ECLI:NL:RBROE:2006:AV3990
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.J.M. Ruyters
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak door gebrek aan dwang
In deze zaak, behandeld door de politierechter van de Rechtbank Roermond, stond de verdachte terecht voor het ten laste gelegde feit van ontucht. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 6 december 2004, waarbij de verdachte het slachtoffer zou hebben gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen. De politierechter heeft de zaak op 14 februari 2006 behandeld, na een onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2006. De tenlastelegging omvatte onder andere het onverhoeds beetpakken van de borst en/of rug van het slachtoffer.
De politierechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de invulling van het bestanddeel 'feitelijkheid' afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Het scheppen van een situatie die bij het slachtoffer de vrees oproept dat hij zijn vrijheid van handelen kwijt is, kan voldoende zijn voor het aannemen van dwang. Echter, uit de verklaring van het slachtoffer bleek niet dat er sprake was van zodanige omstandigheden die de verdachte in de zin van de wet en jurisprudentie zouden hebben gedwongen het slachtoffer de ontuchtige handelingen te laten ondergaan.
De politierechter concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het ten laste gelegde feit had begaan. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk in haar vordering, aangezien de verdachte niet werd veroordeeld voor het ten laste gelegde feit. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, en de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, werden vastgesteld op nihil. De uitspraak van de politierechter was dus een vrijspraak van de verdachte.