ECLI:NL:RBROE:2001:AE2687
Rechtbank Roermond
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van bouwvergunning en voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank te Roermond op 19 september 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonende te [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helden, waarbij aan [vergunninghouder] op 15 mei 2001 een bouwvergunning was verleend voor de bouw van een opslagruimte. Verzoeker had op 31 augustus 2001 verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat het bouwplan niet voldeed aan het vigerende bestemmingsplan.
Tijdens de behandeling ter zitting op 14 september 2001 werd duidelijk dat de verweerder niet had gezorgd voor de medebrenging van het complete, originele bestemmingsplan, wat de integrale toetsing van het bouwplan bemoeilijkte. De president concludeerde dat, hoewel er mogelijk een spoedeisend belang aanwezig was, het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen omdat verzoeker zonder enig nadeel de beslissing in de hoofdzaak kon afwachten. De president oordeelde dat het belang van verzoeker bij de gevraagde voorziening niet zwaarder woog dan het belang van verweerder en vergunninghouder bij afwijzing van die voorziening.
De president heeft uiteindelijk het besluit van 15 mei 2001 geschorst, omdat het bouwplan niet voldeed aan de maximum goothoogte zoals gesteld in het bestemmingsplan. De schorsing werd niet in de tijd clausuleren, zodat deze doorloopt bij een door verweerder te nemen besluit met dezelfde strekking. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die op f. 1420,- werden begroot, en diende verweerder het door verzoeker gestorte griffierecht volledig te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.