ECLI:NL:RBROE:2004:AO5993
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- Th. M. Schelfhout
- F.J.C. Huijbers
- C.M.W. Nobis
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bouwvergunning wegens geen aanvang werkzaamheden binnen 26 weken
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 10 maart 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende in Portugal, en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weert. Eiser had een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van kassen en een (werktuigen)loods, maar deze vergunning werd door de gemeente ingetrokken omdat er binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning geen aanvang met de werkzaamheden was gemaakt. Eiser voerde aan dat gezondheidsproblemen hem belemmerden om met de bouw te beginnen, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat deze problemen hem daadwerkelijk verhinderden om de werkzaamheden te starten. De rechtbank verwierp de grieven van eiser en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank overwoog dat de intrekking van de bouwvergunning op goede gronden was gebaseerd, aangezien eiser niet had aangetoond dat hij gedurende de relevante periode niet in staat was om de bouw te realiseren. De rechtbank benadrukte dat de loods en de kassen niet onlosmakelijk met elkaar verbonden waren, waardoor een gedeeltelijke intrekking van de vergunning mogelijk was. Eiser had ook niet kunnen aantonen dat de hoorzitting onjuist of onvolledig was, en de rechtbank concludeerde dat de gemeente op basis van de beschikbare informatie een juiste beoordeling had gemaakt.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd door de Raad van State, die oordeelde dat de intrekking van de vergunning rechtmatig was. Eiser had de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen, maar de rechtbank stelde dat de belangenafweging in deze zaak niet onevenwichtig was en dat eiser niet onevenredig benadeeld werd door de intrekking van de vergunning.