ECLI:NL:RBROE:2005:AU7683

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
7 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
69581 / KG ZA 05 - 227
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • H.A.M.J. Paulussen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering in kort geding inzake openbare aanbesteding en Alcatel-termijn

In deze zaak, die op 7 december 2005 door de Rechtbank Roermond werd behandeld, stond de vordering van Boralit Nederland B.V. centraal. Boralit had een kort geding aangespannen tegen het Waterschapsbedrijf Limburg, naar aanleiding van een openbare aanbesteding voor de aanleg van IBA-systemen. Boralit en Oranjewoud hadden gezamenlijk ingeschreven, maar het Waterschapsbedrijf had de opdracht gegund aan de combinatie Grontmij/Den Ouden. Boralit stelde dat het Waterschapsbedrijf een verboden eis van technische aard had opgenomen in de aanbesteding en dat het zich niet had gehouden aan de Alcatel-termijn, zoals vastgesteld in het arrest van het Hof van Justitie van 28 oktober 1999.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het Waterschapsbedrijf op juiste gronden had besloten om niet aan Boralit te gunnen. De rechter stelde vast dat de Alcatel-termijn, die op 21 juni 2005 was gegeven, voldoende was om Boralit in staat te stellen rechtsmaatregelen te treffen. Boralit had echter nagelaten om tijdig te reageren op de gunning aan de andere combinatie. De rechter concludeerde dat Boralit niet had voldaan aan de eisen van de aanbesteding en dat de vordering tot schadevergoeding niet kon worden toegewezen.

Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter de vordering van Boralit af en veroordeelde Boralit in de proceskosten van het Waterschapsbedrijf, die werden begroot op € 244,00 aan griffierechten en € 816,00 aan salaris voor de procureur. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. H.A.M.J. Paulussen, met H.M.M. Muijzers als griffier.

Uitspraak

uitspraak: 7 december 2005
V O N N I S
in kort geding van de rechtbank Roermond
in de zaak van:
eiseres:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BORALIT NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 7921 JP Zuidwolde, Industrieweg 30,
procureur: mr. O.J.H.M. van Eijndhoven,
advocaat: mr. P.E. Mazel;
tegen:
gedaagde:
WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG,
gevestigd te 6043 CX Roermond, Maria Theresialaan 99,
procureur: mr. J.B. Th. van ‘t Grunewold.
Partijen worden als volgt aangeduid:
eiseres: Boralit;
gedaagde: Waterschapsbedrijf.
1. Inhoud van het procesdossier
Er wordt recht gedaan op de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 27 september 2005;
- de door mr Mazel bij brief van 23 november 2005 ingezonden producties;
- de door mr van ’t Grunewold bij brief van 25 november 2005 ingezonden producties;
- de pleitnota’s, die tijdens de mondelinge behandeling op de openbare zitting van 29 november 2005 zijn overgelegd.
2. Vaststaande feiten
De rechter gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten:
Het Waterschapsbedrijf heeft op 13 mei 2005 een openbare aanbesteding gedaan voor het aanleggen van IBA systemen in het buitengebied van diverse Limburgse gemeenten. Boralit en Oranjewoud hebben tezamen ingeschreven. Bij brief van 3 augustus 2005 heeft het Waterschapsbedrijf aan Boralit en Oranjewoud doen weten dat gegund zal worden aan de combinatie Grontmij/Den Ouden.
Boralit heeft tijdens de mondelinge behandeling op 29 november 2005 haar vorderingen gewijzigd in die zin dat zij thans een voorschot van € 10.000,00 vordert van het Waterschapsbedrijf op de geleden en nog te lijden schade. Het Waterschapsbedrijf heeft tegen de wijziging van eis geen bezwaar gemaakt.
3. Vordering en stellingen van Boralit
Boralit stelt en vordert overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, die aan dit vonnis is gehecht en de gewijzigde eis. De raadsman heeft op de zitting aan de hand van een pleitnota waarnaar wordt verwezen een nadere toelichting gegeven.
4. Verweer van het Waterschapsbedrijf
De raadsman heeft op de zitting aan de hand van een pleitnota waarnaar wordt verwezen het gevorderde bestreden.
5. Beoordeling van het geschil
5.2 Boralit stelt dat het Waterschapsbedrijf een verboden eis van technische aard in haar openbare aanbesteding heeft opgenomen en dat het Waterschapsbedrijf zich niet heeft gehouden aan het Alcatel-arrest (Hof van Justitie EEG, 28 oktober 1999, zaaknummer C-81/98 Jur.I-7693).
5.3 Het Waterschapsbedrijf stelt dat zij op juiste gronden niet aan Boralit heeft gegund. De zogenaamde Alcatel-termijn is met de brief van 21 juni 2005 gegeven. Het Waterschapsbedrijf is van mening dat de vordering van Boralit moet worden afgewezen.
5.4 de aanbesteding
Op 13 mei 2005 heeft de aanbesteding plaats gevonden. Proces-verbaal van aanbesteding is door het Waterschapsbedrijf overgelegd (productie 3). Uit dat proces-verbaal blijkt dat de combinatie Boralit/Oranjewoud de laagste inschrijver is. De combinatie Boralit/Oranjewoud voldoet echter niet aan de in het bestek gestelde voorwaarden.
De rechter stelt vast dat het Waterschapsbedrijf zich niet strikt aan het aanbestedingsreglement houdt door vervolgens met Boralit op 25 mei 2005 een bespreking te organiseren omtrent de ontbrekende inschrijvingsvereisten en het niet voldoen aan de bestekeis. Gelet op de hoogte van de inschrijving is het verklaarbaar dat het Waterschapsbedrijf met Boralit in overleg treedt om te bezien of Boralit niet alsnog aan alle inschrijvingseisen kan voldoen.
5.5 Kiwa certificering verboden eis
Tijdens deze bespreking komen partijen overeen dat Boralit/Oranjewoud uiterlijk woensdag 1 juni 2005 een schriftelijke reactie aanlevert bij Ingenieursbureau van Kleef te Roermond naar aanleiding van het verschil tussen bestekeis en de te leveren IBA. Tevens dienen de tevredenheids verklaringen correct te worden aangereikt.
De rechter stelt vast dat Boralit zich daarmee heeft geconformeerd aan de bestekeis van Kiwa certificering. Het gaat niet aan om nu achteraf te stellen dat dit een verboden eis zou zijn. Boralit heeft zich op 25 mei 2005 verbonden om aan de Kiwa certificering te voldoen, zodat de stelling dat de Kiwa certificering een verboden eis is zal worden gepasseerd.
5.6 verwerkingscapaciteit IBA
Ten aanzien van de certificering van de IBA-systemen bestaat onduidelijkheid. Het Waterschap hanteert de norm een verwerkingscapaciteit tot 6 i.e. en een verwerkingscapaciteit van 5 i.e. Uit de overgelegde stukken en hetgeen partijen ter zitting hierover naar voren brengen trekt de rechter de conclusie dat als norm moet worden vastgesteld een verwerkingscapaciteit tot en met 5 i.e. De taalkundige uitleg van tot 6 i.e betekent immers ook tot en met 5 i.e.
5.7 bestek eisen
De rechter stelt vast dat op 1 juni 2005 is voldaan aan de tevredenheidsverklaringen. De brief van Kiwa van 31 mei 2005 (productie 4 van het Waterschapsbedrijf) houdt volgens de rechter in dat in beginsel denkbaar is dat de IBA-systemen van Boralit worden opgewaardeerd naar een Kiwa certificering naar 5 i.e., met dien verstande dat er nog een aanvulling moet komen alvorens de certificering een feit is. Vast staat in elk geval dat op 1 juni 2005 Boralit nog niet had voldaan aan de bestek eis van de Kiwa certificering.
5.8 Alcatel termijn
Nu het Waterschapsbedrijf op 1 juni 2005 niet over een voldoende verklaring van Kiwa kon beschikken was het Waterschapsbedrijf in beginsel vrij om aan een ander te gunnen. Echter nu het Waterschapsbedrijf op 25 mei 2005 eenmaal de stap genomen heeft om met Boralit te gaan overleggen is een nadere termijn na 1 juni 2005 redelijk.
Het Waterschapsbedrijf heeft vervolgens bij brief van 21 juni 2005 (productie 5 van het Waterschapsbedrijf) aan Boralit medegedeeld dat de inschrijving van Boralit/Oranjewoud als niet besteksconform wordt aangemerkt en dat het project niet wordt gegund. In dezelfde brief stelt het Waterschapsbedrijf een termijn van 15 dagen om rechtsmaatregelen te nemen. De rechter is van oordeel dat deze termijnstelling voldoende aansluit bij de ratio van het Alcatel-arrest. Vervolgens reageert Oranjewoud met haar brief van 30 juni 2005 bij het Waterschapsbedrijf (productie 6 van het Waterschapsbedrijf) en stelt het Waterschapsbedrijf een termijn tot 4 juli 2005 te 15.00 uur en behoudt zich het recht om rechtsmaatregelen te treffen. Nu het Waterschapsbedrijf niet meer binnen de gestelde termijn reageert, had het gelet op de tot dan gevoerde overleg op de weg van Boralit gelegen om per omgaande in elk geval op zeer korte termijn aan het Waterschapsbedrijf mede te delen dat zij rechtsmaatregelen zou treffen. Tevens neemt de rechter hierbij mede in aanmerking dat het Waterschapsbedrijf niet is ingelicht over het opgewaardeerde Kiwa certificaat. Volgens verklaring van de heer van Engelhoven zou dit nieuwe certificaat ergens begin zomer 2005 zijn verstrekt aan Boralit.
Als vervolgens het Waterschapsbedrijf op 5 augustus 2005 het project aan Grontmij Nederland B.V./Den Ouden gunt heeft Boralit met de verstreken periode tussen 21 juni 2005 en 5 augustus 2005 voldoende Alcatel termijn gehad om rechtsmaatregelen te treffen.
5.9 vordering tot schadevergoeding
Gelet op het vorenstaande is de rechter van oordeel dat er geen aanleiding is om een voorschot op de volgens Boralit geleden schade toe te kennen nog daargelaten het antwoord op de vraag of wel sprake is van voldoende spoedeisend belang bij de ingestelde vordering.
De vordering van Boralit wordt afgewezen.
5.10 Boralit zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
B E S L I S S I N G
De voorzieningenrechter:
wijst de vordering van Boralit af;
veroordeelt Boralit in de proceskosten van het Waterschapsbedrijf, welke kosten tot aan deze uitspraak worden begroot op:
€ 244,00 aan griffierechten en
€ 816,00 aan salaris procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M.J. Paulussen als voorzieningenrechter en door deze op de openbare civiele terechtzitting van 7 december 2005 uitgesproken in aanwezigheid van H.M.M. Muijzers als griffier.
De rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Type: HMUI