ECLI:NL:RBROE:2005:AU7540
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg over de termen sloot en sloottalud in relatie tot de Bestrijdingsmiddelenwet 1962
In deze zaak, behandeld door de economische politierechter te Roermond, staat de vraag centraal of de verdachte, een maatschap, zich schuldig heeft gemaakt aan het in strijd handelen met de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De tenlastelegging betreft het gebruik van het bestrijdingsmiddel Roundup Econ 400 op een vermeende sloot en sloottalud in de periode van 1 april 2004 tot en met 11 mei 2004 te Belfeld, gemeente Venlo. De verdachte heeft betoogd dat er geen sprake is van een sloot of sloottalud, maar van een voor die niet in verbinding staat met oppervlaktewateren en die zelfs bij hevige regenval geen water voert. De politierechter heeft de gebruiksaanwijzing van het bestrijdingsmiddel geraadpleegd, waarin staat dat spuiten op sloottaluds niet is toegestaan. De rechter heeft ook gekeken naar de definitie van oppervlaktewater zoals vastgelegd in de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO) en jurisprudentie. Uit het aanvullend proces verbaal en foto’s blijkt dat de vermeende sloot niet in verbinding staat met ander oppervlaktewater en dat deze slechts over de lengte van het perceel van de verdachte strekt. De rechter concludeert dat er geen sprake is van een sloot in de zin van de WVO en dat het tenlastegelegde feit niet bewezen kan worden. Daarom spreekt de rechter de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.