuurde vennootschap een eerder door haar aangegane overeenkomst niet nakomt en daardoor aan de wederpartij van de vennootschap schade berokkent. Of er dan sprake is van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder , hangt af van de vraag of aan hem een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt, en dit hangt weer af van de concrete omstandigheden van het geval. Eiseres heeft in dit opzicht ten enenmale onvoldoende gesteld om tot deze aansprakelijkheidsstelling van gedaagde te kunnen geraken.
4.5 aansprakelijkheid gedaagde op grond van niet deponeren jaarstukken
Artikel 2:248 B.W. luidt:
"Indien het bestuur niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit de
artikelen 10 of 394, heeft het zijn taak onbehoorlijk vervuld en wordt vermoed
dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het
faillissement. Hetzelfde geldt indien de vennootschap volledig aansprakelijk
vennoot is van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en
niet voldaan is aan de verplichtingen uit artikel 15a van Boek 3. Een
onbelangrijk verzuim wordt niet in aanmerking genomen."
Ook hiervoor geldt dus het hierboven overwogene onverkort.
4.6 aansprakelijkheid uit nadere hoofde
Gedaagde als bestuurder van TQ Telequipment B.V., die namens die vennootschap een verplichting aangaat terwijl hij weet of behoort te begrijpen dat de vennootschap niet of niet binnen redelijke termijn aan die verplichting zal kunnen voldoen en ook geen verhaal zal bieden, kan onder omstandigheden persoonlijk jegens die eiseres aansprakelijk worden gehouden uit hoofde van onrechtmatige daad (vaste rechtspraak sedert HR 6 oktober 1989 NJ 1990-286).
De rechtbank zal eiseres gelegenheid geven haar vordering nader te preciseren conform de rechtspraak van de Hoge Raad.
Eiseres zal daarbij onder meer dienen aan te geven
waarom het irrelevant is dat de contacten tussen haar en de vennootschap liepen via de heer [achternaam];
voor welke declaraties zij gedaagde aansprakelijk acht voor de betaling daarvan;
op welke wijze gedaagde bij alle betreffende kwesties persoonlijk betrokken is geweest met name richting haar;
wat de liquiditeitspositie was van de vennootschap ten tijde van het geven van de opdrachten.
Gedaagde van zijn kant mag eiseres niet in een processueel onmogelijke positie brengen. Van hem mag verwacht worden dat hij zijn stellingen zal aanvullen ten aanzien van de vermogenspositie en de financiering van de vennootschap en daaromtrent stukken zal overleggen.
4.7 slotsom
De rechtbank zal de verdere beoordeling en beslissing aanhouden en partijen gelegenheid geven de rechtbank nader te informeren als onder punt 4.6 overwogen.
B E S L I S S I N G
De rechtbank:
houdt iedere verdere beslissing aan;
verwijst de zaak naar de rolzitting van donderdag 31 januari 2002 voor akte of conclusie aan de zijde van eiseres.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.M. Schrickx en ter openbare civiele terechtzitting van 6 december 2001 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
Type: as