ECLI:NL:RBROE:2004:AO7570

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
14 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
57553 / HA ZA 03-645
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.M.L.M. Magnée
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de Rabobank voor niet-nakoming van zorgplicht jegens cliënt in het kader van kredietovereenkomst

In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 14 april 2004 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser, [eiser], en gedaagde, de Coöperatieve Rabobank Roermond e.o. U.A. Eiser vorderde een verklaring voor recht dat de Rabobank aansprakelijk was voor het niet of onvoldoende nakomen van haar zorgplicht jegens hem, als gevolg van een blokkade op zijn bankrekening die had geleid tot het niet kunnen deelnemen aan een loterij. Eiser had een kredietfaciliteit van € 1.361,34 bij de Rabobank, maar overschreed deze limiet meerdere keren. De Rabobank had eiser herhaaldelijk gewezen op de gevolgen van deze overschrijdingen en uiteindelijk besloten zijn rekening te blokkeren, wat resulteerde in het niet kunnen incasseren van de inleg voor de loterij. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 11.500.000,--, alsook kosten van rechtsbijstand.

De rechtbank oordeelde dat de Rabobank de vereiste zorgvuldigheid had betracht en dat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank stelde vast dat de Rabobank eiser tijdig en adequaat had geïnformeerd over de gevolgen van de kredietoverschrijding en dat de blokkade van de rekening gerechtvaardigd was. De vorderingen van eiser werden dan ook afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de Rabobank.

Deze uitspraak benadrukt de zorgplicht van banken jegens hun cliënten en de gevolgen van het niet naleven van kredietovereenkomsten. De rechtbank bevestigde dat een bank gerechtigd is om maatregelen te nemen ter bescherming van haar eigen belangen en die van haar cliënten, mits deze maatregelen proportioneel zijn en in overeenstemming met de geldende voorwaarden.

Uitspraak

uitspraak: 14 april 2004
V O N N I S
van de rechtbank Roermond
in de zaak van:
eiser:
[eiser],
wonende te [woonplaats], [adres],
procureur: mr. A. Carli,
procederende met toevoeging;
tegen:
gedaagde:
de COÖPERATIEVE RABOBANK ROERMOND E.O. U.A.,
gevestigd te 6041 HP Roermond, Willem II Singel 9,
procureur: mr. H.J.J.M. van der Bruggen.
Partijen worden aangeduid als:
eiser: [eiser];
gedaagde: de Rabobank.
1. Inhoud van het procesdossier
Er wordt recht gedaan op de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 8 september 2003 met acht bijlagen;
- de conclusie van antwoord met vijf bijlagen;
- het vonnis van deze rechtbank van 10 december 2003;
- een rolbericht van 23 februari 2004, dat de rechtbank als een akte beschouwt,
waarbij [eiser] vijf bijlagen in het geding brengt;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2004.
2. Vaststaande feiten
De rechtbank gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten.
[eiser] houdt bij de Rabobank een betaalrekening aan onder nummer 1357.13.277. Op deze rekening beschikt [eiser] over een kredietfaciliteit in rekening-courant van
€ 1.361,34. Op de betaalrekening zijn van toepassing de door de Rabobank gebruikte algemene voorwaarden voor betaalrekening en de Algemene Bankvoorwaarden.
Voor zover van belang bepalen de artikelen 11 en 14 van de algemene voorwaarden betaalrekening:
11. Beschikkingen ten laste van de rekening waardoor een debetsaldo ontstaat of het bedrag van een verleende kredietfaciliteit wordt overschreden zijn niet toegestaan. Een dergelijk debetsaldo is door de bank terstond opeisbaar. (…)
14. Een kredietfaciliteit eindigt en een debetsaldo is terstond en zonder ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar:
(…)
- wanneer een rekeninghouder in strijd handelt met de voorwaarden, die op de rekening van toepassing zijn;
(…).
Voor zover van belang bepalen de artikelen 2 en 10 van de Algemene Bankvoorwaarden:
2. Zorgplicht van de bank
De bank dient bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen. Zij zal daarbij naar beste vermogen met de belangen van de cliënt rekening houden (…).
10. Uitvoering betaalopdrachten
(…)
Het hiervoor bepaalde doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de bank om betaalopdrachten niet uit te voeren indien de stand van de rekening die uitvoering niet toelaat (…).
Vanaf medio 2002 neemt [eiser] deel aan het door de Stichting Nationale Sporttotalisator (SNS) georganiseerde "Lotto abonnement". [eiser] doet mee met de jackpotkleur geel en met de volgende combinaties van getallen:
lot 1: 05-15-15-28-32-36
lot 2: 09-19-21-30-31-40
lot 3: 04-17-33-36-37-45
lot 4: 09-11-21-22-30-32.
Het verschuldigde inleggeld bedraagt € 5,-- per lot, zodat per trekking een bedrag van € 20,-- verschuldigd is.
[eiser] heeft aan de SNS machtiging verleend om het verschuldigde inleggeld automatisch te incasseren van zijn betaalrekening bij de Rabobank.
De automatische incasso van het verschuldigde inleggeld voor een bepaalde trekking vindt plaats tussen de 22e en 31e van de maand, voorafgaand aan de betreffende trekking.
Behalve in de hierna nog te noemen gevallen heeft [eiser] in 2002 diverse malen de limiet van het hem toegestane rekening-courant-krediet overschreden.
Bij brief van 14 oktober 2002 deelt de Rabobank aan [eiser] mede - zakelijk weergegeven - dat uit haar administratie blijkt dat [eiser] zijn kredietlimiet heeft overschreden met € 148,59, dat [eiser] met zijn pas geen geld meer kan opnemen zolang de limiet is overschreden, dat betalingsopdrachten via zijn rekening niet worden uitgevoerd, dat [eiser] de overstand kan opheffen door minimaal € 148,59 op zijn rekening te storten en dat de rekening van [eiser] zich op 13 november 2002 weer binnen de overeengekomen kredietlimiet moet bevinden. In deze brief heeft de
Rabobank [eiser] aangeboden om in gezamenlijk overleg te bezien of een oplossing mogelijk was. Van dit aanbod heeft [eiser] geen gebruik gemaakt.
Bij brief van 13 november 2002 deelt de Rabobank aan [eiser] mede - zakelijk weergegeven - dat zij hem in een eerdere brief erop heeft gewezen dat de kredietlimiet is overschreden, dat de overstand inmiddels € 474,52 bedraagt, dat zij daardoor genoodzaakt is de betaalrekening van [eiser] en eventueel bijbehorende passen en creditcards te blokkeren, dat geld opnemen en betaalopdrachten uitvoeren niet langer mogelijk zijn en dat eventuele automatische afschrijvingen van de betaalrekening door de Rabobank zullen worden teruggevorderd.
Op 14 november 2002 heeft de Rabobank op de bankrekening van [eiser] in het door Interpay BankGiroCentrale B.V. (Interpay) aangehouden CONTO-bestand een blokkade aangebracht. Eveneens op 14 november 2002 heeft de Rabobank, nadat op 5 november 2002 het debetsaldo op de betaalrekening van [eiser] was opgelopen tot € 1.835,36, zeven betalingen die door middel van automatische incasso's waren afgeschreven en in totaal een bedrag van € 500,50 beliepen, teruggeboekt.
Op 22 november 2002 heeft de SNS een incassotape naar Interpay gezonden ten behoeve van de trekking op 14 december 2002. Hierop ontving de SNS van Interpay een meldcode met als signaaltekst "Incasso niet meer mogelijk".
[eiser] heeft ten laste van zijn spaarrekening een bedrag van € 160,-- naar zijn betaalrekening overgemaakt, waardoor op 18 november 2002 de debetstand van de betaalrekening, mede door de stornering van 14 november 2002, € 1.117,25 bedroeg.
Op 29 november 2002 heeft de Rabobank een tape aangemaakt ter verwijdering van de aangebrachte blokkade. Deze tape is op 2 december 2002 aan Interpay ter beschikking gesteld en op 3 december 2002 is de blokkade daadwerkelijk opgeheven.
De SNS heeft [eiser] niet op de trekkingslijst van de trekking van 14 december 2002 geplaatst, omdat zij het terzake verschuldigde inleggeld niet kon incasseren.
Bij de trekking die op 14 december 2002 heeft plaatsgevonden, is de jackpotprijs van € 11.500.000,-- gevallen op de kleur geel en op een van de vier loten, zoals vermeld op het deelnamebewijs van [eiser].
De SNS heeft geweigerd tot uitkering van die prijs aan [eiser] over te gaan, omdat [eiser], doordat de SNS hem niet op de trekkingslijst had geplaatst, niet aan die trekking meedeed.
3. Vordering en stellingen van [eiser]
[eiser] vordert - samengevat - een verklaring voor recht dat de Rabobank aansprakelijk is wegens het niet of onvoldoende deugdelijk nakomen van de (op haar rustende verplichtingen uit de) door haar met [eiser] gesloten overeenkomst tot het verstrekken van krediet in rekening-courant, de overeenkomst van verbruikleen en de overeenkomst van opdracht, van de op haar rustende verplichtingen, althans dat de Rabobank ernstig en toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van de met [eiser] gesloten overeenkomsten en dat de Rabobank door het niet naleven van de op haar rustende zorgplicht en het maken van een onjuiste belangenafweging onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] en dat dit onrechtmatig handelen de Rabobank kan worden toegerekend en op grond waarvan de Rabobank jegens [eiser] aansprakelijk is. Daarnaast vordert [eiser] de Rabobank te veroordelen tot betaling van een bedrag in hoofdsom van € 11.500.000,--, € 75.000,-- aan gemaakte kosten van rechtsbijstand in de civiele procedure tegen de SNS en € 25.000,-- aan gemaakte kosten van rechtsbijstand wegens een nog te beginnen civiele procedure tegen Interpay, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente en de proceskosten. [eiser] stelt daartoe het volgende.
De Rabobank is aansprakelijk voor het toerekenbaar niet en onjuist nakomen van de door haar met [eiser] gesloten overeenkomst rekening-courant-krediet, de overeenkomst van opdracht, het verzaken van de op haar rustende zorg- en informatieplicht, alsmede onrechtmatig handelen doordat als gevolg van slordig, gebrekkig, onzorgvuldig, laakbaar en onachtzaam handelen van haar [eiser] een aanzienlijke materiële schade heeft geleden.
De Rabobank heeft op 14 november 2002 ten onrechte en/of op onjuiste gronden besloten een blokkade op de bankrekening van [eiser] in het door Interpay aangehouden CONTO-bestand aan te brengen en heeft verzuimd om die blokkade op 18 november 2002 te verwijderen hoewel de daadwerkelijke debetstand op die rekening € 1.117,25 bedroeg, hetgeen bij een krediet van € 1.361,34 een vrije kredietruimte van € 244,09 betekent.
De Rabobank heeft nagelaten dan wel op onvoldoende wijze rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van [eiser] door [eiser] niet onverwijld, adequaat en volledig te informeren over de strekking en reikwijdte van de door de Rabobank in het CONTO-bestand aangebrachte blokkade.
Indien de Rabobank de gewraakte blokkade niet had aangebracht dan wel tijdig had opgeheven dan had de SNS in de periode tussen 22 en 30 november 2002 tijdig en op reguliere wijze de verschuldigde inleggelden terzake van de Lottotrekking op 14 december 2002 kunnen innen.
4. Verweer van de Rabobank
De Rabobank concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in de vorderingen dan wel tot afwijzing van het gevorderde, met kostenveroordeling. De Rabobank voert daartoe het volgende verweer.
Overschrijding van de toegestane kredietlimiet is op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden niet toegestaan. Wordt in strijd gehandeld met die algemene voorwaarden dan is een debetstand terstond zonder verdere aanmaning of ingebrekestelling opeisbaar.
De kredietoverschrijding waarvan in oktober en november 2002 sprake was, verschilt met eerdere kredietoverschrijdingen, die namelijk kortstondiger waren en relatief geringe bedragen betroffen. In oktober en november 2002 liep het bedrag van de overschrijding steeds verder op en werd de periode dat er van een overschrijding sprake was steeds langer. De Rabobank heeft [eiser] bij brief 14 oktober 2002 gewezen op de gevolgen van de kredietoverschrijding en hem aangeboden in gezamenlijk overleg een oplossing te zoeken. [eiser] heeft niets van zich laten horen. De ongeoorloofde debetstand is verder opgelopen en bedroeg op 13 november 2002 € 474,52. Niet de Rabobank maar [eiser] zelf heeft in strijd met de overeenkomst gehandeld en is toerekenbaar tekortgeschoten.
Door middel van een stornering corrigeert de bank de kredietoverschrijding en bij een blokkade worden nieuwe kredietoverschrijdingen via automatische girale betalingen voorkomen.
De brief van 13 november 2002 moet worden aangemerkt als een bevestiging van de beëindiging van de kredietfaciliteit. De blokkade vond plaats in het kader van de beëindiging van de kredietfaciliteit. Op het moment dat de Rabobank overging tot blokkering van de rekening van [eiser] was er sprake van een ongeoorloofde kredietoverschrijding. De Rabobank was niet gehouden de blokkering op te heffen zodra als gevolg van de storneringen de debetstand lager was dan de oorspronkelijk overeengekomen kredietlimiet. De kredietlimiet was immers op grond van de algemene voorwaarden beëindigd.
De Rabobank heeft geen fouten gemaakt, is niet te kort geschoten en heeft ook niet onrechtmatig tegenover [eiser] gehandeld.
5. Beoordeling van het geschil
Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat het [eiser] was toegestaan om op zijn betaalrekening voor een bedrag van maximaal € 1.361,34 debet of te wel "rood" te staan. Eveneens zijn partijen via de toepasselijke algemene voorwaarden met elkaar overeengekomen dat overschrijding van deze kredietfaciliteit niet is toegestaan en dat, wanneer dat wel het geval is, de kredietfaciliteit eindigt op grond van het feit dat [eiser] als rekeninghouder in strijd heeft gehandeld met de voorwaarden, die op de betaalrekening van toepassing zijn.
Mede als gevolg van de uitvoering van een aantal automatische incasso-opdrachten is op 5 november 2002 een ongeoorloofde debetstand van € 1.835,36 ontstaan en blijven bestaan. Dit blijkt uit de niet betwiste bijlage 4 bij conclusie van antwoord, die in chronologische volgorde een exacte weergave is van iedere mutatie op de betaalrekening van [eiser]. Met deze niet toegestane overschrijding van de kredietfaciliteit, eindigde de kredietfaciliteit. Hierop heeft de Rabobank een zevental automatische incasso's gestorneerd. Anders dan [eiser] heeft gesteld, is door deze storneringen geen ruimte ontstaan in de kredietfaciliteit; door de overschrijding was de kredietfaciliteit namelijk beëindigd. Vervolgens heeft de Rabobank de rekening van [eiser] laten blokkeren.
Het storneringsrecht van een bank moet worden gezien in het licht van het feit dat bij automatische incasso de betaling plaatsvindt zonder haar instemming. Bij alle andere betalingsvormen immers kan de bank de uitvoering van de betalingsopdracht weigeren, indien zij daartoe een rechtsgeldige reden heeft. Bij een automatische incasso raakt de bank eerst van de betaling op de hoogte, nadat zij aan de hand van de van Interpay ontvangen gegevens haar boekhouding heeft bijgewerkt. Op dat moment heeft de debitering van de rekening-courant tussen de schuldenaar en zijn bank al plaatsgevonden. Om deze reden heeft de bank van de schuldenaar de mogelijkheid Interpay opdracht te geven de boeking te herstellen, indien het saldo van een rekening ontoereikend is of de kredietlimiet is overschreden.
In het onderhavige geval had de Rabobank een rechtsgeldige reden om tot stornering en blokkering over te gaan. [eiser] had immers niet voldaan aan zijn verplichting om de toegestane kredietfaciliteit niet te overschrijden en daarnaast mocht de Rabobank ook rekening houden met haar eigen positie door de uitvoering van verdere betalingsopdrachten en het opnemen van contant geld te verhinderen. Dergelijke transacties zal de Rabobank immers zonder rechtsgrond moeten voorfinancieren uit haar eigen middelen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de Rabobank tegenover [eiser] de vereiste zorgvuldigheid betracht en met zijn belangen in voldoende mate rekening gehouden. De Rabobank heeft [eiser] schriftelijk en tijdig tot tweemaal toe gewezen op de consequenties die een ongeoorloofde overschrijding van de kredietlimiet zou hebben. Met name is [eiser] erop gewezen dat bij een blokkade van zijn rekening het uitvoeren van betaalopdrachten niet langer mogelijk was en dat eventuele automatische afschrijvingen van die rekening zouden worden hersteld door deze terug te vorderen van de begunstigde.
De Rabobank kan niet worden tegengeworpen dat zij bij eerdere overschrijdingen van de kredietfaciliteit geen maatregelen heeft getroffen of waarschuwingen aan [eiser] heeft gegeven. Bij die eerdere overschrijdingen - zo staat onbetwist vast - ging het om geringe overschrijdingen die steeds van korte duur waren, terwijl in oktober / november 2002 de overschrijding toenam tot een bedrag van € 474,52 en van langere duur was.
Van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming of een onrechtmatig handelen van de Rabobank tegenover [eiser] is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest. Op grond va het voorgaande dienen de vorderingen als vermeld in de dagvaarding onder 1. t/m 4a dan ook afgewezen te worden; de vorderingen onder 4. b. en c. dienen te worden afgewezen, omdat [eiser] deze op geen enkele wijze heeft gemotiveerd.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
B E S L I S S I N G
De rechtbank:
wijst af het gevorderde;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van de Rabobank, welke kosten tot aan deze uitspraak worden begroot op:
€ 3.863,-- aan griffierechten en
€ 5.536,-- aan salaris ten behoeve van de procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.L.M. Magnée en op de openbare civiele terechtzitting van 14 april 2004 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
lghc